zaterdag 11 juni 2022

Lente 2022: warm, vrij droog en zeer zonnig

Het was een voorjaar waar van alles gebeurde. Droogte in maart en april, sneeuw in april en een tornado in mei. Er sneuvelde kouderecords, droogterecords en zelfs een luchtdrukrecord. Uiteindelijk werd het een warm lenteseizoen die vrij droog en zeer zonnig verliep. Daarbij werd zowel de eerste officiële warme als zomerse dag van het jaar geregistreerd. 

TEMPERATUUR

De lente was aan de zachte kant. De gemiddelde etmaaltemperatuur kwam namelijk uit op 10,2°C tegen een langjarig gemiddelde van 9,9°C. Daarbij waren de maanden maart en mei vrij zacht, met een gemiddelde etmaaltemperatuur van respectievelijk 7,3°C tegen normaal 6,5°C en 14,0°C tegen normaal 13,4°C. April was daarentegen vrij koel, waarbij de gemiddelde etmaaltemperatuur een stand noteerde van 9,3°C tegen normaal 9,8°C. 

In de eerste lentemaand bepaalde hogedrukgebieden het weer. De maand begon meteen al zacht met in de eerste vijf dagen middagtemperaturen van boven de 10 graden. Vanaf de 3e werden de nachten echter helder en begon het licht tot matig te vriezen wat een week aanhield. Zo daalde het kwik op 3 maart tot -4,0°C in Arcen. Aan de grond was op veel plekken sprake van matige vorst, waarbij Hupsel en De Bilt bitterkoud waren met ieder -7,4°C. In de nacht naar 5 maart was Brabant de koudste provincie. Waarbij Woensdrecht -5,6°C registreerde. Aan de grond vroor het overal in het land tot zelfs op de Waddeneilanden en Zeeland toe. De koudste stations waren Gilze-Rijen met -8,7°C, Hupsel -8,4°C, De Bilt -8,0°C, Woensdrecht -7,8°, Ell -7,6°C en Eindhoven en Heino hadden ieder -7,1°C. In Deelen werd in de ochtend van 7 maart de laagste temperatuur van deze lente bereikt met -6,6°C op normale waarnemingshoogte. De Bilt en Berkel-Enschot hadden ieder -4,4°C. In Volkel vroor het diezelfde ochtend op 10 centimeter hoogte zelfs streng met -10,4°C gevolgd door -9,2°C in Twenthe en -8,9°C in Hupsel en Heino en Gilze-Rijen had zelfs nog -8,8°C. Op 8 maart daalde de temperaturen tot -7,4°C in Hupsel en -7,0°C in Heino, op 9 maart had het Limburgse Ell de laagste temperatuur aan de grond: -8,4°C en dat was ook op de 10e het geval toen het daar -7,0°C werd. Bitterkoud dus allemaal aan de grond. Op die laatste dag draaide de wind naar zuid tot zuidoost en kon zachtere lucht tot onze omgeving doordringen. De temperaturen gingen dan ook omhoog en in De Bilt konden we op 10 maart de eerste officiële lentedag aantekenen doordat het voor het eerst minstens 15 graden werd. Nadat de astronomische lente op 20 maart van start ging verliepen de dagen erna in warme sferen. Berkel-Enschot noteerde van 21 t/m 24 maart zelfs vier warme dagen van minstens 20 graden met 21,6°C op de 22e als hoogste temperatuur. De KNMI-stations haalden deze waarden niet, behalve Eelde en Westdorpe en dat gebeurde alleen op de 22e toen het daar respectievelijk 20,0°C en 20,1°C werd en dat is meteen de hoogste maximumtemperatuur van deze maand. De eerste regionale warme dag was daarmee een feit. De Bilt kwam nog niet tot zijn eerste officiële warme dag, daar stokte de thermometer bij 19,6°C. Wel werd het officieel de warmste 22 maart ooit gemeten, want het oude record stond in De Bilt op 19,2°C waargenomen tien jaar geleden in 2012. Vanaf 30 maart werd er met een noordoostenwind, lucht vanaf de Noordpool aangevoerd. Het weer sloeg op 31 maart radicaal om en werd dan ook de koudste maartdag met een maxima van 3,1°C in Deelen en Marknesse, gevolgd door 3,4°C in Eelde en 3,5°C in Nieuw Beerta. Op maar liefst 24 nachten vroor het in deze maand wel ergens in het land. Dat had te maken omdat maart zo droog was in combinatie met een lage luchtvochtigheid. Hierdoor kon het flink afkoelen. 

April begon dan ook ijskoud. In de nacht en vroege ochtend van 1 april lagen de temperaturen rond of iets onder nul en overdag werd het niet warmer dan 1,8°C in Maastricht. En daarmee sneuvelde meteen een kouderecord van koudste eerste aprildag ooit waargenomen. Dat stond voorheen op 2,5°C waargenomen in 1963 in Eelde. Het was bijzonder koud, want de gehele dag lag de gevoelstemperatuur o.a. in Tilburg op 1 april onder het vriespunt. Daarna volgde er een tweetal koude nachten. Zo vroor het op 2 april matig in Eelde tot -5,2°C en de daarop volgende nacht was meteen de koudste van deze maand. Deelen noteerde een kwikstand van -6,3°C, Twenthe -6,0°C, Eindhoven -5,9°C, Herwijnen en Eelde ieder -5,8°C en Gilze-Rijen had -5,7°C. En zo’n koude nacht op 3 april is sinds 1901 niet voorgekomen. Het vorige kouderecord stond namelijk op -5,5°C in Winterswijk wat op 3 april 1909 werd geregistreerd. Aan de grond werd het helemaal ijskoud en werd in Hupsel strenge vorst geregistreerd van -10,8°C! Eindhoven had nog -9,8°C en Twenthe -9,6°C. Ook dit leverde een nieuw kouderecord op, want nog nooit is het op 3 april op 10 cm hoogte zo koud geweest. Het vorige record komt uit 1996 met -7,9°C in zowel Eelde als Hoogeveen. Vanaf de 4e werd het zachter en lagen de middagtemperaturen tot en met 7 april op 11 tot 12 graden gemiddeld. Op de 8e werd vrijwel nergens nog de 10 graden gehaald, maar dat was wel meteen de laatste dag dat dit gebeurde want daarna bleven de maximumtemperaturen in de dubbele cijfers. Op 12 april kwam het in een groot deel van het land tot een warme dag en werd in Twenthe met 22,6°C de hoogste temperatuur van de maand bereikt op een KNMI-station. De Bilt zorgde met 20,6°C voor de eerste officiële warme dag van het jaar. Gemiddeld valt de eerste officiële warme dag op 13 april. Vanaf de 16e brak er een periode aan met temperaturen iets boven normaal, maar de ochtenden waren soms erg fris. Zoals op de 17e, eerste paasdag, waarbij het in het (noord)oosten had gevroren. Dat gebeurde in Hoogeveen en Twenthe waar het kwik zakte tot -0,5°C en in Nieuw Beerta werd het iets kouder met -0,9°C. Aan de grond daarentegen vroor het op heel veel plaatsen tot wel -4,0°C in Gilze-Rijen en -4,5°C in Twenthe. Zelfs De Bilt had nog een grondtemperatuur van -3,9°C. Tijdens opklaringen kon het in de polaire lucht, die met een noordenwind werd aangevoerd, sterk afkoelen. Zo daalde het kwik in de Koningsnacht van 26 op 27 april in Twenthe tot -1,6°C en in Deelen werd het -1,5°C. Aan de grond had het vrijwel overal gevroren tot -6,1°C in Twenthe. Vervolgens koelde de volgende nacht opnieuw af tot -1,3°C in Twenthe en aan de grond kwam het daar opnieuw tot matige vorst met -5,8°C. Heino had -4,5°C en Rotterdam -4,3°C. In de duinen bij Castricum werd op deze 28 april een extreem lage temperatuur van -9,2°C gemeten. Dit is geen officieel weerstation, dat staat opgesteld op misschien wel het beste ‘vorstgevoelige’ plekje van Nederland namelijk in een zogenaamde duinpan. De laatste aprildag was trouwens voor iedereen fris, want warmer dan 12 tot 14 graden werd het niet. 

De meimaand begon met fris weer. Vooral ’s nachts koelde het nog flink af. Op 1 mei bleef de minimumtemperatuur in De Bilt nog net boven het vriespunt met 0,3°C, maar op andere plaatsen kwam het wel tot vorst. Eelde noteerde -1,4°C. Opvallend was opnieuw de zeer lage temperatuur in de vroege ochtend van 1 mei in een duinpan bij Castricum. Het kwik daalde er officieus tot -8,4°C, veel lager dan de officiële kouderecords die voor de start van mei gelden. Van duinpannen is bekend dat ze onder rustige en heldere omstandigheden bijzondere microklimaatjes herbergen, waarin het zeer koud kan worden. In de nacht van 4 mei vroor het in een duinpan bij Egmond aan Zee met een kwikstand van -7,9°C. Op 9 mei en 10 mei draaide de wind naar het zuiden en werd zelfs lokaal landelijk de eerste zomerse dag geregistreerd zoals in Tilburg met respectievelijk 26,3°C en 25,8°C. Daarna zakte de temperatuur tot waarden rond of onder 20 graden; op de Waddeneilanden werd het zelfs een graad of 15. Maar het warme weer keerde snel terug en tikte op de 15e in De Bilt 25,0°C aan en daarmee was de eerste officiële zomerse dag van het jaar een feit. Ook de dagen daarna bleef het warm, waarbij Berkel-Enschot vanaf 15 t/m 19 mei vijf zomerse dagen achtereen registreerde. In deze periode werd zelfs twee warmterecords gebroken. Zo kregen we de warmste 18e mei ooit waargenomen. In Arcen steeg de temperatuur naar 30,2°C en werd de eerste lokale tropische dag van het jaar aangetekend. Op de 19e werd het ook tropisch in Maastricht met 31,3°C en in Ell met 30,3°C. Dat zijn tevens de hoogste temperaturen van deze bloeimaand. Ook dit was een nieuw dagrecord, want het vorige record dateert uit 1953 toen het in Twenthe niet warmer dan 30,4°C werd. Onweersbuien verdreven de warmte en toen begon het af te koelen wat tot het einde van de maand duurde. De laatste dagen van de maand draaide de wind naar noordelijke richtingen en deed de temperatuur nog verder een stap terug naar waarden onder normaal met maximumtemperaturen van 14 tot 15 tot graden op de 29e. In Friesland en Groningen werd het op die dag niet warmer dan een graad of 12. 

Opvallend in de lente was het grote aantal mooi-weerdagen. Dat zijn dagen waarop het warmer dan normaal is, de zon minstens de helft van het aantal mogelijke uren schijnt en het droog is. In De Bilt kwamen de afgelopen lente 32 van dat soort dagen voor, tegen 20 normaal. Dit is goed voor een derde plaats (samen met de lente van 2011) en na de lentes van 2020 (die tot 33 mooi-weerdagen kwam) en 2007. Toen konden we zelfs 37 mooi-weerdagen optekenen. Maart telde recordveel mooi-weerdagen en ook in april lag het aantal boven de norm. Mei bleef juist wat achter tegenover de normaal. Ondanks het mooie en het warme weer viel het aantal warme en zomerse dagen in De Bilt tegen. Op 15 dagen kwam de temperatuur boven de 20 graden uit tegen 16 dagen normaal. Het landelijke hoofdstation noteerde maar 2 zomerse dagen en dat waren er zelfs 2 minder dan normaal. Tot een tropische dag kwam het niet. In het zuiden van het land werden hier en daar 20 warme en 8 zomerse dagen aangetekend. Hier kwam het wel tot een tropische dag. Daarnaast telde De Bilt ook nog veertien dagen waarop het heeft gevroren, tegen normaal twaalf vorstdagen. In Drenthe vroor het maar liefst 25 nachten. 

In Berkel-Enschot kwam de gemiddelde etmaaltemperatuur in deze lente uit op 11,6°C tegen 11,0°C normaal over de periode 1998-2020. Overdag werd het gemiddeld 17,5°C en in de nachten was het 5,7°C gemiddeld. De warmste lentedag was die van 27 mei toen het kwik naar de 28,5°C steeg. Koud was het op 1 april toen het overdag niet warmer werd dan 3,9°C. De koudste nacht was echter begin maart toen in de nacht van 6 op 7 maart de temperatuur daalde tot -4,4°C. In totaal werden hier nog 11 dagen met vorst waargenomen. Maar de warmte overheerste met 27 warme dagen, waarvan er 7 zomers waren. 

LUCHTDRUK

Opvallend deze lente was de luchtdruk op 18 en 19 maart. Zowel dag- als maandrecords sneuvelden. Zo liet de barometer in De Bilt op beide dagen een waarde zien van 1045,0 hPa, waarmee het record van 16 maart uit 2003 met 1043,8 hPa sneuvelde. Ook het landelijk record van hoogste luchtdruk ooit voor maart vloog de weerboeken uit. Dat stond op 1045,5 hPa van 1 maart 1929 in Eelde en staat nu op 1047,5 hPa waargenomen op 18 maart jl. in Leeuwarden. Uiteraard is dit meteen een nieuw dagrecord, maar ook het dagrecord van 19 maart ging er aan. Twee weerstations hebben dit bereikt: zowel Terschelling en Leeuwarden zagen het kwik in de barometer gisteren stijgen tot 1047,2 hPa. Voorheen stond het dagrecord op 1042,5 hPa en dat werd geregistreerd in 1966 in Eelde. Dergelijke drukwaarden zijn extreem zeldzaam en komen normaliter alleen in de winter voor en niet in de lente. 

NEERSLAG

Het lenteseizoen van 2022 was droog met gemiddeld over het land 104 mm neerslag tegen het langjarig gemiddelde van 148 mm. De meeste neerslag viel deze lente in het plaatsje 1e Exloërmond met 177 mm, gevolgd door Rolde 162, Zuidwolde 153, Zeewolde 152 en Nieuw Buinen waar 151 mm in de regenmeter neerdaalde. Het natste KNMI-station was De Bilt met 147 mm. Het droogste station staat in Westdorpe waar maar 54 mm werd afgetapt. Maar ook in Cocksdorp en Landgraaf viel met respectievelijk 61 en 67 mm weinig neerslag. In Brabant hadden Meeuwen en Veen de meeste neerslag met 143 en 142 mm, en de minste neerslag kregen Steenbergen en Vught met 73 en 82 mm. Berkel-Enschot kreeg 88 mm in de regenmeter. Daarbij werd op 16 dagen minsten één millimeter afgetapt. De natste lentedag daarbij was 19 mei met 11 mm. Naast regen werd in dit seizoen één hageldag geregistreerd (3 april), vijf onweersdagen en vijf dagen met mist. 

De lente startte met een krukdroge maand maart met landelijk gemiddeld 14 mm tegen normaal 53 mm. Op de eerste lentedag kregen we te maken met een buienzone en bleef daar vooral in het westen hangen en zorgde voor een natte bedoening. Rondom Tilburg viel in de middag wat regen en daar bleef het ook bij. Op 17 maart passeerde er nog een koufront met op veel plaatsen 1 tot 2 mm regen. Daarna zou het tot de laatste dag van de maand zelfs droog blijven. Op sommige plaatsen zelfs recorddroog zonder enige vorm van neerslag. Op de 31e viel er echter landelijk gemiddeld 10 mm, waarvan het merendeel in de vorm van (natte) sneeuw. In De Bilt viel over de hele maand 14,2 mm, tegen 57,8 mm normaal, en dat betekent een gedeelde 5e plaats in de lijst met droogste maartmaanden. April en mei kenden een normale hoeveelheid neerslag met respectievelijk 39 mm en 49 mm. 

In april viel vrijwel alle neerslag in de eerste tien dagen van de maand. Er viel behoorlijk wat neerslag op de 1e en dat gebeurde op de Veluwe, in de omgeving van Nijmegen en in Noord-Limburg waar meer dan 25 mm werd opgevangen. Zo kreeg Siebengewald 31 millimeter in de regenmeter. Op de 5e werd in het midden en oosten meer dan 25 mm afgetapt, zoals in Duiven met 32 mm. Ook op 7 april viel regionaal meer dan 20 mm door stevige buien die gepaard gingen met hagel, onweer en windstoten. Gieterveen tapte 31 mm af, Marknesse en Deelen ieder 21 mm en Wijk aan Zee had 19 mm in de regenmeter. Het wisselvallige weer bleef aanhouden tot 10 april. De eerste 10 dagen van april waren sinds 1994 niet zo nat geweest in ons land. Daarna bleef het overwegend droog, met alleen op 13, 25 en 26 april plaatselijk zo’n 1 á 2 mm. In mei werd de droogte tot de 15e gewoon doorgezet. Zo viel er in de eerste tien meidagen in De Bilt zelfs helemaal geen neerslag en dat gebeurde alleen eerder in 1935 en 1989. Landelijk gezien viel er in die periode slechts 0,7 mm; Berkel-Enschot had 2 mm en dat viel alleen op de 7e. In het zuidoosten was lokaal sprake van een flinke plensbui, zo viel in Sevenum 32 mm. Vielen op 16 en 17 mei, voornamelijk in het zuiden, al een paar buien soms ook met onweer, aan neerslag brachten die nog niet veel met zich mee. Serieuzer werd het op 19 mei. Begon de dag nog met af en toe zon, later in de middag en in de avond passeerde vanuit het zuidwesten een lijn met onweer die op zijn tocht door het land steeds actiever werd. Vooral in het midden en oosten kwam het tot zwaar onweer en zeer zware windstoten (Eindhoven had een stoot van 111 kilometer/uur) met als gevolg veel overlast en schade. Op verschillende plaatsen waaiden bomen om, liepen de zichten even sterk terug, kwam het tot een Egyptische duisternis zoals in het midden van Brabant, en kwam het verkeer op de weg en op het spoor tot stilstand. Hier en daar werd ook hagel gemeld en door de wind ontstonden in Brabant zelfs stofstormen! Voor Noord-Brabant, Limburg, Gelderland en Overijssel werd code oranje uitgegeven. In een strook over het midden en oosten van het land viel in korte tijd 20 tot 30 mm neerslag, waarbij Cabauw 38 mm noteerde. Op 20 mei trok een lagedrukgebied met buien binnen. In het grootste deel van het land bleken die uiteindelijk minder zwaar dan de buien van een dag eerder, al viel lokaal wel veel regen. In Nieuw Buinen werd 28 mm gemeten en Stein noteerde 30 mm. Na een paar rustige dagen met flink wat zon en weer stijgende temperaturen, trok op maandag 23 mei een volgende storing over. Nu was het de westelijke helft die de meeste regen kreeg, tot lokaal 25 mm aan toe en in Friesland lokaal bijna 30 mm. In een strook vanaf het IJsselmeer naar het zuidoosten vielen op 29 mei talrijke buien, waarbij in Lelystad 30 mm werd afgetapt. 

SNEEUW

Een opvallende dag was 20 maart. Een bel met koude lucht in de hogere delen van de atmosfeer met bijbehorende storing trok over het land naar het westen. Er hoorde bewolking bij, waaruit in de ochtend in het zuiden van het land, zoals in Berkel-Enschot, voor de eerste keer in de maand een beetje sneeuw viel. Op de laatste dag van maart sloeg het echter om. Arctische lucht stroomde vanuit het noorden ons land binnen en dat ging gepaard met neerslag. In de avond van 30 maart kwam de kou ons land binnen en viel in het noorden en westen lokaal al natte sneeuw. Op deze laatste dag van maart bleef er winterse neerslag vallen. In de vroege ochtend lag er op de Utrechtse Heuvelrug en op de Veluwe 2 tot lokaal 4 centimeter en groeide uit tot 15 cm in de avond op de Veluwe. Gemiddeld telt maart 7 sneeuwdagen in ons land, waarvan het ook 4 keer blijft liggen, maar dit jaar viel maar op 3 dagen ergens in het land sneeuw en één keer was het wit. 

Heel bijzonder was de sneeuwsituatie op 1 april. Met een ijskoude noordoostelijke stroming werd lucht vanuit de poolstreken aangevoerd. Daardoor ging in de nacht van 1 april neerslag over in sneeuw, die bleef liggen tot diep in de middag. Op veel plekken viel 1 tot 8 cm. De Bilt noteerde met 2 cm voor het eerst sinds 1978 weer een officieel gesloten sneeuwdek in april! Op de hoge Veluwe werden uitschieters gemeten van 17 cm. Alleen in 1978 werd lokaal nog een dikker sneeuwdek gemeten. Op de hoogste top van de Veluwe bleef de sneeuw tot 5 april liggen. Uiteindelijk viel in maart op 3 dagen ergens in ons land sneeuw en in april 4 keer. Dit maakt het totaal op slechts 7 dagen tegen 9 dagen normaal. Vorig jaar viel op 14 dagen sneeuw in de lente. Dertig jaar geleden was de normaal nog 18 sneeuwdagen, het aantal sneeuwdagen neemt dus fors af in de lente. 

In Berkel-Enschot heeft het deze lente op 4 dagen gesneeuwd en dat gebeurde op 20 maart en van 1 t/m 3 april, waarbij op 1 april zelfs een sneeuwdek ontstond van 1 cm. 

SAHARAZAND

Op 16 maart werden we al een dag lang overspoeld met beelden vanuit het zuiden van Europa, waar een dikke wolk met saharastof in de lucht onze kant opkwam. Rode luchten, modderregens, rode sneeuw en rode wegen en huizen, in alles leek het een voorbode van wat ons mogelijk te wachten stond. Uiteindelijk trok de wolk ook over Nederland. Het was goed te zien, waarbij de wolken in Tilburg geel tot oranjebruin van kleur werd. In de nacht viel een beetje regen en kwam een deel van het stof ook bij ons op de grond terecht. Het was de volgende dag dan ook erg druk in de autowasstraten. 

TORNADO

Op de dag van 20 mei werd voor Limburg code oranje uitgegeven voor zware windstoten en dat was niet voor niets geweest. In Zuid-Limburg passeerde een supercel (het zwaarste type onweersbui) en daar kwam het tot een tornado die in een strook van Beek naar Schinnen grote schade veroorzaakte. Over de grens in Duitsland ontstonden zelfs 7 tornado’s, waarvan de zwaarste over Paderborn trok. 

ZONNESCHIJN

Tenslotte was de lente zeer zonnig met over het land gemiddeld 732 uren zon tegen 567 uur normaal. Alleen in 2020 was de lente met 805 zonuren nog zonniger. Maart was daarbij uitzonderlijk, want het werd de zonnigste maart sinds het begin van de metingen met landelijk gemiddeld 250 uren tegen normaal 146 uur. Het oude record was 208 uren zon in 2014. Op maar liefst 19 dagen scheen de zon vrijwel de hele dag in De Bilt, een all-time maandrecord. Het oude record was 16 zonnige dagen in augustus 1947 en april 2020. Niet eerder ook is een zonrecord met zoveel afstand verbroken, want afgelopen maart was 37 uur zonniger dan het oude record uit 2014. De zon scheen maar liefst 73% van de tijd, normaal is dit 38% van de tijd. Een uniek record.  Ook april en mei waren zonnig met respectievelijk 226 zonuren tegen 196 normaal en 260 uur tegen 225 uur normaal. Het zonnigst was het in het zuidwesten van het land met in Hoek van Holland 791 uren zon. Het minst zonnig was het in noordoosten van het land met in Hoogeveen 680 uren zon (normaal 550 uur). In De Bilt en Berkel-Enschot scheen de zon respectievelijk 731 uur en 729 uur tegen 546 uur en 579 uur normaal. Bij dat laatste station werden deze lente zes zonloze dagen geregistreerd (normaal 7) en maar liefst 37 zeer zonnige dagen tegen 22 dagen normaal.

donderdag 9 juni 2022

Weerspreuk van de week: 10-16 juni

 

Schoonweer op St. Barnabas-day (11 juni),

dan dansen alle boeren mee.

 

En als op St. Antonius (13 juni) de zon schijnt,

veel zorg voor de boer verdwijnt.

Weekendweersverwachting: 11-12 juni

 Heerlijk weer 

We blikken nog even terug naar Pinksteren 2022 en deze is op één na natste geworden ooit sinds 1901. De Bilt ving namelijk op Pinksterzondag 25,9 mm op, waarmee het record uit 1945 met 23,3 mm uit de boeken werd geschreven. Op andere plaatsen was er op die dag sprake van een zondvloed. Het regende vanaf het middaguur tot in de avond en dat leverde de volgende neerslaggegevens op: Geldermalsen 76 mm, Veghel 65, Budel 64, Waalwijk 61, Herwijnen 56, St. Hubert 54, Alterweerderheide 51, Eindhoven 48, Arcen 39 en in mijn eigen Berkel-Enschot werd 38 mm afgetapt. Op amateurstations is in de buurt van hetzelfde Geldermalsen 95 tot meer dan 100 mm gemeten. Niet normaal. Deze plens met regen zorgde voor een nieuw neerslagrecord van 5 juni, want dat stond eerst nog op 46 mm waargenomen in Deelen in 2011. Een dag later was het noorden van het land de klos. Zo kreeg Uithuizen 33 mm in de regenmeter, Terschelling 28, Leeuwarden 21, Lauwersoog 20 en Eelde 19 mm. De Bilt registreerde op die tweede Pinksterdag 11,4 mm, waardoor het totaal van Pinksteren op 37,3 mm kwam. En dat was niet genoeg om het record van 42,2 mm uit 1945 te breken. Op dinsdag konden we even bijkomen en was het tot in de middag droog. In de avond vielen er weer enkele buien. De woensdag was opnieuw een dag om niet naar huis te schrijven. We begonnen nog droog, maar in de middag regende het urenlang en in de avond kreeg Berkel-Enschot nog te maken met een stortbui, In totaal viel op dat station 17 mm over de hele dag en in vier dagen tijd is daar 64 mm naar beneden gekomen en heeft de droogte van de afgelopen maanden weggevaagd. Overigens werd het gisteren op andere plaatsen nog natter, waarbij Marknesse het natst was met 39 mm, gevolgd door Groningen (29 mm), Wolvega (26) en in Ermelo zag men de regenmeter met 18 mm gevuld worden. Al die neerslag heeft invloed gehad op de temperatuur die de afgelopen week tussen de 18 en 21 graden kwam te liggen. Deze donderdag steeg het kwik in Tilburg naar 21,7°C. 

In de loop van vandaag kwamen we steeds meer onder invloed van een hogedrukgebied dat boven de Azoren ligt. We zagen dan ook dat de wolken in de afgelopen uren verdwenen en het helder werd. Temperaturen lagen nog steeds hoog, want om 20:00 uur was het in Tilburg nog ruim 20 graden. Heerlijk! De komende uren daalt het kwik tot uiteindelijk een graad of 12 op het einde van de nacht. Wel is de bewolking dan inmiddels toegenomen waar de vrijdag mee begint. Het blijft nog wel droog. In middag kan er echter een buitje vallen bij temperaturen die naar de 23 graden gaan. 

In het weekeinde breidt het hogedrukgebied zich uit en dat leidt dat prachtig zomerweer. Het blijft op alle dagen droog, waarbij zon en wolken elkaar afwisselen. In de loop van zondag neemt de bewolking wel toe, maar neerslag gaat er niet vallen. De temperaturen liggen met 24 graden op zaterdag en 23 op zondag prima op niveau. Begin volgende week duwen lagedrukgebieden boven Rusland het hogedrukgebied terug naar de Atlantische Oceaan. De wind draait naar het noordwesten en dan stroomt koelere lucht onze regio binnen en blijft het kwik op maandag op een graad of 20 steken. Vervolgens breekt het hogedrukgebied en een gedeelte ervan komt woensdag boven ons land te liggen. Warme lucht komt onze kant op en dan kan het al zomers worden met 25 graden op de thermometer. Vervolgens schuift het hogedrukgebied naar Duitsland en dan draait de wind verder door naar het zuiden tot zuidoosten en dan wordt het allemaal nog warmer en zit plaatselijk zelfs de tropische grens van 30 graden in. Maar lang zullen we er niet van kunnen genieten, want onweersbuien bepalen dan het weekeinde gevolgd door afkoeling. 

Prettig weekend!

woensdag 8 juni 2022

Mei 2022: warm, vrij droog en zonnig

Mei was een warme maand, waarbij de eerste officiële zomerse dag en lokaal de eerste tropische dag van het jaar werd geregistreerd. Daarbij sneuvelde twee warmte-dagrecords. Daarnaast was het een droge maand, maar Brabant had wel de natste plaatsen. Opvallend was de tornado die op 20 mei Limburg aandeed. Tenslotte werd het een zonnige meimaand. 

TEMPERATUUR

Met een gemiddelde etmaaltemperatuur van 14,0°C tegen een langjarig gemiddelde van 13,4°C was mei een vrij warme maand. De maand begon met rustig weer en temperaturen onder het langjarig gemiddelde. Vooral ’s nachts koelde het nog flink af. Op 1 mei bleef de minimumtemperatuur in De Bilt nog net boven het vriespunt met 0,3°C, maar op andere plaatsen kwam het wel tot vorst. Eelde noteerde -1,4°C en dat is meteen laagste temperatuur van deze maand. Leeuwarden had nog -1,3°C, Wijk aan Zee en Woensdrecht -0,8°C en Herwijnen had nog -0,4°C. Opvallend was de zeer lage temperatuur in de vroege ochtend van 1 mei in een duinpan bij Castricum. Het kwik daalde er officieus tot -8,4°C, veel lager dan de officiële kouderecords die voor de start van mei gelden. Van duinpannen is bekend dat ze onder rustige en heldere omstandigheden bijzondere microklimaatjes herbergen, waarin het zeer koud kan worden. In de nacht van 4 mei vroor het in een duinpan bij Egmond aan Zee met een kwikstand van -7,9°C. De dagen erna bleef het onder invloed van hogedrukgebieden rustig weer en liepen de temperaturen overdag vanaf de 5e geleidelijk op tot boven de 20 graden. Op 9 mei en 10 mei draaide de wind naar het zuiden en werd zelfs lokaal landelijk de eerste zomerse dag geregistreerd zoals in Tilburg met respectievelijk 26,3°C en 25,8°C. Daarna werd het hogedrukgebied tijdelijk verdreven en de temperatuur deed een paar dagen een klein stapje terug tot waarden rond of onder 20 graden; op de Waddeneilanden werd het zelfs een graad of 15. Maar het warme weer keerde snel terug en tikte op de 15e in De Bilt 25,0°C aan en daarmee was de eerste officiële zomerse dag van het jaar een feit. Ook de dagen daarna bleef het warm, waarbij Berkel-Enschot vanaf 15 t/m 19 mei vijf zomerse dagen achtereen registreerde. In deze periode werd zelfs twee warmterecords gebroken. Zo kregen we de warmste 18e mei ooit waargenomen. In Arcen steeg de temperatuur naar 30,2°C en werd de eerste lokale tropische dag van het jaar aangetekend. Daarmee werd het dagrecord van 18 mei uit 1918 verpulverd toen het 27,9°C werd. Op de 19e werd het ook tropisch in Maastricht met 31,3°C en in Ell met 30,3°C. Dat zijn tevens de hoogste temperaturen van deze bloeimaand. Ook dit was een nieuw dagrecord, want het vorige record dateert uit 1953 toen het in Twenthe niet warmer dan 30,4°C werd. Onweersbuien verdreven de warmte en toen begon af te koelen wat tot het einde van de maand duurde. Alleen op 22 en 23 mei werd het met 24 graden in Brabant nog warm. De laatste dagen van de maand draaide de wind naar noordelijke richtingen en deed de temperatuur nog verder een stap terug naar waarden onder normaal met maximumtemperaturen van 14 tot 15 tot graden op de 29e. In Friesland en Groningen werd het op die dag niet warmer dan een graad of 12. 

Mei telde in De Bilt 14 warme dagen van minstens 20 graden, inclusief twee zomerse dagen van minstens 25 graden. Normaal zijn er 11 warme dagen, waarvan er 4 zomers zijn; in Maastricht werden maar liefst 8 zomerse dagen genoteerd. Kwikstanden van 30 graden werden niet geregistreerd, maar wel in het zuiden van het land. In De Bilt kwam het niet tot een vorstdag, maar op andere plaatsten wel zoals in Leeuwarden die 3 vorstdagen konden noteren. Tegenwoordig komen dagen met vorst in mei helemaal niet meer voor. 

Met een gemiddelde etmaaltemperatuur van 14,8°C in Gilze-Rijen en 15,9°C in Berkel-Enschot was het ook in Midden-Brabant een warme meimaand. Overdag werd het gemiddeld 21,9°C (normaal 20,3°C) en in de nacht was dat 9,9°C gemiddeld tegen 9,3°C als langjarig gemiddelde. De warmste dag was die van 17 mei toen het kwik tot 28,5°C steeg. Maar op het einde van de maand werd het juist heel koud met 15,7°C als maximum op de 29e. De koudste nacht beleefden Berkel-Enschot op de allereerste meidag: 3,3°C. In totaal werden er deze maand 21 warme dagen geregistreerd, waarvan er 7 zomers waren. Een heerlijke maand dus. 

NEERSLAG

Mei 2022 was een doge maand. Alhoewel de hoeveelheid neerslag met gemiddeld over het land van 49 mm niet veel afweek van de normale hoeveelheid van 55 mm.

Door het buiige karakter zijn de lokale en regionale verschillen in neerslaghoeveelheid groot. De meeste neerslag viel in Brabant met in Prinsenbeek 90 mm, Veen had 87, Cabauw 83, Leiden 82, St. Anthonis 81 en Wijster ving nog 79 mm op. In de Achterhoek, Limburg en Zeeland was het veel droger met in Brielle en Landgraaf 22 mm, Vijlen, Horst en Arcen hadden 23 mm, Venraij en Meerlo 24 en tenslotte tapte Arcen 26 mm af. In De Bilt viel 71 mm tegen normaal 59 mm. Brabant was dus koploper als natste plaatsen, maar Berkel-Enschot ving slechts 47 mm op wat een droge maand opleverde. Daar viel op negen dagen minstens één millimeter, waarbij 19 mei de natste dag was met 11 mm. Naast regen werd op vier dagen onweer gemeld (16, 19, 20 en 31 mei) en op twee dagen mist (6 en 20 mei). 

De eerste helft van de maand was echter zeer droog, waardoor de droogte van april werd voortgezet. Zo viel er in de eerste tien dagen van de maand in De Bilt zelfs helemaal geen neerslag en dat gebeurde alleen eerder in 1935 en 1989. Landelijk gezien viel er in die periode slechts 0,7 mm; Berkel-Enschot had 2 mm en dat viel alleen op de 7e. In het zuidoosten was lokaal sprake van een flinke plensbui, zo viel in Sevenum 32 mm. Vanaf 11 mei trok er enkele zwakke storingen over het land, maar veel neerslag brachten die niet. Vielen op 16 en 17 mei, voornamelijk in het zuiden, al een paar buien soms ook met onweer, aan neerslag brachten die nog niet veel met zich mee. Serieuzer werd het op 19 mei. Begon de dag nog met af en toe zon, later in de middag en in de avond passeerde vanuit het zuidwesten een lijn met onweer die op zijn tocht door het land steeds actiever werd. Vooral in het midden en oosten kwam het tot zwaar onweer en zeer zware windstoten (Eindhoven had een stoot van 111 kilometer/uur) met als gevolg veel overlast en schade. Op verschillende plaatsen waaiden bomen om, liepen de zichten even sterk terug, kwam het tot een Egyptische duisternis zoals in het midden van Brabant, en kwam het verkeer op de weg en op het spoor tot stilstand. Hier en daar werd ook hagel gemeld en door de wind ontstonden in Brabant zelfs stofstormen! Voor Noord-Brabant, Limburg, Gelderland en Overijssel werd code oranje uitgegeven. In een strook over het midden en oosten van het land viel in korte tijd 20 tot 30 mm neerslag, waarbij Cabauw 38 mm noteerde. Op 20 mei trok een lagedrukgebied met buien binnen. In het grootste deel van het land bleken die uiteindelijk minder zwaar dan de buien van een dag eerder, al viel lokaal wel veel regen. In Nieuw Buinen werd 28 mm gemeten en Stein noteerde 30 mm. Na een paar rustige dagen met flink wat zon en weer stijgende temperaturen, trok op maandag 23 mei een volgende storing over. Nu was het de westelijke helft die de meeste regen kreeg, tot lokaal 25 mm aan toe en in Friesland lokaal bijna 30 mm. In een strook vanaf het IJsselmeer naar het zuidoosten vielen op 29 mei talrijke buien, waarbij in Lelystad 30 mm werd afgetapt. 

NEERSLAGTEKORT

Het neerslagtekort liep eind mei op tot 107 mm gemiddeld over het land. Normaal is dit ruim 50 mm in deze tijd van het jaar. Als we kijken naar de gevallen neerslag minus de verdamping (neerslagoverschot) dan is er sinds 1 april in het zuiden van het land, in de Liemers en lokaal langs de westkust van Noord-Holland 120 millimeter neerslagtekort. In een strook van de Utrechtse Heuvelrug over Flevoland naar Drenthe is een neerslagtekort van 30 mm, in deze gebieden valt het dus relatief mee met de droogte. 

TORNADO

Op de dag van 20 mei werd voor Limburg code oranje uitgegeven voor zware windstoten en dat was niet voor niets geweest. In Zuid-Limburg passeerde een supercel (het zwaarste type onweersbui) en daar kwam het tot een tornado die in een strook van Beek naar Schinnen grote schade veroorzaakte. Over de grens in Duitsland ontstonden zelfs 7 tornado’s, waarvan de zwaarste over Paderborn trok. 

ZONNESCHIJN

Met gemiddeld over het land 256 uren zon tegen een langjarig gemiddelde van 225 uur was de maand vrij zonnig. De zon scheen aan de kust duidelijk meer dan in het binnenland. In Vlissingen en Hoek van Holland werden 287 zonuren gemeten gevolgd door Westdorpe met 284 zonuren. Het minst zonnig was het in Eelde met 224 uur zon en op de tweede plaats staat Deelen die 226 uren zonneschijn noteerde. In De Bilt scheen de zon 247 uur tegen 218 uur normaal. Berkel-Enschot kreeg de zon 250 uur te zien (normaal 227). Daarbij werd in deze maand net als in De Bilt geen enkele zonloze dag gemeten, terwijl we op twee van zulke dagen mogen rekenen. Tenslotte kregen we tien dagen, waarop de zon minstens 11 uur scheen.


zondag 5 juni 2022

Weersverwachting deze week: 6-10 juni

 Licht wisselvallig bij zo’n 20 graden. Vanaf vrijdag warmer 

Ondanks dat de eerste dag van de meteorologische zomer afgelopen woensdag met hoosbuien begon, wat gepaard ging met onweer, heeft juni zich daarna prima hersteld. Het bleef namelijk droog en de temperaturen schoten de lucht in. Voor onze regio konden we op vrijdag en zaterdag zelfs zomerse waarden noteren van respectievelijk 26,8°C en 26,3°C in Berkel-Enschot. Een mooie aanloop naar deze Pinksteren. Maar juist met deze feestdagen slaat het weer om. Onweerbuien met veel neerslag zullen ons op deze eerste Pinksterdag teisteren, waarbij 40 tot 50 mm kan vallen en op sommige plaatsen zelfs nog meer. Het KNMI heeft daarom ook voor onze provincie code geel afgekondigd tot 17:00 uur. Een enorm onweerscomplex lag gisteravond in Frankrijk tussen Rouen en Parijs en daar is veel neerslag gevallen en is zelfs een dode te betreuren en 15 gewonden. Straten en kelders liepen onder water en maar liefst 15.000 mensen zitten zonder stroom. En al die onweersbuien schoven langzaam naar het noorden op. Inmiddels heeft het Belgische Lievegem al 72 mm in de regenmeter geregistreerd en Nevele 50 mm! Dat gebied heeft inmiddels ook Zeeland aangedaan en liet in de buurt van Middelburg 27 mm achter. Het midden van Brabant bleef dit bespaard. Voorlopig althans, want een nieuwe zone met regen- en onweersbuien trekken op dit moment over onze regio. Daar vooruit liep het kwik nog op tot bijna 22 graden in Tilburg en is door de regen inmiddels gezakt naar een graad of 19. 

Al die neerslag hoort bij een depressie die vanaf Frankrijk via België onze kant is gekomen en dat zien we ook aan de barometer die aan het dalen is. Vandaag komt de depressie boven onze omgeving te liggen en trekt daarna verder naar Denemarken waar het maandag aankomt. Dat betekent dat we het op die maandag niet droog houden en met enkele buien te maken krijgen. Grote hoeveelheden worden niet verwacht. Met 20 graden is het wel iets te fris voor de tijd van het jaar. Die temperatuur houden we tot en met donderdag. Daarna wordt het duidelijk warmer en kan het kwik oplopen tot een graad of 24. Op dinsdag blijft de Deense depressie om haar plaats en begint rond te tollen. Ook dan is er kans op een bui, maar overheersen de droge momenten. Bij IJsland zien we op woensdag een nieuwe depressie liggen die richting Noorwegen koerst. De neerslaggebieden bereiken in de loop van de dag onze regio en dat betekent perioden met regen. Op donderdag arriveert de depressie in Noorwegen en ligt er een hogedrukgebied boven Frankrijk. Deze laatste breidt zich in de loop van de dag uit. Met een zuidwestelijke wind stroomt dan warme lucht het midden van Brabant binnen en stijgt de temperatuur vanaf vrijdag naar de 24 graden. Op de Atlantische Oceaan zien we wel meteen een nieuwe depressie op het weertoneel verschijnen en dat is een echte stormdepressie. We merken dat op die vrijdag als de wind in kracht toeneemt tot matig, kracht 4. Zon en wolken wisselen elkaar af en het blijft droog. Vanaf zaterdag neemt de kans op een bui weer toe als de depressie via Schotland richting Noorwegen koerst waar het op zondag aankomt. Zoals het er nu uitziet krijgen we daarna een wisselvallige week met elke dag buien bij temperaturen van rond de 21 graden en dat zou dan wel eens kunnen duren tot en met het begin van de astronomische zomer op 21 juni.

Prettige week!

Pinksterweer

De oorsprong van Pinksteren ligt in de Mozaïsche wetten die aan het volk Israël gegeven waren na hun exodus uit Egypte. In het Bijbelboek Leviticus staat dat op de vijftigste dag, op de dag na de zevende sabbat vanaf Pesach nieuwe offers voor God moest worden gebracht, als een soort afsluiting van Pesach. Het feest werd ook wel het 'wekenfeest' genoemd. Er moesten 'eerstelingen' van de graanoogst en het vee worden geofferd en er moest een samenkomst worden gehouden en niemand mocht zijn gewone werk doen. In het christendom werd het wekenfeest 'Pinksteren' genoemd, naar het Griekse woord 'pentekostos' (=vijftigste). Tijdens het pinksterfeest wordt herdacht dat de Heilige Geest, de derde persoon van de drie-eenheid, neerdaalde uit de hemel op de apostelen. De Heilige Geest openbaarde zich zichtbaar als vuur en hoorbaar als wind. Pinksteren valt altijd op de 7e zondag na Pasen. 

Als we kijken naar het weer dan heeft Pinksteren de beste weercijfers van alle feestdagen. Zon en warmte overheersen gewoonlijk met Pinksteren, waarvan de uiterste data vanaf 10 mei tot en met 13 juni liggen. Gemiddeld is deze periode de zonnigste van het jaar met dagelijks zo'n 7 à 8 uur zon (soms meer dan 15 uur, zoals vorig jaar) en een middagtemperatuur van 15 à 16 graden aan zee tot 18 à 20 graden in het binnenland. In 2008 viel deze op 11 mei en de uiterste datum van 13 juni hebben we in 1943 gehad. 

TEMPERATUUR

Uiteraard kan het weer van jaar tot jaar behoorlijk verschillen, maar de kans op warm weer is in het algemeen tamelijk groot: op 52 eerste Pinksterdagen werd het in De Bilt sinds 1901 minstens 20 graden, waarvan er 18 zomers waren met temperaturen van 25 graden of hoger. De laatste tropische Pinksteren met meer dan 30 graden hadden we in ons land in 1985, toen op 26 en 27 mei temperaturen zijn gemeten van 27 tot 31 graden. Ook in 1979 (3 juni) was eerste Pinksterdag op sommige plaatsen tropisch warm, maar in De Bilt bleef het kwik steken op 29,9°C en dat tevens de hoogste temperatuur daar ooit gemeten. Op tweede Pinksterdag daarentegen werd in De Bilt een keer de tropische grens gehaald en dat gebeurde op 29 mei 1944 met 30,0°C. Gemiddeld over beide Pinksterdagen was de warmste in 1903 toen op 31 mei en 1 juni samen een gemiddelde temperatuur van 29,3°C werd gemeten. Maar koud kan het ook zijn, want op 21 van die eerste Pinksterdagen was het in De Bilt kouder dan 15 graden. Zoals vorig jaar toen het kwik bleef steken op 14,9°C. Zes jaar geleden werd het op 15 mei 2016 in Tilburg zelfs 12,6°C en in De Bilt 12,1°C. Alleen op 31 mei 1936 was het nog kouder met 11,6°C. Ook in 2001 was het behoorlijk fris toen Berkel-Enschot op 3 juni 14,2°C noteerde en De Bilt 13,0°C. De laagste minimumtemperatuur ooit gemeten met Pinksteren vond plaats op tweede Pinksterdag op 1 juni 1936 toen het kwik in De Bit zakte naar 0,0°C. Voor eerste Pinksterdag staat het kouderecord daar op 0,9°C waargenomen op zowel 19 mei 1907 als op 20 mei 1956. 

NEERSLAG

Voor wat betreft neerslag kunnen we zeggen dat sinds 1906 ongeveer de helft van de Pinksterdagen droog verloopt en de andere helft met wat neerslag. Volledig verregende Pinksterdagen zijn uitzonderlijk. Op slechts vier dagen viel op eerste Pinksterdag meer dan 10 mm. De laatste keer gebeurde dat in 2007 (27 mei) toen 18 mm werd opgevangen. De natste eerste Pinksterdag in De Bilt was die van 20 mei 1945 toen er 23 mm werd afgetapt. Maar op 13 juni 2011 (tweede Pinksterdag) kwam het met bakken eruit, waarbij 59 mm geregistreerd werd en dat is bijna de maandhoeveelheid van juni. Vaak komen enorme neerslaghoeveelheden voort uit onweersbuien na zeer hoge temperaturen. Zo zagen we dat gebeuren in 1985 (26 mei) wat ontaardde plaatselijk met tientallen millimeters regen. In 2003 passeerde op eerste Pinksterdag (8 juni) een bijzonder actieve buienlijn met onweer en zelfs windhozen. Ook op Pinksteren 2004 (30 mei) leidde het warme weer met zomerse temperaturen in het oosten tot hevige buien, waarbij plaatselijk meer dan 30 mm viel. Zeer warm weer is voor deze tijd van het jaar nog vrij uitzonderlijk en leidt gemakkelijk tot onweer. Dit jaar is het weer zover. Op deze eerste Pinksterdag heeft het KNMI namelijk code geel afgekondigd voor onweersbuien met zware neerslag, waarbij meer dan 40 mm kan vallen. 

STORM

De waarschijnlijk slechtste Pinksteren uit de geschiedenis beleefde ons land in 1860 toen een zware storm met windstoten van meer dan 120 km/u op 26 en 27 mei enorme schade aanrichtte. In Utrecht werden windsnelheden gemeten van 115 km/u en in Vlissingen waaide het nog harder met 151 km/u. Het gevolg was dat een deel van de Scheveningse vloot verloren ging. In die tijd bestond er nog geen weersverwachting en was zo'n storm een ramp. Die beruchte Pinksterstorm bracht toenmalig KNMI-directeur Buys Ballot op de gedachte om stormwaarschuwingen te geven, waardoor Nederland als één van de eerste landen een stormwaarschuwingsdienst kreeg die in 1864 van start ging. 

ZONNESCHIJN

De zon zien we eigenlijk altijd wel op eerste Pinksterdag. De jaren 1937, 1973 en 1992 zijn de enige uitzonderingen, waarbij deze dag in De Bilt zonloos verliep. In 1973 en 1992 werd dat wel gecompenseerd met een zeer zonnige tweede Pinksterdag, maar dat gebeurde niet in 1937 die de boeken ingaat als de somberste Pinksteren ooit waargenomen. Op tweede Pinksterdag scheen de zon namelijk 0,3 uur. Op de tweede plaats staat overigens 1965, waarbij zowel op eerste als tweede Pinksterdag 0,2 zonuren werden waargenomen en het totaal van Pinksteren op 0,4 uren zonneschijn kwam. Recordzonnig daarentegen verliepen Pinksteren 1903 en 1929 met in totaal 28,1 zonuren. Daarbij voert eerste Pinksterdag de lijst aan met maar liefst 16,4 uren zonneschijn. Twee jaar geleden was het ook een zeer zonnige Pinksteren met in totaal 27,4 zonuren verdeeld over 15,2 uur op eerste Pinksterdag en 12,2 zonuren de dag erna. 

PINKSTERWEER 2015-2021

Vorig jaar (23-24 mei) hadden we een tweedeling met Pinksteren. Pinksterzondag verliep droog met een afwisseling van zon en wolken. Pas in de loop van de avond begon het licht te regenen en dat hield de hele tweede Pinksterdag aan. Met 16 tot 17 graden op beide dagen was het een frisse Pinksteren rondom Tilburg. Pinksteren 2020 daarentegen behoort tot één van de mooiste ooit. Het zeer zonnige, droge en warme weer van die laatste weken wist van geen wijken en zette met Pinksteren gewoon door. Op zondag 31 mei werd het in Berkel-Enschot 23,6°C met alleen maar zonneschijn afgewisseld met sluierwolken. Een dag later werd op de eerste dag van de meteorologische zomer meteen de zomerse grens van 25 graden bereikt: 27,4°C en een dag na Pinksteren werd het op 2 juni zelfs tropisch tot 30,6°C in Tilburg. Nadeel op beide dagen was de zonkracht, want die was erg hoog waardoor je snel verbrandde. Van neerslag was geen sprake en de scheen op beide Pinksterdagen in Berkel-Enschot maar liefst 29 uur! 

Drie jaar geleden startten we met een onstuimige Pinksterzaterdag, waarbij in Brabant windstoten werden geregistreerd van zo’n 70 km/uur en 90 km/u aan de kust. Maar met Pinksteren zelf (9-10 juni) was het rustig en kregen we een afwisseling van wolken en zonneschijn. Op eerste Pinksterdag was het vooral sluierbewolking. Later op de dag werd deze zo dik dat er enkele druppels uitvielen. Een dag later passeerde op het einde van de middag in Berkel-Enschot een buienzone dat gepaard ging met onweer wat nog 12 donderslagen opleverde. De temperaturen lagen op beide dagen boven de 20 graden met respectievelijk 22,2°C en 24,3°C. In 2018 was het tijdens de Pinksterdagen zomers warm die overigens met mist begon. Toen de zon erdoor kwam liep het kwik op eerste Pinksterzondag naar de 26,0°C. Een dag later werd het zelfs nog iets warmer met 27,7°C. Maar toen werd de warmte in de Limburgse heuvels afgestraft met noodweer: in Noorbeek viel op tweede Pinksterdag (21 mei) in korte tijd 40 mm. In Berkel-Enschot onweerde het pas laat op de avond, maar neerslag viel er niet. In 2017 (4-5 juni) was het prima weer. Het bleef op beide dagen droog en de temperatuur lag op eerste en tweede Pinksterdag op respectievelijk 21,6°C en 23,9°C. Daarbij wisselden zon en wolken elkaar af. In 2016 (15-16 mei) beleefden we daarentegen een zeer koude en natte Pinksteren. De temperaturen zakten tot 11 á 13 graden, waarbij het Pinksterweekend uitzonderlijk koel verliep. Het werd de koudste Pinksteren sinds 1951 en de op één na koudste eerste Pinksterdag ooit! Daarnaast viel er op beide dagen buien of wat lichte regen. Pinksteren 2015 kende twee gezichten. Een prachtige eerste Pinksterdag (24 mei 2015) met 13 uur zonneschijn en temperaturen die opliepen naar 22 graden. Een dag later was het echter somber en half tot zwaar bewolkt. In de nacht en ochtend viel daar wat lichte regen uit en warmer dan 17 graden werd het niet. 

PINKSTERWEER 2014 - ONWEER

Acht jaar geleden beleefden we één van de warmste pinksterdagen (8-9 juni) en dat hebben we geweten. Het werd dan wel in 2014 op beide dagen meer dan 28 graden, maar het weerbeeld viel tegen. Er was veel bewolking en er vielen buien, waarvan sommige gepaard gingen met hagel en onweer. Op Pinksterzaterdag werd het in Brabant nog tropisch met bijna 31 graden. Maar de atmosfeer werd onstabiel wat gevolgen had voor de pinksterdagen. In de ochtend van eerste Pinksterdag vielen de eerste buien en in de nacht naar tweede Pinksterdag werden we wakker geschud met 14 donderslagen in Berkel-Enschot. Vervolgens trok aan het begin van de middag een onweersgebied over onze regio met tientallen donderslagen, waarbij het vijf minutenlang heeft gehageld en er zware windstoten werden geregistreerd. In de avond volgde de laatste onweersbui die 15 donderslagen telde. Kortom, het was een onweerstaanbare Pinksteren 2014. En dit jaar zal het ook het geval zijn, want onweersbuien met zware neerslag is naar ons onderweg. 

PINKSTERWEER 2007-2013

In 2013 kregen we opnieuw twee verschillende pinksterdagen te zien. Eerste Pinksterdag (19 mei) was prima met heel veel zonneschijn en temperaturen die in de middag opliepen naar 18 tot 19 graden. Het bleef droog. In de avond werd het echter zwaar bewolkt en dat hoorde bij een neerslaggebied dat op tweede Pinksterdag over ons land trok. Alleen in de nacht naar tweede Pinksterdag viel rondom Tilburg wat regen, maar voor de rest van de maandag bleef het gewoon droog. Het was wel somber, want de zon kwam er de gehele dag niet aan de pas en het was behoorlijk koud met een temperatuur die met moeite de 13 graden haalde. Pinksteren 2012 was om door een ringetje te halen. Op beide dagen (27-28 mei) bepaalde zonneschijn het weerbeeld met soms wat hoge sluierbewolking. De kwikstanden lieten daarbij zomerse waarden zien van respectievelijk 28 en 27 graden. In 2011 (12-13 juni) hadden deze feestdagen ook verschillende weerbeelden. Op eerste Pinksterdag begonnen we nog zonnig dat langzaam overging in sluierbewolking en in de nacht gevolgd door regen. Op tweede Pinksterdag daarentegen was het meest bewolkt. Verspreid viel in het land wat lichte regen en op sommige plaatsen was het zelfs helemaal droog gebleven. De kwikstanden lagen op niveau met op beide dagen een graad of 21. De jaren 2010 en 2009 waren opnieuw mooi. In Tilburg werd het op beide dagen (23-24 mei 2010) zomers met 26,7°C bij volop zonneschijn. Dertien jaar geleden (31 mei-1 juni) was het ook erg zonnig en deze liet de temperatuur eveneens naar zomerse waarden stijgen. Op eerste Pinksterdag werd het in 2009 in Berkel-Enschot 25,2°C en een dag later werd het nog warmer met ruim 28 graden. Wel ontstond in de middag een onweersbui, maar neerslag leverde dat niet op. Ook in 2008 was Pinksteren prachtig met gemiddeld 27 graden in Tilburg.  Heel anders dan in 2007 toen het sombere Pinksteren waren op 27 en 28 mei. Het was meest bewolkt weer, waaruit later op tweede Pinksterdag zelfs wat lichte regen viel. Was het op zondag nog een graad of 20, de dag erop werd het slechts 16 graden. 

Dit jaar wordt het niet best, want zowel op deze eerste Pinksterdag als morgen gaan er buien vallen die met onweer gepaard kunnen gaan. Maar het belangrijkste is wel de hoeveelheid neerslag. Vandaag kan er meer dan 40 mm vallen wat tot wateroverlast zal leiden. Het KNMI heeft daarom ook code geel afgekondigd. Lagen de temperaturen in de afgelopen twee dagen nog op zo’n 25 tot 26 graden, met deze feestdagen zullen we het met een graad of 20 moeten doen.

Weersverwachting deze week: 23-27 juni 2025

  Afkoeling en warmte wisselen elkaar af   De astronomische zomer is met stijl begonnen. Terwijl gisternacht om precies 04:42 uur de zon b...