Is op St. Baptist (24 juni) de hemel rein,
dan zal hij het ook in
juli zijn.
Als op het eind van
juni storingen verschijnen,
Is op St. Baptist (24 juni) de hemel rein,
dan zal hij het ook in
juli zijn.
Als op het eind van
juni storingen verschijnen,
Opnieuw zomers tot tropisch
Afgelopen dinsdag kwam op de laatste astronomische lentedag een einde aan een recordlang droogteperiode die onze regio 38 dagen duurde. In de loop van de middag kwamen felle buien opzetten die op enkele plaatsen met onweer gepaard gingen. Zoals in de Reeshof (Tilburg) en in Berkel-Enschot. Op enkele plaatsen werd 30 tot 40 mm afgetapt, soms zelfs binnen vijftien minuten zoals in het Zeeuwse Sluis. Wateroverlast was dan ook daar het gevolg. Je kunt gerust spreken van een wolkbreuk die daarna het zuiden van Rotterdam teisterde. In Gilze-Rijen viel er zoveel neerslag (21 mm in korte tijd) dat de temperatuur in een half uur tijd naar beneden denderde van 30,0°C naar 18,2°C. Wat een afkoeling. Maar niet genoeg om de hittegolf in het midden van Brabant te stoppen, want tot en met woensdag werd het minstens 25 graden met als uitschieter 32,4°C op die dinsdag.
En toen kwam deze donderdag. Gistermiddag werd voor vandaag al code geel afgekondigd voor hevige regenval en voor Limburg werd deze vanochtend omgezet in code oranje in verband met zware onweersbuien, hagel, windstoten en veel regen die verwacht werd. Rond het middaguur arriveerde het neerslaggebied onze regio en begon het te regenen dat nog de hele avond doorgaat. Inmiddels is er in Tilburg al 17 mm opgevangen, Eindhoven 26 mm en Boxtel 29 mm. In Limburg zijn helemaal de hemelsluizen opengegaan waar de teller op dit moment in Ell en in Maastricht op 31 mm staat. Daarbij wordt veel onweer gemeld. Al die nattigheid heeft er wel voor gezorgd dat er een einde is gekomen aan de Brabants hittegolf. Warmer dan 22 tot 24 graden werd het namelijk niet. Deze begon op 6 juni en duurde tot en met de dag dat de astronomische zomer van start ging en dat was op 21 juni. Kortom, 16 dagen lang. Voor juni is dit een nieuw record. Van die 16 zomerse dagen werd in Berkel-Enschot op vijf dagen de tropische grens van 30 graden bereikt. De oorzaak van deze kletsnatte donderdag is een depressie die over ons land trok en koers zet richting Duitsland. Pas in de nacht wordt het droog en zakt het kwik naar een graad of 13. Tegen de ochtend wordt het zelfs helder.
Vanaf vrijdag keert het warmer zomerweer helemaal terug alsof het niet weg is geweest. Wel gaan we nu over op ouderwets Hollands zomerweer. Dat betekent dat het maar enkele dagen warm tot zeer warm zal zijn, gevolgd door afkoeling met neerslag. Vrijdag is een zeer zonnige dag met soms wat kleine wolkjes die de temperatuur laat oplopen naar zo’n 26 graden. Het weekeinde wordt schitterend. De zon schijnt volop en met 28 graden op zaterdag en zelfs 31 graden op de zondag is het zomerweer om van te genieten. Dat het zo warm kan worden komt doordat de wind in de loop van het weekeinde uit het zuiden gaat waaien. Op maandag draait deze naar het westen en meteen zien we wat koelere en vochtige lucht op ons af komen. In de nacht naar maandag en in ochtenduren kan er een bui vallen. Daarna is het droog, maar meer dan 23 graden zal de thermometer niet aanwijzen. Oorzaak is een depressie bij Schotland. Deze breidt zich verder uit en dan wordt er met die westenwind warme lucht aangevoerd en krijgen we weer zomerse temperaturen van een graad of 25. Maar op donderdag is het alweer gedaan als buien overtrekken en voor afkoeling zorgen.
Prettig
weekend!
Morgen om 16:58 uur staat de zon precies boven de Kreeftskeerkring en dat betekent dat de astronomische zomer van start gaat. Deze dag duurt dan 16 uur en 45 minuten, waarbij de zon in het midden van Nederland opkomt om 05:19 uur en om 22:04 uur weer verdwijnt. Tussen het oosten en westen van ons land zijn die tijden verschillend. In Twente is om 05:09 uur de opkomende zon al zichtbaar, terwijl dat in Den Haag 12 minuten later gebeurt. Zo'n verschil is er ook bij zonsondergang. Het tijdstip waarop de zomer eindigt, en dus de herfst volgens sterrenkundigen begint, is op 23 september om 08:50 uur.
Als we naar het noorden gaan duurt de dag nog langer. Op de Wadden is het in juni ongeveer een half uur langer licht dan in Zuid-Limburg. Op de breedte van Oslo, Helsinki en Sint Petersburg (60 graden noorderbreedte) duurt de dag ongeveer twee uur langer dan in De Bilt. In het midden van Scandinavië (64 graden noorderbreedte) duurt de dag 21 uur. Verder noordelijk (vanaf 65,44 graden noorderbreedte) gaat de bovenrand van de zon om middernacht enige tijd niet onder. Hier is dus tijdelijk geen zonsondergang meer te zien. We noemen dat de middernachtzon. Het wordt dan gedurende de nachtelijke uren niet donker. Maar ook in Nederland is het tijdens heldere nachten niet helemaal pikdonker. De zon staat momenteel zo hoog aan de hemel, dat zij 's nachts maar net onder de horizon verdwijnt. Bij onbewolkt weer, is de gloed van de zon langs de horizon te volgen. Die gloed beweegt via noordwest en noord naar oost, alwaar de zon wederom opkomt. De gloed is het beste te zien op een punt waar goed overzicht is naar alle richtingen. Tegen middernacht is het in de oostelijke hoek dan duidelijk donkerder dan in het noordwesten.
Door de langere daglengte schijnt de zon op veel
plaatsen in Scandinavië, ondanks het vaak wisselvalliger weer, langer dan in
ons land. Zo registreert Oslo in juni gewoonlijk zo'n 250 uur zon, terwijl
verschillende plaatsen in het zuiden en midden van Zweden en Finland in juni de
zon circa 300 uur zon zien. In ons land varieert het aantal zonuren in juni van
200 in het zuiden en oosten tot 230 uur aan de kust. In Antarctica vindt het
omgekeerde plaats. Een groot deel van het continent ziet de zon in juni
helemaal niet omdat het grootste deel zich binnen de poolcirkel bevindt. Op de Zuidpool
zelf duurt de volledige duisternis van 11 mei tot en met 31 juli.
Het moment waarop per definitie de zomer begint wordt
ook wel zomerzonnewende of zomerpunt genoemd. In veel landen is de
zomerzonnewende een traditioneel feest met optredens en concerten tijdens de
Midzomernacht.
Om praktische redenen en volgens internationale afspraak gebruiken de
weerkundigen voor het berekenen van klimatologische gemiddelden een andere
seizoensindeling en worden steeds drie opeenvolgende kalendermaanden als één
seizoen beschouwd. Volgens de klimatologische indeling is de zomer al op 1 juni
begonnen en duurt het zomerseizoen tot met 31 augustus. Na de langste dag
worden de dagen langzaam korter. Op 22 december hebben we dit jaar de kortste
dag en zal de zon slechts 7 uur en 43 minuten boven de horizon blijven, want de
zon komt dan pas om 08:46 uur op en gaat onder om 16:29 uur. Om precies 04:28
uur begint dan overigens de astronomische winter.
Zon en wolken met soms een (onweers)bui
Het zomerweer dendert maar door. Sinds 6 juni hebben we in onze regio te maken met een reeks zomerse dagen en het houdt niet op. Het leverde gisteren in De Bilt zelfs een nieuw record op. Daar werd op een rij de negende dag met een temperatuur van minstens 25 graden gemeten. Nog nooit is in de eerste zomermaand zo’n lange reeks van zomerse dagen geregistreerd. Het vorige record stond op acht aaneengesloten dagen en dat vond plaats in 1976 van 23 tot en met 30 juni. En dat nieuwe record zal de komende dagen nog worden aangescherpt, want het blijft zomers. Een hittegolf zal het niet opleveren omdat er nog geen drie dagen van 30 graden bij het KNMI zijn gehaald. Dat gebeurde wel op veel Brabantse plaatsen waar de hittegolf vorige week een feit werd. In Tilburg en Berkel-Enschot duurt deze nu al 12 dagen en ook dat is een evenaring van het record uit 2005 toen vanaf 18 t/m 29 juni een hittegolf het midden van Brabant teisterde. Ja, je raadt het al. Ook dit record zal vandaag sneuvelen. Want met een zuid tot zuidoostenwind wordt nog meer warme lucht onze regio ingeblazen. Dat heeft alles te maken met de nadering van een depressie bij Ierland. Deze voert echter niet alleen zeer warme, maar ook vochtige lucht aan waardoor de atmosfeer onstabiel gaat worden. De voorbode ervan zagen we gisteren toen we sluierwolken zagen die in de avond zo dik waren dat de zon er niet meer doorheen kon schijn. Afgelopen nacht verliep dan ook niet meer helder en voor het eerst sinds 7 juni begon deze zondag zonder zonneschijn.
Inmiddels hebben op deze zondag de eerste neerslaggebieden Zeeland en het westen van Brabant bereikt en trekken verder naar het noorden. Onweer is daarbij nog niet waargenomen. Boven België lag alweer een volgende neerslagzone klaar en die heeft ons rond 11:15 uur bereikt. In Berkel-Enschot vielen de eerste druppels en dat hebben we sinds 15 mei niet meer gezien. Daarmee komt een einde aan een recordlange periode van droogte van 34 dagen. Onweer zit nog niet bij deze buien. De temperatuur liep ondertussen wel op naar de 25 graden. Zodra de buien voorbij zijn wordt het drukkend warm, want dan pas zal de temperatuur echt gaan stijgen en kan het nog tropisch graden worden. In de avond gaan zich buien vormen en nu krijgen we wel met onweer te maken die ook in de komende nacht naar maandag actief zullen zijn. Het wordt met 19 graden ook een broeierige nacht, in het Tilburgs een ‘pleknacht’ geheten.
Deze weersomslag heeft alles te maken met het verdwijnen van het hogedrukgebied waar we al twee weken van geprofiteerd hebben. Depressies nemen nu de regie over, waarvan er dus eentje voor de kust van Ierland ligt. Dit betekent dat we geen zonnige dagen meer krijgen, maar een afwisseling van zon en wolkenvelden. Op maandag schuift de Ierse depressie naar Schotland, waardoor neerslaggebieden ons net niet kunnen bereiken. Het blijft droog bij temperaturen die naar de 27 graden gaan. Een dag later ligt de depressie bij IJsland, maar heeft nog wel een uitloper op de Noordzee. Dit betekent dat we nu wel te maken krijgen met buien die in de loop van de dinsdag zullen arriveren. Deze kunnen gepaard met onweer. Op woensdag zitten we in een soort niemandsland. Er is een mix van zon en stapelwolken waar een bui uit kan vallen. Met 28 graden is het wel wat warmer. Donderdag ziet er minder warm uit als het kwik niet hoger uitkomt dan een graad of 25. De noord tot noordwestenwind zorgt daarvoor. Deze neemt vanaf de Noordzee meteen wat (onweers) buien mee die in de loop van de dag steeds actiever worden. Oorzaak is een hogedrukgebied op de Atlantische Oceaan dat met grote stappen nadert. Vanaf vrijdag heeft het hogedrukgebied onze regio bereikt en blijven neerslaggebieden op afstand. Wel houden we de afwisseling van zon en wolkenvelden en blijft het nog steeds zomers warm. Het ziet er nu al naar uit dat juni 2023 de warmste junimaand zal worden ooit waargenomen.
Prettige
week!
KOUD, KLETSNAT EN SOMBER
De kletsnatte lente van 2023 was de op 3 na natste sinds het begin van de metingen. Daarbij viel in maart nog regelmatig sneeuw die soms bleef liggen. Hoewel het vaak koud aanvoelde, verliep de lente met 9,7°C slechts een fractie kouder dan normaal. Desondanks registreerde we zowel de eerste officiële warme dag van 20 graden als de eerste regionale zomerse dag van 25 graden. Ondanks de grote hoeveelheid regen zorgde een zonnige en droge eindsprint ervoor dat de lente niet heel somber verliep. Daarnaast konden we op 13 maart de eerste storm van het jaar noteren.
TEMPERATUUR
Met een gemiddelde etmaaltemperatuur van 9,7°C tegen een langjarig gemiddelde van 9,9°C was het zeker niet extreem koud. Sterker nog: 30 jaar geleden zou de huidige lente erg warm zijn geweest; toen lag de gemiddelde lentetemperatuur namelijk nog op 8,4°C. Sinds het begin van de metingen in 1901 verliepen maar liefst 98 lentes kouder dan dit jaar. We zijn namelijk gewend geraakt aan warme lentes. Vorig jaar was de lente met een gemiddelde temperatuur van 10,2°C bijvoorbeeld behoorlijk warm. In 2021 was de lente nog een stuk kouder: 8,1°C. Die lente sneeuwde het ook opmerkelijk vaak. De koude lente van dit jaar kwam vooral door april, die met een gemiddelde van 8,7°C tegen normaal 9,8°C koel was. Maart was iets zachter dan normaal met een gemiddelde van 7,0°C tegen normaal 6,5°C. Mei week niet veel af van het langjarig gemiddelde met 13,5°C tegen normaal 13,4°C. In Berkel-Enschot kwam de gemiddelde etmaaltemperatuur van het lenteseizoen uit op 10,7°C tegen normaal (1998-2020) 11,0°C. Dus ook hier was het een kil voorjaar. Overdag werd het gemiddeld 15,4°C (normaal 16,1°C) en in de nachten was dat 6,0°C en dat is precies normaal in de regio van Tilburg.
Het begin van de lente zette eigenlijk direct de toon voor het hele seizoen. Waarbij we vaak op de grens lagen van koude lucht in het noorden en warmere in het zuiden. Om de haverklap wisselden beide luchtsoort stuivertje in onze omgeving. Op 1 maart startte de meteorologische lente, maar meteen ook ijs- en ijskoud. Op maar liefst 13 weerstations was ’s ochtends sprake van matige vorst, waarbij het in het oosten van het land het koudst werd: -7,6°C in Twenthe, -7,3°C in Deelen en -7,2°C in Eelde. Aan de grond zelfs strenge vorst: -10,1°C in Hupsel en -10,2°C in Twenthe. Dit waren meteen de laagste lentetemperaturen van het seizoen. Een week later op de 8e lagen de kwikstanden in het zuiden overdag net boven het vriespunt en werd het de koudste dag van deze lente. In Woensdrecht bleef de temperatuur steken op 1,5°C, Ell 1,6°C, Eindhoven 1,7°C en Arcen had 1,8°C. In Berkel-Enschot en Tilburg werd het die dag niet warmer dan 2,2°C. Op 11 maart werden de nachten kraakhelder en begon het vrijwel overal te vriezen met -7,3°C in Eelde als laagste temperatuur en aan de grond was dat -8,0°C. En toen was gedaan met de kou. Zowel overdag als in de nacht zaten we in de zachte lucht. Dit zorgde op 17 maart voor een kwikstand van 19,2°C In Tilburg gevolgd door Ell met 18,7°C en Eindhoven en Maastricht met ieder 18,5°C. Vooral de nachttemperaturen waren erg hoog wat zelfs nieuwe warmte-dagrecords opleverden. Op 18 maart registreerde De Bilt als minimumtemperatuur 9,1°C. Op 22, 23 en 24 maart waren de minimumtemperaturen ook nog nooit eerder zo hoog sinds 1901, met respectievelijk 9,2°C, 10,5°C en 9,7°C. Kortom, vier warmterecords.
Ook april begon koud, waarbij het vanaf 2 tot en met 6 april ergens wel tot lichte vorst kwam. Op 2 april werd het ’s middags in zowel Maastricht als Lauwersoog zelfs niet warmer dan 7,3°C. Op 5 april zakte het kwik in de nacht tot -5,0°C in Eelde en dat is nét geen matige vorst en aan de grond daalde de temperatuur daar tot -9,0°C. Daarna wisselde koude en zachte dagen elkaar steeds af. Opvallend daarbij was dat in het noordoosten het kwik op 21 april voor het eerst dit jaar over de 20 graden ging: Eelde 20,5°C gevolgd door Nieuw Beerta met 20,3°C. En drie dagen later duikelden de temperaturen overal naar maximaal 11 tot 12 graden en keerde de vorst weer terug. Letterlijk wel te verstaan, want Koningsdag startte met -2,8°C in Eelde waarna onze vorst Willem-Alexander Rotterdam in trok.
In
mei zette de afwisseling van koele en warme periode gewoon door. Daarbij vroor
het nog in de vroege ochtend van de 3e met -2,2°C in Twenthe. De volgende dag werd
het ineens heel warm wat op 4 mei leidde tot de eerste officiële warme dag van
het jaar. In De Bilt steeg de temperatuur namelijk naar 22,1°C. Rondom Tilburg
werd de eerste regionale zomerse dag van 25 graden geregistreerd. Op 15 mei keerde
de kou weer terug van zo’n graad of 15; aan de kust werd het slechts 12 tot 13
graden. Op Hemelvaartsdag, 18 mei, bleef de temperatuur in De Bilt met
15,5°C een tiende van een graad beneden het op 1 januari
(nieuwjaarsdag) gemeten maximum, toen het midden in de nacht 15,6°C werd.
Het is voor het eerst sinds 1921 dat Hemelvaartsdag kouder is dan
Nieuwjaarsdag. En daarna werd het opnieuw warm tot 24 graden op de 21e in
Brabant. Een dag later noteerde Hupsel en Twenthe haar eerste zomers dag van
2023 met respectievelijk 25,7°C en 25,6°C. De laatste lentedag was wel een
bijzondere, want toen werden de hoogste temperaturen van dit lenteseizoen geregistreerd:
Berkel-Enschot 26,6°C, Ell 25,8°C (hoogste temperatuur op een KNMI-station van
deze lente), Arcen 25,7°C, Gilze-Rijen 25,3°C en Eindhoven met 25,2°C. In het
noorden van het land bleven de temperaturen door de stevige noordoostenwind
flink achter. In Hoorn op Terschelling werd het op de laatste meidag slechts
14,0°C
In De Bilt werden in deze lente dertien warme dagen waargenomen tegen normaal zeventien. Een zomerse dag van 25 graden of hoger kwam daar helemaal niet voor en normaal valt deze al op 14 mei. En toch mogen we vanaf die 14e al op vier zomerse dagen rekenen. In het oosten en zuiden van het land kwam op 4, 22, 28 en 31 mei de temperatuur lokaal wel boven de 25 graden. Door het ontbreken van veel warme dagen, bleef het aantal mooi-weerdagen onder normaal. De Bilt telt er 13 tegen 20 normaal. Op een mooiweerdag blijft het droog, schijnt de zon meer dan de helft van de tijd en is het warmer dan normaal. Maart en april telden vrijwel geen dagen met mooi weer. Naast warmte hadden we ook te maken met vorstdagen. In De Bilt dook de temperatuur op elf dagen onder het vriespunt tegen twaalf als langjarig gemiddelde. In Berkel-Enschot kwam de teller van warme dagen op zeventien uit (normaal 24), waarvan er drie zomers waren (normaal acht). Vorst kwam daar op negen dagen voor en dat is precies normaal.
NEERSLAG
De lente van 2023 was kletsnat met gemiddeld over het land 205 mm neerslag tegen een langjarig gemiddelde van 148 mm. In De Bilt viel 223 mm en daarmee komt De Bilt op plaats 11 van natste lentes sinds 1906. In deze eeuw was alleen 2006 natter met 234 mm. Zowel maart als april waren zeer nat. Maart telde landelijk gemiddeld 98 mm tegen 53 mm normaal en in april viel 66 mm tegen 40 mm normaal. Mei begon ook nat met op veel dagen flinke (onweers)buien, maar halverwege de maand werd het droog. De maand eindigde daardoor als een droge maand met in totaal 40 mm neerslag tegen 55 mm normaal. De meeste neerslag viel deze lente in Veenhuizen met 290 mm gevolgd door Braamt (Gld) 282 mm en Prinsenbeek en Zeewolde met ieder 281 mm. Het natste KNMI-station was Eindhoven met 275 mm. Het minst nat was het in Leeuwarden met 168 mm. Op een goede tweede en derde plaats komen Cocksdorp en Amsterdam met respectievelijk 161 en 165 mm. Berkel-Enschot tapte 249 mm af, waarbij 10 maart met 24 mm de natste dag was. Op 32 dagen viel minsten één millimeter, waarvan op acht dagen minstens 10 millimeter. Naast regen werd op drie dagen hagel waargenomen, op vijf dagen onweer en op drie dagen mist.
In maart regende het elke dag wel ergens of trok een bui over. Soms liepen de neerslaghoeveelheden flink op. Op 8 en 9 maart samen viel in Zuid-Limburg 40 tot 50 mm. En op 10 maart (Achterhoek bijna 40 mm) en ook op de laatste dag werd er op uitgebreide schaal 10 tot 20 mm afgetapt. April begon vooral in het binnenland kletsnat met lokaal meer dan 20 mm regen. Op de avond van tweede paasdag (10 april) trokken vervolgens stevige onweersbuien over het land. Een dag later zorgden die onweersbuien voor opvallend felle inslagen. Bijvoorbeeld vlakbij Emmeloord werd een bliksem met een kracht van 440 kiloampère gemeten, dit is een extreem hoge stroomsterkte voor een blikseminslag. Na de zware onweersbuien bleef het wisselvallig. Op de 21e produceerden stevige onweersbuien in het noordwesten plaatselijk 15 tot 20 mm en op 23 en 24 april viel er in 48 uur tijd op veel plaatsen 20 mm; in het westen zelfs 40 mm. Zo viel er in Hoek van Holland 41 mm regen (32 mm op 23 april en 9 mm een dag later) en dat is een hele maandsom voor april.
Bevrijdingsdag viel letterlijk in het water toen een buiengebied van zuidwest naar noordoost over het land trok. Er viel zo’n 10 tot 15 mm en plaatselijk zelfs 30 mm. Herwijnen had 16 mm en Lelystad 15 mm. Door dit alles is Bevrijdingsdag 2023 de weerboeken ingegaan al de natste van deze eeuw. Op 6 mei kletterden stortbuien neer boven Friesland en Groningen, waarbij in Haren 55 mm viel binnen één uur. Twee dagen later bracht een wolkbreuk in de avond ten zuiden van Nijmegen in korte tijd 70 tot 80 mm in de regenmeters. Op 15 mei passeerde een koufront met af en toe wat lichte regen en op 16 mei waren er nog wat lichte buitjes in het noordoosten van het land, maar daarna volgde een vrijwel droge tweede helft waarmee de lente eindigde.
SNEEUW
Op 7 maart had vooral de zuidelijke helft met regen en sneeuw te maken. Verder naar het noorden trokken winterse buien over. Op 8 maart ontstond in het zuiden een sneeuwdek en gaf het KNMI code oranje uit voor Limburg en Noord-Brabant. Op veel plaatsen kwam in de ochtend tijdelijk een laagje van tussen 2 en 5 centimeter te liggen (Tilburg 3 cm). In de Limburgse heuvels groeide de sneeuwlaag tijdelijk tot 12 cm aan in Vaals en 15 cm op het Drielandenpunt. In de nacht en ook op de 9e overdag trokken nieuwe gebieden met regen- en natte sneeuw over het land. Vooral in het midden en noorden kregen er nu mee te maken. In de nacht naar de 10e sneeuwde het in het noorden en werd het daar op diverse plaatsen wit. Overdag beleefden we in Nederland een klassieke winterinval, met regen die in sneeuw overging, een tijdje veel wind en in het midden en noorden een witte wereld. Opnieuw viel 2 tot 6 cm; in het noorden lag tussen 5 en 10 cm. Op de 12e won de zachte lucht en viel in de ochtend nog wel wat natte sneeuw. In de nacht en in de vroege ochtend van de 15e (de dag waarop de verkiezingen voor de provinciale staten en waterschappen werden gehouden) trokken winterse buien over het land die het toch weer hier en daar wit maakten. Op de Vaalserberg kwam een laagje van 5 centimeter te liggen. Op 25 en 26 april trokken winterse buien over het land en lokaak viel hagel, maar ook natte sneeuw. En deze laatste werd waargenomen in Steenwijk en Putten. De sneeuw bleef overigens niet liggen.
Op 11 dagen viel ergens in deze lente sneeuw (negen dagen in maart en twee in april) tegen 9 dagen normaal. Vorig jaar viel op 7 dagen sneeuw, twee jaar geleden op 14 dagen. In het klimaat van 30 jaar geleden de norm nog 18 sneeuwdagen in de lente. In Berkel-Enschot werd op vier dagen sneeuw gezien, waarbij deze maar op één dag bleef liggen en dat was op 8 maart met 3 cm als maximale sneeuwdek.
WIND
Op 13 maart waaide het fors. Op Vlieland, de Houtribdijk en bij IJmuiden kwam het tot een uurgemiddelde van windkracht 9. En daarmee was de eerste officiële storm van 2023 een feit. Berkhout noteerde met 108 km/uur de zwaarste windstoot, maar ook op andere plaatsen in het westen en noorden kwam het tot windvlagen boven de 100 km/uur. Op 1 april waaide het stevig met windstoten van 60 km/uur op de Waddeneilanden. Op 12 en 13 april stond er ook vrij veel wind, met zware windstoten in het zuidwestelijk kustgebied tot 83 km/uur in Zeeland op de 12e. Een dag later zakten deze terug tot 76 km/uur en dat is beide windkracht 9.
ZONNESCHIJN
De
lente week met over het land gemiddeld 562 uren zon nauwelijks af van
het langjarige gemiddelde van 567 uur. Maart was vrij somber met 120 uren zon
tegen 145 uur normaal. April week niet veel af van het langjarig gemiddelde met
191 uur zon tegen 195 uur normaal en mei was zonniger dan normaal met 255 uur
tegen normaal 225 uur. Het zonnigst was het in Hoorn op Terschelling met
605 uren zon (normaal 628). Het somberst was het in Beek met 517 uren
zon (normaal 528 uur). In De Bilt scheen de zon 571 uur tegen 546 uur
normaal. Berkel-Enschot noteerde 561 zonuren tegen 579 normaal. Daarbij werden
11 zonloze lentedagen geteld (normaal 7) en 22 dagen waarbij het zeer zonnig
was en dat is het langjarig gemiddelde aldaar.
Hoort ge in juni de
donder kraken,
dan maakt de boer vast
goede zaken.
Als juni zonnig is,
komt de oogst vroeg.
Ludmilla (15 september), het vrome kind, blaast vaak een forse wind. Septemberregen, komt zaad en wijnstok goed gelegen.