VRIJ WARM, EXTREEM NAT en SOMBER
April
was een maand met twee gezichten, waarbij koude en warme periodes elkaar
afwisselden. De warmte overheerste, waardoor deze in de top-10 belandde van
warmste grasmaanden ooit. We noteerden de eerste officiële warme dag van het
jaar en ook de eerste lokale zomerse dag. Maar het meest opvallende is wel de
neerslag die bijna recordnat was voor april. Tenslotte was het een sombere
maand.
TEMPERATUUR
Met
een gemiddelde etmaaltemperatuur van 10,8°C in De Bilt tegen 9,8°C normaal was
deze april een vrij warme maand. Het komt daarmee op de 9e plaats van warmste
aprilmaanden ooit. Het zuiden was het warmst met zowel in het Zeeuwse Westdorpe
als in het Limburgse Arcen een gemiddelde van 11,2°C. Veel frisser was het rond
de Waddeneilanden met op Terschelling gemiddeld 9,8°C. In Berkel-Enschot kwam
het gemiddelde uit op 11,7°C. Deze was verdeeld over een gemiddelde
middagtemperatuur van 16,0°C (normaal 16,3°C) en in de nachten was het
gemiddeld 7,3°C tegen normaal 5,4°C. De laatste drie jaar was april juist kouder
dan normaal. In 2021 was het gemiddeld 6,7°C, in 2022 9,3°C en vorig jaar 8,7°C.
De
verschillen tussen de eerste en tweede maandhelft waren echter heel groot. We
begonnen meteen met hoge kwikstanden voor de tijd van het jaar met op de eerste
april een temperatuur van 15,4°C in het midden van Brabant. Daarna koelde het
iets af, maar vanaf de 5e stroomde zeer zachte lucht onze regio binnen wat we te
danken hadden aan stormdepressie ‘Kathleen’. Overdag werd het in het zuiden al
18 tot 19 graden en een dag later werd het heel warm, waarbij lokaal de eerste
zomerse dag van dit jaar werd geregistreerd. Berkel-Enschot en Tilburg
noteerden 26,0°C en Arcen 25,7°C en daarmee werden de hoogste temperaturen van
deze maand bereikt. Op deze 6e april werd zowel de eerste lokale als de eerste officiële warme dag van minstens 20
graden van het jaar genoteerd; De Bilt had namelijk 24,1°C. Daarmee werd het
zelf de warmste 6e april ooit waargenomen sinds 1901. Het record uit 2020 met
23,0°C wordt daarmee naar de tweede plaats verdreven. Landelijk gezien werd het
record ook gebroken, want in Arcen steeg het kwik dus naar 25,7°C. Op diezelfde
plaats werd het in 2020 nog 24,5°C, wat het oude record was. Ook de dagen erna
bleef het, met op 7 en 8 april middagtemperaturen van minstens 20 graden, vrij
warm. Ook de nachten waren tussen 5 en 9 april boterzacht met gemiddeld 10 tot
zelfs 13 graden, tegen normaal een graad of 5.
Die
warme periode van 5 tot en met 8 april, heeft gezorgd voor maar liefst vier
nieuwe datumrecords voor wat betreft de gemiddelde etmaaltemperatuur. En
eigenlijk moet je zeggen dat dit de beste kwalificatie is van warmste dag ooit
in plaats van de hoogste temperatuur op die dag. En daar gaan we dan. Op 5
april werd het gemiddeld in De Bilt 13,4°C (vorige record 12,7°C uit 1957), op
6 april gemiddeld 18,0°C (vorige record 15,1°C uit 1960), op 7 april 16,8°C
(vorige record 15,6°C uit 2014) en op die 8e april werd het over 24 uur
gemiddeld 15,3°C, waarmee het record uit 2018 met 15,2°C net werd verslagen. Vervolgens
koelde het af en dook het kwik tot en met de 10e onder de 20 graden. Daarna
keerde het warme weer voor twee dagen even terug. De wind draaide naar het
zuiden en meteen konden we enkele warme dagen noteren; Berkel-Enschot
registreerde met 25,0°C op 13 april zelfs de tweede zomerse dag van deze maand.
Deze periode werd afgesloten met regen- en onweersbuien en toen die voorbij
waren stroomde koude lucht het land binnen. Daarbij werd tot en met de 26e de
15 graden niet meer gehaald. Ook de nachttemperaturen daalde flink tot richting
het vriespunt. Op 17 april kwam de temperatuur niet of nauwelijks boven de 10
graden en in de nacht vroor het plaatselijk licht; Twenthe noteerde -0,4°C. Een
dag later vroor het ook in Deelen, Twenthe, Hoogeveen, Woensdrecht, Wijk aan
Zee en Eelde had met -2,3°C de laagste temperatuur. Aan de grond vroor het op
veel plaatsen enkele graden en in Eelde daalde de temperatuur naar matige vorst
met -5,7°C. Een paar dagen later beleefden we de koudste nacht en tevens de
laagste minimumtemperatuur van de maand. Vrijwel overal in het land dook het
kwik onder het vriespunt, waarbij het aan de kust het koud was met -3,5°C in
Wijk aan Zee. In Eelde werd het -3,4°C en in Twente -3,3°C. Aan de grond vroor
het opnieuw matig met wederom op vliegveld Eelde: -7,1°C, gevolgd door
Woensdrecht met -6,1°C en in Hoek van Holland werd het -5,5°C. In de laatste
week van april kroop de temperatuur langzaam omhoog van 11 graden op de 24e tot
bijna 25 graden op 30 april in Berkel-Enschot, Hupsel en Twenthe. Toen Koningsdag
2024 aanbrak kwam er een einde aan een koude periode die op 15 april begon. Het
kwik steeg namelijk naar bijna 18 graden in zowel Tilburg als Berkel-Enschot.
En zo’n hoge temperatuur hebben we sinds de 13e niet meer gehad toen het meteen
zomers was.
April
kende in De Bilt slechts één vorstdag (-1,9°C op 23 april) en normaal zijn dat
er vier. In het (zuid)oosten waren er regionaal drie vorstdagen. Het aantal
warme dagen van minstens 20 graden kwam in De Bilt uit op vijf en dat is
precies het langjarig gemiddelde. In het zuiden werden zeven van zulke dagen
geteld, zoals in Berkel-Enschot. Een zomerse dag van 25 graden of meer
registreerde alleen Limburg en delen van Brabant. Berkel-Enschot had zelfs twee
van zulke dagen.
NEERSLAG
Met
gemiddeld over het land van 82 mm tegen 40 mm normaal, was april een extreem
natte maand. In 1932 viel gemiddeld 93 mm en staat op de eerste plaats van
natste aprilmaanden ooit. In 1998 viel gemiddeld over het land 92 mm. Vorig
jaar verliep april ook kletsnat met 79 mm. Op veel plaatsen viel dit jaar meer
dan twee keer de normale maandhoeveelheid. In De Bilt viel 98 mm en dat is goed
voor de tweede plek in de lijst met natste aprilmaanden sinds het begin van de
metingen. Alleen april 1965 was nog natter met 108 mm. Ook het aantal droge
dagen lag met zeven ruim onder het gemiddelde van 13 à 14.
Het
natst was het in het midden van het land, met Lelystad als natste station met
123 mm. Op de Veluwe, de Utrechtse Heuvelrug en in de Flevopolder viel plaatselijk
nog meer, met 130 tot 150 mm. Woudenberg had met 149 mm de meeste neerslag. In
Biddinghuizen viel 134, in Soest 132 en in Voorthuizen 131 mm. Dat is maar
liefst drie keer meer dan normaal. Het minst nat was het in Limburg met 50 tot 70
mm, waarbij in Maastricht 57 mm werd afgetapt, gevolgd door Montfort met 59 mm
en Arcen met 63. De natste Brabant
plaats was Cuijk waar 106 mm werd opgevangen en in Vierlingsbeek werd ‘slechts’
72 mm opgevangen. In Berkel-Enschot steeg de regenmeter tot 85 mm tegen normaal
48 mm over de periode 1998-2023. Op vier dagen viel daar geen neerslag en bleef
het droog. Daarnaast viel op 16 dagen minstens één millimeter, waarbij 16 april
de natste dag was toen er 23 mm naar beneden kwam. Naast regen kwamen ook
onweersbuien voor en dat vond plaats op 15 en 17 april. Dit ging gepaard met
hagel. Op 17 april kleurde het centrum van Tilburg rondom 10:40 uur zelfs
helemaal wit van de hagel en de temperaturen daalde daardoor naar 3 tot 4
graden! Over hagel gesproken, op de 24e vielen er in de middag alleen maar
hagelbuien.
Deze
maand ging meteen nat van start. In de eerste drie dagen viel in Berkel-Enschot
15 mm. Buien en van tijd tot tijd regen hebben daarvoor gezorgd. Op 4 april kwamen
ook buien opzetten met in Herwijnen 18 mm, gevolgd door Cabauw en Deelen met
ieder 16 mm. In Brabant waren de natste plaatsen Eindhoven en Woensdrecht met
respectievelijk 10 en 9 mm; Tilburg ving 7 mm op. Op 16 april was het een komen
en gaan van buien, waarbij in Berkel-Enschot 23 mm werd opgevangen. Het
Limburgse Ell ving 20 mm op en Voorschoten 18 mm. Daarmee was het landelijk
gezien de op één natste 16e april ooit gemeten en bleef het record uit 2009,
met 26 mm gemeten in Eindhoven, staan. De dag van 19 april was een barslechte
dag. De regen in de ochtend ging over in buien die de hele dag aanhielden.
Daarbij tapte Berkel-Enschot nog 8 mm af. Deelen, Lelystad en De Bilt kregen
nog 17 mm in de regenmeter. Daarmee werd het officieel de op één na natste 19e
april ooit waargenomen sinds 1901. Het record in De Bilt bedraagt namelijk 19
mm waargenomen in 1910. Twee dagen later vielen in Limburg buien die met hagel
en zelfs sneeuw gepaard gingen. Op de Vaalserberg was sprake van sneeuwbuien
overgaand in lichte sneeuw. Het geeft maar aan in wat voor koude lucht we zaten
dat rechtstreeks vanaf de poolstreken werd aangevoerd.
Het
jaar 2024 is op de kletsnatte tour. Het is al de derde maand die natter
verloopt dan normaal. Alleen maart was iets droger dan gebruikelijk. Gemiddeld
valt in de eerste vier maanden van het jaar 239 mm. Dit jaar staat de teller op
344 mm en daarmee zijn de eerste vier maanden van het jaar de natste ooit. In
1988 viel van 1 januari tot en met 30 april 340 mm en in 1995 viel 338 mm.
ZONNESCHIJN
De zon scheen in april
gemiddeld over het land 167 uur tegen 196 zonuren normaal, waarmee de maand aan
de sombere kant was. Toch was de zonneschijn wel redelijk gelijkmatig verdeeld
over de maand; er waren weinig uitgesproken zonnige of sombere dagen. Op de 11e
scheen de zon in een groot deel van het land helemaal niet; de meeste stations
telden dan ook één sombere (zonloze) dag en dat is normaal voor april. In
Limburg verliep de maand het somberst, met in Maastricht 135 zonuren gevolgd
door Arcen met 136 uren. De meest zon zagen ze langs de kust met in Vlissingen
185 zonuren en Den Helder en Hoek van Holland met ieder 184 uren zonneschijn.
In Tilburg en Berkel-Enschot scheen de zon in deze aprilmaand 161 uur tegen 201 uur normaal. Daarbij werd
die eerder genoemde zonloze dag genoteerd en op twee dagen was het zeer zonnig
en scheen de zon minstens 10 uur en dat waren 10 en 13 april.