KOUD, KLETSNAT EN SOMBER
De kletsnatte lente
van 2023 was de op 3 na natste sinds het begin van de metingen. Daarbij viel
in maart nog regelmatig sneeuw die soms bleef liggen. Hoewel het vaak koud
aanvoelde, verliep de lente met 9,7°C slechts een fractie kouder dan normaal. Desondanks
registreerde we zowel de eerste officiële warme dag van 20 graden als de eerste
regionale zomerse dag van 25 graden. Ondanks de grote hoeveelheid regen zorgde
een zonnige en droge eindsprint ervoor dat de lente niet heel somber verliep. Daarnaast
konden we op 13 maart de eerste storm van het jaar noteren.
TEMPERATUUR
Met
een gemiddelde etmaaltemperatuur van 9,7°C tegen een langjarig gemiddelde van
9,9°C was het zeker niet extreem koud. Sterker nog: 30 jaar geleden zou de
huidige lente erg warm zijn geweest; toen lag de gemiddelde lentetemperatuur
namelijk nog op 8,4°C. Sinds het begin van de metingen in 1901 verliepen maar
liefst 98 lentes kouder dan dit jaar. We zijn namelijk gewend geraakt aan warme
lentes. Vorig jaar was de lente met een gemiddelde temperatuur van 10,2°C
bijvoorbeeld behoorlijk warm. In 2021 was de lente nog een stuk kouder: 8,1°C.
Die lente sneeuwde het ook opmerkelijk vaak. De koude lente van dit jaar kwam
vooral door april, die met een gemiddelde van 8,7°C tegen normaal 9,8°C
koel was. Maart was iets zachter dan normaal met een gemiddelde van 7,0°C tegen
normaal 6,5°C. Mei week niet veel af van het langjarig gemiddelde met 13,5°C
tegen normaal 13,4°C. In Berkel-Enschot kwam de gemiddelde etmaaltemperatuur van
het lenteseizoen uit op 10,7°C tegen normaal (1998-2020) 11,0°C. Dus ook hier
was het een kil voorjaar. Overdag werd het gemiddeld 15,4°C (normaal 16,1°C) en
in de nachten was dat 6,0°C en dat is precies normaal in de regio van Tilburg.
Het
begin van de lente zette eigenlijk direct de toon voor het hele seizoen. Waarbij
we vaak op de grens lagen van koude lucht in het noorden en warmere in het
zuiden. Om de haverklap wisselden beide luchtsoort stuivertje in onze omgeving.
Op 1 maart startte de meteorologische lente, maar meteen ook ijs- en ijskoud.
Op maar liefst 13 weerstations was ’s ochtends sprake van matige vorst, waarbij
het in het oosten van het land het koudst werd: -7,6°C in Twenthe, -7,3°C in
Deelen en -7,2°C in Eelde. Aan de grond zelfs strenge vorst: -10,1°C in Hupsel
en -10,2°C in Twenthe. Dit waren meteen de laagste lentetemperaturen van het
seizoen. Een week later op de 8e lagen de kwikstanden in het zuiden overdag net
boven het vriespunt en werd het de koudste dag van deze lente. In Woensdrecht
bleef de temperatuur steken op 1,5°C, Ell 1,6°C, Eindhoven 1,7°C en Arcen had
1,8°C. In Berkel-Enschot en Tilburg werd het die dag niet warmer dan 2,2°C. Op
11 maart werden de nachten kraakhelder en begon het vrijwel overal te vriezen
met -7,3°C in Eelde als laagste temperatuur en aan de grond was dat -8,0°C. En
toen was gedaan met de kou. Zowel overdag als in de nacht zaten we in de zachte
lucht. Dit zorgde op 17 maart voor een kwikstand van 19,2°C In Tilburg gevolgd
door Ell met 18,7°C en Eindhoven en Maastricht met ieder 18,5°C. Vooral de
nachttemperaturen waren erg hoog wat zelfs nieuwe warmte-dagrecords opleverden.
Op 18 maart registreerde De Bilt als minimumtemperatuur 9,1°C. Op 22, 23 en 24
maart waren de minimumtemperaturen ook nog nooit eerder zo hoog sinds 1901, met
respectievelijk 9,2°C, 10,5°C en 9,7°C. Kortom, vier warmterecords.
Ook
april begon koud, waarbij het vanaf 2 tot en met 6 april ergens wel tot lichte
vorst kwam. Op 2 april werd het ’s middags in zowel Maastricht als Lauwersoog zelfs
niet warmer dan 7,3°C. Op 5 april zakte het kwik in de nacht tot -5,0°C in
Eelde en dat is nét geen matige vorst en aan de grond daalde de temperatuur
daar tot -9,0°C. Daarna wisselde koude en zachte dagen elkaar steeds af.
Opvallend daarbij was dat in het noordoosten het kwik op 21 april voor het
eerst dit jaar over de 20 graden ging: Eelde 20,5°C gevolgd door Nieuw Beerta
met 20,3°C. En drie dagen later duikelden de temperaturen overal naar maximaal 11
tot 12 graden en keerde de vorst weer terug. Letterlijk wel te verstaan, want
Koningsdag startte met -2,8°C in Eelde waarna onze vorst Willem-Alexander Rotterdam
in trok.
In
mei zette de afwisseling van koele en warme periode gewoon door. Daarbij vroor
het nog in de vroege ochtend van de 3e met -2,2°C in Twenthe. De volgende dag werd
het ineens heel warm wat op 4 mei leidde tot de eerste officiële warme dag van
het jaar. In De Bilt steeg de temperatuur namelijk naar 22,1°C. Rondom Tilburg
werd de eerste regionale zomerse dag van 25 graden geregistreerd. Op 15 mei keerde
de kou weer terug van zo’n graad of 15; aan de kust werd het slechts 12 tot 13
graden. Op Hemelvaartsdag, 18 mei, bleef de temperatuur in De Bilt met
15,5°C een tiende van een graad beneden het op 1 januari
(nieuwjaarsdag) gemeten maximum, toen het midden in de nacht 15,6°C werd.
Het is voor het eerst sinds 1921 dat Hemelvaartsdag kouder is dan
Nieuwjaarsdag. En daarna werd het opnieuw warm tot 24 graden op de 21e in
Brabant. Een dag later noteerde Hupsel en Twenthe haar eerste zomers dag van
2023 met respectievelijk 25,7°C en 25,6°C. De laatste lentedag was wel een
bijzondere, want toen werden de hoogste temperaturen van dit lenteseizoen geregistreerd:
Berkel-Enschot 26,6°C, Ell 25,8°C (hoogste temperatuur op een KNMI-station van
deze lente), Arcen 25,7°C, Gilze-Rijen 25,3°C en Eindhoven met 25,2°C. In het
noorden van het land bleven de temperaturen door de stevige noordoostenwind
flink achter. In Hoorn op Terschelling werd het op de laatste meidag slechts
14,0°C
In
De Bilt werden in deze lente dertien warme dagen waargenomen tegen normaal
zeventien. Een zomerse dag van 25 graden of hoger kwam daar helemaal niet voor
en normaal valt deze al op 14 mei. En toch mogen we vanaf die 14e al op vier
zomerse dagen rekenen. In het oosten en zuiden van het land kwam op 4, 22, 28 en
31 mei de temperatuur lokaal wel boven de 25 graden. Door het ontbreken
van veel warme dagen, bleef het aantal mooi-weerdagen onder normaal. De Bilt
telt er 13 tegen 20 normaal. Op een mooiweerdag blijft het droog, schijnt de
zon meer dan de helft van de tijd en is het warmer dan normaal. Maart en april
telden vrijwel geen dagen met mooi weer. Naast warmte hadden we ook te maken
met vorstdagen. In De Bilt dook de temperatuur op elf dagen onder het vriespunt
tegen twaalf als langjarig gemiddelde. In Berkel-Enschot kwam de teller van
warme dagen op zeventien uit (normaal 24), waarvan er drie zomers waren
(normaal acht). Vorst kwam daar op negen dagen voor en dat is precies normaal.
NEERSLAG
De
lente van 2023 was kletsnat met gemiddeld over het land 205 mm neerslag tegen
een langjarig gemiddelde van 148 mm. In De Bilt viel 223 mm en daarmee komt De
Bilt op plaats 11 van natste lentes sinds 1906. In deze eeuw was alleen 2006
natter met 234 mm. Zowel maart als april waren zeer nat. Maart telde landelijk
gemiddeld 98 mm tegen 53 mm normaal en in april viel 66 mm tegen 40 mm normaal.
Mei begon ook nat met op veel dagen flinke (onweers)buien, maar halverwege de
maand werd het droog. De maand eindigde daardoor als een droge maand met in
totaal 40 mm neerslag tegen 55 mm normaal. De meeste neerslag viel deze lente
in Veenhuizen met 290 mm gevolgd door Braamt (Gld) 282 mm en Prinsenbeek en
Zeewolde met ieder 281 mm. Het natste KNMI-station was Eindhoven met 275 mm.
Het minst nat was het in Leeuwarden met 168 mm. Op een goede tweede en derde
plaats komen Cocksdorp en Amsterdam met respectievelijk 161 en 165 mm.
Berkel-Enschot tapte 249 mm af, waarbij 10 maart met 24 mm de natste dag was.
Op 32 dagen viel minsten één millimeter, waarvan op acht dagen minstens 10
millimeter. Naast regen werd op drie dagen hagel waargenomen, op vijf dagen
onweer en op drie dagen mist.
In
maart regende het elke dag wel ergens of trok een bui over. Soms liepen de
neerslaghoeveelheden flink op. Op 8 en 9 maart samen viel in Zuid-Limburg 40
tot 50 mm. En op 10 maart (Achterhoek bijna 40 mm) en ook op de laatste dag werd
er op uitgebreide schaal 10 tot 20 mm afgetapt. April begon vooral in het
binnenland kletsnat met lokaal meer dan 20 mm regen. Op de avond van tweede
paasdag (10 april) trokken vervolgens stevige onweersbuien over het land. Een
dag later zorgden die onweersbuien voor opvallend felle inslagen. Bijvoorbeeld
vlakbij Emmeloord werd een bliksem met een kracht van 440 kiloampère gemeten,
dit is een extreem hoge stroomsterkte voor een blikseminslag. Na de zware
onweersbuien bleef het wisselvallig. Op de 21e produceerden stevige
onweersbuien in het noordwesten plaatselijk 15 tot 20 mm en op 23 en 24 april
viel er in 48 uur tijd op veel plaatsen 20 mm; in het westen zelfs 40 mm. Zo viel
er in Hoek van Holland 41 mm regen (32 mm op 23 april en 9 mm een dag later) en
dat is een hele maandsom voor april.
Bevrijdingsdag
viel letterlijk in het water toen een buiengebied van zuidwest naar noordoost
over het land trok. Er viel zo’n 10 tot 15 mm en plaatselijk zelfs 30 mm.
Herwijnen had 16 mm en Lelystad 15 mm. Door dit alles is Bevrijdingsdag 2023 de
weerboeken ingegaan al de natste van deze eeuw. Op 6 mei kletterden stortbuien neer
boven Friesland en Groningen, waarbij in Haren 55 mm viel binnen één uur. Twee
dagen later bracht een wolkbreuk in de avond ten zuiden van Nijmegen in korte
tijd 70 tot 80 mm in de regenmeters. Op 15 mei passeerde een koufront met af en
toe wat lichte regen en op 16 mei waren er nog wat lichte buitjes in het
noordoosten van het land, maar daarna volgde een vrijwel droge tweede helft waarmee
de lente eindigde.
SNEEUW
Op
7 maart had vooral de zuidelijke helft met regen en sneeuw te maken. Verder
naar het noorden trokken winterse buien over. Op 8 maart ontstond in het zuiden
een sneeuwdek en gaf het KNMI code oranje uit voor Limburg en Noord-Brabant. Op
veel plaatsen kwam in de ochtend tijdelijk een laagje van tussen 2 en 5 centimeter
te liggen (Tilburg 3 cm). In de Limburgse heuvels groeide de sneeuwlaag
tijdelijk tot 12 cm aan in Vaals en 15 cm op het Drielandenpunt. In de nacht en
ook op de 9e overdag trokken nieuwe gebieden met regen- en natte sneeuw over
het land. Vooral in het midden en noorden kregen er nu mee te maken. In de
nacht naar de 10e sneeuwde het in het noorden en werd het daar op diverse
plaatsen wit. Overdag beleefden we in Nederland een klassieke winterinval,
met regen die in sneeuw overging, een tijdje veel wind en in het midden en
noorden een witte wereld. Opnieuw viel 2 tot 6 cm; in het noorden lag tussen 5
en 10 cm. Op de 12e won de zachte lucht en viel in de ochtend nog wel wat natte
sneeuw. In de nacht en in de vroege ochtend van de 15e (de dag waarop de
verkiezingen voor de provinciale staten en waterschappen werden gehouden)
trokken winterse buien over het land die het toch weer hier en daar wit
maakten. Op de Vaalserberg kwam een laagje van 5 centimeter te liggen. Op 25 en
26 april trokken winterse buien over het land en lokaak viel hagel, maar ook natte
sneeuw. En deze laatste werd waargenomen in Steenwijk en Putten. De sneeuw
bleef overigens niet liggen.
Op
11 dagen viel ergens in deze lente sneeuw (negen dagen in maart en twee in
april) tegen 9 dagen normaal. Vorig jaar viel op 7 dagen sneeuw, twee jaar
geleden op 14 dagen. In het klimaat van 30 jaar geleden de norm nog 18
sneeuwdagen in de lente. In Berkel-Enschot werd op vier dagen sneeuw gezien,
waarbij deze maar op één dag bleef liggen en dat was op 8 maart met 3 cm als
maximale sneeuwdek.
WIND
Op
13 maart waaide het fors. Op Vlieland, de Houtribdijk en bij IJmuiden kwam het
tot een uurgemiddelde van windkracht 9. En daarmee was de eerste officiële
storm van 2023 een feit. Berkhout noteerde met 108 km/uur de zwaarste
windstoot, maar ook op andere plaatsen in het westen en noorden kwam het tot
windvlagen boven de 100 km/uur. Op 1 april waaide het stevig met windstoten van
60 km/uur op de Waddeneilanden. Op 12 en 13 april stond er ook vrij veel wind,
met zware windstoten in het zuidwestelijk kustgebied tot 83 km/uur in Zeeland
op de 12e. Een dag later zakten deze terug tot 76 km/uur en dat is beide
windkracht 9.
ZONNESCHIJN
De
lente week met over het land gemiddeld 562 uren zon nauwelijks af van
het langjarige gemiddelde van 567 uur. Maart was vrij somber met 120 uren zon
tegen 145 uur normaal. April week niet veel af van het langjarig gemiddelde met
191 uur zon tegen 195 uur normaal en mei was zonniger dan normaal met 255 uur
tegen normaal 225 uur. Het zonnigst was het in Hoorn op Terschelling met
605 uren zon (normaal 628). Het somberst was het in Beek met 517 uren
zon (normaal 528 uur). In De Bilt scheen de zon 571 uur tegen 546 uur
normaal. Berkel-Enschot noteerde 561 zonuren tegen 579 normaal. Daarbij werden
11 zonloze lentedagen geteld (normaal 7) en 22 dagen waarbij het zeer zonnig
was en dat is het langjarig gemiddelde aldaar.