ZEER ZACHT EN ZONNIG
Ondanks enkele sneeuwsituaties en een relatief koud begin van de winter,
eindigde de winter van 2022-2023 veel zachter dan normaal. Daarmee is het de 10e
zachte winter op rij, een verscherping van het record dat vorig jaar werd
gezet. Naast zeer zacht was de winter ook zonnig. Opvallend was de koude
periode 12-18 december, waar zelfs geschaatst kon worden, gevolgd door de
recordwarme Oudejaarsdag en Nieuwjaarsdag. En tenslotte de sneeuwrijke dag van
20 januari.
TEMPERATUUR
Met
in De Bilt een gemiddelde etmaaltemperatuur van 5,1°C tegen 3,9°C normaal
was de winter zacht, goed voor een 13e plek op de lijst van zachtste winters ooit.
Dat is nog wel iets lager dan de veel recentere winters van 2019, 2020 en 2022
die nog wat zachter waren. Op 29 dagen liep de temperatuur op tot 10 graden of
meer tegen 18 dagen normaal, goed voor een 6e plek. Bijna één op de 3
winterdagen verliepen dus zeer zacht. December was iets kouder dan normaal met
gemiddeld 3,9°C tegen 4,2°C normaal, maar januari en februari daarentegen waren
allebei zacht met respectievelijk 5,8°C tegen 3,6°C en 5,7°C tegen 3,9°C
normaal. In Berkel-Enschot kwam de gemiddelde etmaaltemperatuur uit op 5,0°C
tegenover het langjarig gemiddelde van 4,4°C over de periode 1998-2020. Daarbij
werd het overdag gemiddeld 7,6°C (normaal 7,0°C) en in de nachten was dat 2,4°C
gemiddeld (normaal 1,7°C).
De
winter begon meteen koud met tot en met 18 december bijna allemaal temperaturen
die dagelijks onder normaal lagen. Het koudst was het van 12 tot en met 18
december, met in De Bilt etmaalgemiddelde temperaturen onder het vriespunt. De maxima
bedroegen daar -1,4°C en -0,3°C op respectievelijk 13 en 17 december en daarmee
waren het de eerste en tevens laatst ijsdagen van deze winter, want in januari
en februari bleven de maximumtemperaturen in De Bilt niet meer onder het
vriespunt. De laagste temperatuur van de winter werd dan ook in deze periode
van de winter gemeten: op 13 december daalde het kwik tot -10,6°C in
Eelde. Het was koud genoeg voor wat schaatspret, op zowel schaatsbanen als écht
natuurijs. Maar daarna sloeg het weer om en stroomde zachte tot zeer zachte
lucht het land binnen. Met name rond de jaarwisseling en begin januari. Op 31
december werd het in het Limburgse Ell en Arcen 17,6°C en dat was meteen de hoogste
temperatuur van het winterseizoen en een record voor december. Ook in De Bilt was
het met 15,9°C nog nooit zo warm in december sinds het begin van de
waarnemingen. Op 1 januari werd vervolgens het temperatuurrecord van januari
verbroken. In Eindhoven werd het die dag 16,9°C en in De Bilt 15,6°C. Ook de
dagen erna bleef het zeer zacht. De eerste tien dagen van januari verliepen in
De Bilt zelfs recordzacht met een gemiddelde etmaaltemperatuur van 9,3°C. Halverwege
januari werd het tijdelijk weer wat kouder met ’s nachts regelmatig lichte tot
matige vorst en overdag temperaturen enkele graden boven nul. Vanaf 25 januari
liep de temperatuur echter geleidelijk weer op tot waarden boven normaal. De
sprokkelmaand begon ook zacht, maar van 6 tot en met 9 februari hadden we te
maken met temperaturen onder normaal. Halverwege de maand werd het in een
zuidelijke stroming zacht met in het zuiden van het land lokaal 15 graden. Aan
het einde van de maand kwam de temperatuur opnieuw onder normaal te liggen.
De
Bilt telde deze winter 33 dagen waarop het heeft gevroren, normaal zijn het 35
vorstdagen. Daarvan waren er twee ijsdagen (dagen waarop de temperatuur niet
boven het vriespunt komt) en dat vond plaats in december; normaal zijn dit er
zes.
Het
kwam deze winter niet tot officiële strenge vorst van lager dan -10 graden,
terwijl dat gemiddeld 1 à 2 keer gebeurt. De laatste keer was in 2021. Verder
naar het oosten kwam het lokaal wel tot strenge vorst met op 14 december
respectievelijk -10,5°C en -10,6°C in Twente en Eelde. Verder kwam het alleen
nog op 18 december lokaal tot strenge vorst met -10,3°C in Hupsel. Normaal komt
het landinwaarts tot 2 à 3 dagen met strenge vorst. Berkel-Enschot telde 31
vorstdagen tegen 30 als langjarig gemiddelde. Daarvan waarvan er vijf dagen, waarop
er sprake was van matige vorst. Opvallend is dat in Berkel-Enschot zowel de
hoogste als laagste temperaturen van de winter in december werden gemeten. Op
31 december werd het namelijk 16,3°C, wat vooraf ging met de warmste
winternacht toen de temperatuur niet verder zakte dan 11,3°C. De koudste dag
was die van 13 december toen het de hele dag vroor met als maximumtemperatuur
-1,2°C. Bijna een week later werd de koudste nacht gemeten: -8,4°C op 18 december.
NEERSLAG
De
hoeveelheid neerslag lag met landelijk gemiddeld 208 mm neerslag
net iets boven normaal van 204 mm. De verschillen tussen de maanden waren
echter groot. December had een normale hoeveelheid neerslag met 80 mm
tegen 78 mm normaal, januari was echter zeer nat met gemiddeld 108 mm neerslag
tegen een langjarig gemiddelde van 68 mm en februari was daarna juist een zeer
droge maand met landelijk gemiddeld 20 mm, tegen 56 mm normaal. De meeste
neerslag viel deze winter in de eerste twintig dagen van januari in het westen,
midden en delen van het noorden van het land. In De Bilt viel zelfs 142 mm, de
hoogste neerslagsom daar in januari sinds 1901. Daarna kwam in De Bilt
de op één na langste reeks neerslagdagen ooit ten einde. De natste dag van
deze winter was 12 januari met in De Bilt 40,0 mm, waarmee het officieel de
natste 12e januari ooit is geregistreerd sinds 1901. Landelijk werd het ook de
natste ooit, want Herwijnen ving 45,4 mm op. Voor het winterseizoen zijn dit
uitzonderlijke neerslaghoeveelheden, want alleen in 1946 (8 februari, 53,9 mm in
De Bilt) en 1960 (3 december 73,3 mm in Den Helder) hadden we nog nattere
winterdagen. De grote hoeveelheid neerslag leidde rond 14 januari in de Betuwe,
langs de Linge, voor wateroverlast.
Het
natst was het deze winter in het Drentse Roden met 331 mm gevolgd door Zeewolde
met 315 mm, Alblasserdam 311, Holsloot 308, Kapelle 307, Nieuwerkerk a/d IJssel
303 en Leiden met 302 mm. De minste neerslag werd in het Noord-Hollandse
Cocksdorp opgevangen met 86 mm. Daarna volgen Nieuw Beerta met 153 mm, Amsterdam 155, Montfort 159 en Maastricht waar 167 werd afgetapt. In De Bilt
viel 251 mm tegen 218 mm normaal. Berkel-Enschot kreeg 222 mm in de
regenmeter en dat is vrijwel gelijk aan het langjarig gemiddelde daar van 224
mm. De natste dag was die 31 december toen 27 mm werd geregistreerd. In totaal
werd daar op 38 winterdagen minstens één millimeter opgevangen, waarvan op
zeven dagen minstens 10 millimeter. Naast regen werd op 17 dagen ook mist
geregistreerd en dat is veel voor de winter, want normaal is het maar op 9
dagen een kleine wereld.
SNEEUW
Op
22 dagen viel neerslag in de vorm van (smeltende) sneeuw tegen 33 sneeuwdagen
normaal in ons land. Wit was het bijna nooit, alleen lokaal op sommige dagen in
december en januari. Op 5 december viel er in de Limburgse heuvels plaatselijk ongeveer
5 centimeter sneeuw. In het zuiden van het land was het wit van 19 tot 27
januari en lag lokaal meer dan 10 centimeter. Dat begon in de nacht en vroege
ochtend van 19 januari waar op de Veluwe en in het midden en oosten van Brabant
2 tot 5 centimeter sneeuw werd gemeten. De dag van 20 januari was de meest
sneeuwrijke dag van deze winter. Verschillende buiengebieden trokken over het
land en vooral in het midden en zuiden viel veel sneeuw. Op de Hilversumse
heide kwam het tot 10 centimeter sneeuw, in de Limburgse Heuvels viel zelfs tot
13 cm. Het KNMI gaf voor deze provincies code oranje voor sneeuw uit. In totaal
viel in januari op 7 dagen ergens in ons land sneeuw (tegen 11 normaal), maar
op 9 dagen was er lokaal sprake van een sneeuwdek. Daarmee had de winter qua
sneeuw zijn kruit grotendeels verschoten, want in februari kwam het alleen de
eerste dag en laatste dagen van de maand lokaal tot wat (natte) sneeuw. Berkel-Enschot
telde in dit winterseizoen 4 sneeuwdagen (1 dag in december en 3 dagen in
januari), waarbij de sneeuw op vijf dagen bleef liggen. Daarbij werd op 20
januari de hoogste sneeuwdek van 8 cm gemeten, maar smolt daarna snel weg.
IJZEL
Het
KNMI gaf drie keer een code oranje uit voor ijzel. De eerste keer was in de
avond van 15 december in het westen van het land. Daar zorgden regenbuien op
een bevroren ondergrond voor plaatselijke ernstige gladheid. De tweede keer was
in de avond van 18 december en in de nacht naar 19 december toen de kou
verdreven werd. Bij Rijkswaterstaat werden zo'n 500 incidenten gemeld als
gevolg van de gladheid. In de avond van 25 en de nacht naar 26 januari ging
regen in de zuidoostelijke helft van Nederland gepaard met ijzel en daarmee was
het derde keer dat code oranje werd uitgegeven. In Berkel-Enschot kwam het op
18 december en 26 januari tot ijzel.
WIND
Voor
wat betreft de wind hield de winter zich rustig. Nieuw-Beerta noteerde op 1
februari nog een windstoot van 101 km/uur. Het was één van de weinige momenten
deze winter waarop de wind echt uithaalde, want de gemiddelde windsnelheid lag
juist lager dan gemiddeld met 18,4 km/uur tegen 19,8 km/uur normaal en veelal
uit de zachte zuidwesthoek. Het kwam dan ook tot geen enkele keer tot een
officiële winterstorm en dat is pas voor de 12e keer sinds het begin van de
windmetingen in 1910. Opvallend genoeg kwam het afgelopen herfst ook al niet
tot storm. Een stormloze herfst én winter kwam sinds het begin van de metingen
maar één keer eerder voor, namelijk in het winterhalfjaar van 1932-1933.
ZONNESCHIJN
Met
landelijk gemiddeld 237 uren zon tegen een langjarig gemiddelde van 218
uur was de winter zonniger dan normaal. In december en januari week de
hoeveelheid zonneschijn niet veel af van het langjarig gemiddelde met
respectievelijk 62 uur zonneschijn tegen normaal 58 uur en 64 uur tegen normaal
68 uur. Februari was zonnig met 111 uur zon tegen 92 uur normaal. Het
zonnigst was het deze winter in Vlissingen met 287 uur zon en het
somberst was het in Arcen met 185 uur zonneschijn. In De Bilt scheen
de zon 214 uur (tegen 212 uur normaal) en in Berkel-Enschot waren dat
209 zonuren tegen 222 normaal. Bij dat laatste station waren er 30 winterdagen
zonloos en op 14 winterdagen was het juist zeer zonnig.