zaterdag 17 juni 2023

Het Weernieiws: Lente 2023

KOUD, KLETSNAT EN SOMBER 

De kletsnatte lente van 2023 was de op 3 na natste sinds het begin van de metingen. Daarbij viel in maart nog regelmatig sneeuw die soms bleef liggen. Hoewel het vaak koud aanvoelde, verliep de lente met 9,7°C slechts een fractie kouder dan normaal. Desondanks registreerde we zowel de eerste officiële warme dag van 20 graden als de eerste regionale zomerse dag van 25 graden. Ondanks de grote hoeveelheid regen zorgde een zonnige en droge eindsprint ervoor dat de lente niet heel somber verliep. Daarnaast konden we op 13 maart de eerste storm van het jaar noteren. 

TEMPERATUUR

Met een gemiddelde etmaaltemperatuur van 9,7°C tegen een langjarig gemiddelde van 9,9°C was het zeker niet extreem koud. Sterker nog: 30 jaar geleden zou de huidige lente erg warm zijn geweest; toen lag de gemiddelde lentetemperatuur namelijk nog op 8,4°C. Sinds het begin van de metingen in 1901 verliepen maar liefst 98 lentes kouder dan dit jaar. We zijn namelijk gewend geraakt aan warme lentes. Vorig jaar was de lente met een gemiddelde temperatuur van 10,2°C bijvoorbeeld behoorlijk warm. In 2021 was de lente nog een stuk kouder: 8,1°C. Die lente sneeuwde het ook opmerkelijk vaak. De koude lente van dit jaar kwam vooral door april, die met een gemiddelde van 8,7°C tegen normaal 9,8°C koel was. Maart was iets zachter dan normaal met een gemiddelde van 7,0°C tegen normaal 6,5°C. Mei week niet veel af van het langjarig gemiddelde met 13,5°C tegen normaal 13,4°C. In Berkel-Enschot kwam de gemiddelde etmaaltemperatuur van het lenteseizoen uit op 10,7°C tegen normaal (1998-2020) 11,0°C. Dus ook hier was het een kil voorjaar. Overdag werd het gemiddeld 15,4°C (normaal 16,1°C) en in de nachten was dat 6,0°C en dat is precies normaal in de regio van Tilburg. 

Het begin van de lente zette eigenlijk direct de toon voor het hele seizoen. Waarbij we vaak op de grens lagen van koude lucht in het noorden en warmere in het zuiden. Om de haverklap wisselden beide luchtsoort stuivertje in onze omgeving. Op 1 maart startte de meteorologische lente, maar meteen ook ijs- en ijskoud. Op maar liefst 13 weerstations was ’s ochtends sprake van matige vorst, waarbij het in het oosten van het land het koudst werd: -7,6°C in Twenthe, -7,3°C in Deelen en -7,2°C in Eelde. Aan de grond zelfs strenge vorst: -10,1°C in Hupsel en -10,2°C in Twenthe. Dit waren meteen de laagste lentetemperaturen van het seizoen. Een week later op de 8e lagen de kwikstanden in het zuiden overdag net boven het vriespunt en werd het de koudste dag van deze lente. In Woensdrecht bleef de temperatuur steken op 1,5°C, Ell 1,6°C, Eindhoven 1,7°C en Arcen had 1,8°C. In Berkel-Enschot en Tilburg werd het die dag niet warmer dan 2,2°C. Op 11 maart werden de nachten kraakhelder en begon het vrijwel overal te vriezen met -7,3°C in Eelde als laagste temperatuur en aan de grond was dat -8,0°C. En toen was gedaan met de kou. Zowel overdag als in de nacht zaten we in de zachte lucht. Dit zorgde op 17 maart voor een kwikstand van 19,2°C In Tilburg gevolgd door Ell met 18,7°C en Eindhoven en Maastricht met ieder 18,5°C. Vooral de nachttemperaturen waren erg hoog wat zelfs nieuwe warmte-dagrecords opleverden. Op 18 maart registreerde De Bilt als minimumtemperatuur 9,1°C. Op 22, 23 en 24 maart waren de minimumtemperaturen ook nog nooit eerder zo hoog sinds 1901, met respectievelijk 9,2°C, 10,5°C en 9,7°C. Kortom, vier warmterecords. 

Ook april begon koud, waarbij het vanaf 2 tot en met 6 april ergens wel tot lichte vorst kwam. Op 2 april werd het ’s middags in zowel Maastricht als Lauwersoog zelfs niet warmer dan 7,3°C. Op 5 april zakte het kwik in de nacht tot -5,0°C in Eelde en dat is nét geen matige vorst en aan de grond daalde de temperatuur daar tot -9,0°C. Daarna wisselde koude en zachte dagen elkaar steeds af. Opvallend daarbij was dat in het noordoosten het kwik op 21 april voor het eerst dit jaar over de 20 graden ging: Eelde 20,5°C gevolgd door Nieuw Beerta met 20,3°C. En drie dagen later duikelden de temperaturen overal naar maximaal 11 tot 12 graden en keerde de vorst weer terug. Letterlijk wel te verstaan, want Koningsdag startte met -2,8°C in Eelde waarna onze vorst Willem-Alexander Rotterdam in trok. 

In mei zette de afwisseling van koele en warme periode gewoon door. Daarbij vroor het nog in de vroege ochtend van de 3e met -2,2°C in Twenthe. De volgende dag werd het ineens heel warm wat op 4 mei leidde tot de eerste officiële warme dag van het jaar. In De Bilt steeg de temperatuur namelijk naar 22,1°C. Rondom Tilburg werd de eerste regionale zomerse dag van 25 graden geregistreerd. Op 15 mei keerde de kou weer terug van zo’n graad of 15; aan de kust werd het slechts 12 tot 13 graden. Op Hemelvaartsdag, 18 mei, bleef de temperatuur in De Bilt met 15,5°C een tiende van een graad beneden het op 1 januari (nieuwjaarsdag) gemeten maximum, toen het midden in de nacht 15,6°C werd. Het is voor het eerst sinds 1921 dat Hemelvaartsdag kouder is dan Nieuwjaarsdag. En daarna werd het opnieuw warm tot 24 graden op de 21e in Brabant. Een dag later noteerde Hupsel en Twenthe haar eerste zomers dag van 2023 met respectievelijk 25,7°C en 25,6°C. De laatste lentedag was wel een bijzondere, want toen werden de hoogste temperaturen van dit lenteseizoen geregistreerd: Berkel-Enschot 26,6°C, Ell 25,8°C (hoogste temperatuur op een KNMI-station van deze lente), Arcen 25,7°C, Gilze-Rijen 25,3°C en Eindhoven met 25,2°C. In het noorden van het land bleven de temperaturen door de stevige noordoostenwind flink achter. In Hoorn op Terschelling werd het op de laatste meidag slechts 14,0°C

 

In De Bilt werden in deze lente dertien warme dagen waargenomen tegen normaal zeventien. Een zomerse dag van 25 graden of hoger kwam daar helemaal niet voor en normaal valt deze al op 14 mei. En toch mogen we vanaf die 14e al op vier zomerse dagen rekenen. In het oosten en zuiden van het land kwam op 4, 22, 28 en 31 mei de temperatuur lokaal wel boven de 25 graden. Door het ontbreken van veel warme dagen, bleef het aantal mooi-weerdagen onder normaal. De Bilt telt er 13 tegen 20 normaal. Op een mooiweerdag blijft het droog, schijnt de zon meer dan de helft van de tijd en is het warmer dan normaal. Maart en april telden vrijwel geen dagen met mooi weer. Naast warmte hadden we ook te maken met vorstdagen. In De Bilt dook de temperatuur op elf dagen onder het vriespunt tegen twaalf als langjarig gemiddelde. In Berkel-Enschot kwam de teller van warme dagen op zeventien uit (normaal 24), waarvan er drie zomers waren (normaal acht). Vorst kwam daar op negen dagen voor en dat is precies normaal. 

NEERSLAG

De lente van 2023 was kletsnat met gemiddeld over het land 205 mm neerslag tegen een langjarig gemiddelde van 148 mm. In De Bilt viel 223 mm en daarmee komt De Bilt op plaats 11 van natste lentes sinds 1906. In deze eeuw was alleen 2006 natter met 234 mm. Zowel maart als april waren zeer nat. Maart telde landelijk gemiddeld 98 mm tegen 53 mm normaal en in april viel 66 mm tegen 40 mm normaal. Mei begon ook nat met op veel dagen flinke (onweers)buien, maar halverwege de maand werd het droog. De maand eindigde daardoor als een droge maand met in totaal 40 mm neerslag tegen 55 mm normaal. De meeste neerslag viel deze lente in Veenhuizen met 290 mm gevolgd door Braamt (Gld) 282 mm en Prinsenbeek en Zeewolde met ieder 281 mm. Het natste KNMI-station was Eindhoven met 275 mm. Het minst nat was het in Leeuwarden met 168 mm. Op een goede tweede en derde plaats komen Cocksdorp en Amsterdam met respectievelijk 161 en 165 mm. Berkel-Enschot tapte 249 mm af, waarbij 10 maart met 24 mm de natste dag was. Op 32 dagen viel minsten één millimeter, waarvan op acht dagen minstens 10 millimeter. Naast regen werd op drie dagen hagel waargenomen, op vijf dagen onweer en op drie dagen mist. 

In maart regende het elke dag wel ergens of trok een bui over. Soms liepen de neerslaghoeveelheden flink op. Op 8 en 9 maart samen viel in Zuid-Limburg 40 tot 50 mm. En op 10 maart (Achterhoek bijna 40 mm) en ook op de laatste dag werd er op uitgebreide schaal 10 tot 20 mm afgetapt. April begon vooral in het binnenland kletsnat met lokaal meer dan 20 mm regen. Op de avond van tweede paasdag (10 april) trokken vervolgens stevige onweersbuien over het land. Een dag later zorgden die onweersbuien voor opvallend felle inslagen. Bijvoorbeeld vlakbij Emmeloord werd een bliksem met een kracht van 440 kiloampère gemeten, dit is een extreem hoge stroomsterkte voor een blikseminslag. Na de zware onweersbuien bleef het wisselvallig. Op de 21e produceerden stevige onweersbuien in het noordwesten plaatselijk 15 tot 20 mm en op 23 en 24 april viel er in 48 uur tijd op veel plaatsen 20 mm; in het westen zelfs 40 mm. Zo viel er in Hoek van Holland 41 mm regen (32 mm op 23 april en 9 mm een dag later) en dat is een hele maandsom voor april. 

Bevrijdingsdag viel letterlijk in het water toen een buiengebied van zuidwest naar noordoost over het land trok. Er viel zo’n 10 tot 15 mm en plaatselijk zelfs 30 mm. Herwijnen had 16 mm en Lelystad 15 mm. Door dit alles is Bevrijdingsdag 2023 de weerboeken ingegaan al de natste van deze eeuw. Op 6 mei kletterden stortbuien neer boven Friesland en Groningen, waarbij in Haren 55 mm viel binnen één uur. Twee dagen later bracht een wolkbreuk in de avond ten zuiden van Nijmegen in korte tijd 70 tot 80 mm in de regenmeters. Op 15 mei passeerde een koufront met af en toe wat lichte regen en op 16 mei waren er nog wat lichte buitjes in het noordoosten van het land, maar daarna volgde een vrijwel droge tweede helft waarmee de lente eindigde. 

SNEEUW

Op 7 maart had vooral de zuidelijke helft met regen en sneeuw te maken. Verder naar het noorden trokken winterse buien over. Op 8 maart ontstond in het zuiden een sneeuwdek en gaf het KNMI code oranje uit voor Limburg en Noord-Brabant. Op veel plaatsen kwam in de ochtend tijdelijk een laagje van tussen 2 en 5 centimeter te liggen (Tilburg 3 cm). In de Limburgse heuvels groeide de sneeuwlaag tijdelijk tot 12 cm aan in Vaals en 15 cm op het Drielandenpunt. In de nacht en ook op de 9e overdag trokken nieuwe gebieden met regen- en natte sneeuw over het land. Vooral in het midden en noorden kregen er nu mee te maken. In de nacht naar de 10e sneeuwde het in het noorden en werd het daar op diverse plaatsen wit. Overdag beleefden we in Nederland een klassieke winterinval, met regen die in sneeuw overging, een tijdje veel wind en in het midden en noorden een witte wereld. Opnieuw viel 2 tot 6 cm; in het noorden lag tussen 5 en 10 cm. Op de 12e won de zachte lucht en viel in de ochtend nog wel wat natte sneeuw. In de nacht en in de vroege ochtend van de 15e (de dag waarop de verkiezingen voor de provinciale staten en waterschappen werden gehouden) trokken winterse buien over het land die het toch weer hier en daar wit maakten. Op de Vaalserberg kwam een laagje van 5 centimeter te liggen. Op 25 en 26 april trokken winterse buien over het land en lokaak viel hagel, maar ook natte sneeuw. En deze laatste werd waargenomen in Steenwijk en Putten. De sneeuw bleef overigens niet liggen. 

Op 11 dagen viel ergens in deze lente sneeuw (negen dagen in maart en twee in april) tegen 9 dagen normaal. Vorig jaar viel op 7 dagen sneeuw, twee jaar geleden op 14 dagen. In het klimaat van 30 jaar geleden de norm nog 18 sneeuwdagen in de lente. In Berkel-Enschot werd op vier dagen sneeuw gezien, waarbij deze maar op één dag bleef liggen en dat was op 8 maart met 3 cm als maximale sneeuwdek. 

WIND

Op 13 maart waaide het fors. Op Vlieland, de Houtribdijk en bij IJmuiden kwam het tot een uurgemiddelde van windkracht 9. En daarmee was de eerste officiële storm van 2023 een feit. Berkhout noteerde met 108 km/uur de zwaarste windstoot, maar ook op andere plaatsen in het westen en noorden kwam het tot windvlagen boven de 100 km/uur. Op 1 april waaide het stevig met windstoten van 60 km/uur op de Waddeneilanden. Op 12 en 13 april stond er ook vrij veel wind, met zware windstoten in het zuidwestelijk kustgebied tot 83 km/uur in Zeeland op de 12e. Een dag later zakten deze terug tot 76 km/uur en dat is beide windkracht 9. 

ZONNESCHIJN

De lente week met over het land gemiddeld 562 uren zon nauwelijks af van het langjarige gemiddelde van 567 uur. Maart was vrij somber met 120 uren zon tegen 145 uur normaal. April week niet veel af van het langjarig gemiddelde met 191 uur zon tegen 195 uur normaal en mei was zonniger dan normaal met 255 uur tegen normaal 225 uur. Het zonnigst was het in Hoorn op Terschelling met 605 uren zon (normaal 628). Het somberst was het in Beek met 517 uren zon (normaal 528 uur). In De Bilt scheen de zon 571 uur tegen 546 uur normaal. Berkel-Enschot noteerde 561 zonuren tegen 579 normaal. Daarbij werden 11 zonloze lentedagen geteld (normaal 7) en 22 dagen waarbij het zeer zonnig was en dat is het langjarig gemiddelde aldaar.


Geen opmerkingen:

Weersverwachting deze week: 30 juni-4 juli 2025

  Hittegolf tot wel 38 graden   Wie aan het begin van afgelopen nacht naar het westen heeft gekeken zag iets prachtigs aan de hemel versch...