zondag 20 maart 2022

Weersverwachting deze week: 21-25 maart

 Schitterend voorjaarsweer 

Afgelopen vrijdag en zaterdag scheen de zon in het midden van Brabant het maximaal aantal uren en hierdoor is het aantal zonuren deze maand al op 154 gekomen. Gemiddeld genomen mogen we voor maart op 150 zonuren rekenen en dat betekent dat nu al deze eerste lentemaand als zonnig de boeken in wordt geschreven, terwijl de astronomische lente officieel nog niet is begonnen. Want de lente begint namelijk vandaag om precies 16:33 uur als de zon dan boven de evenaar staat. Hogedrukgebieden zorgden allemaal voor dit zonnige en lenteachtige weer en het wordt de komende week allemaal nog mooier. De luchtdruk was zelfs de afgelopen dagen zo hoog dat er niet alleen dagrecords, maar ook maandrecords sneuvelden. Zo liet de barometer in De Bilt op zowel 18 als 19 maart een waarde zien van 1045,0 hPa, waarmee het record van maart uit 2003 met 1043,8 hPa sneuvelde. Ook het landelijk record van hoogste luchtdruk ooit voor maart vloog de weerboeken uit. Dat stond op 1045,5 hPa van 1 maart 1929 in Eelde en staat nu op 1047,5 hPa waargenomen op 18 maart jl. in Leeuwarden. Uiteraard is dit meteen een nieuw dagrecord, maar ook het dagrecord van 19 maart ging er aan. Twee weerstations hebben dit bereikt: zowel Terschelling en Leeuwarden zagen het kwik in de barometer gisteren stijgen tot 1047,2 hPa. Voorheen stond het dagrecord op 1042,5 hPa en dat werd geregistreerd in 1966 in Eelde. Inmiddels is de barometer flink aan het zakken en dat komt doordat er een lagedrukgebied vanuit Duitsland dichterbij is gekomen. De afgelopen nacht was nog helder en zagen we vanochtend nog de zon opkomen. Maar al snel nam de bewolking toe gevolgd door neerslag en dat was in de vorm van natte sneeuw. Boxtel, Bergeijk en Luijksgestel kregen de eerste sneeuwvlokken. Daarna volgde Tilburg, Etten-Leur, Barendrecht, Rotterdam en Vlaardingen. Ook vanmiddag kan er nog een enkele bui vallen, maar dat zal dan regen zijn, en wordt het een graad of 13 en dat komt omdat de bewolking overheerst. 

Maat dat gaat veranderen als de lente volgens sterrenkundigen van start gaat en het weerbeeld zich daar meteen aan gaat houden. De komende week is er één om door een ringetje te halen. Er is veel zonneschijn, het blijft droog en de temperaturen liggen vrijwel elke dag rond de 17 tot 18 graden met op dinsdag mogelijk een uitschieter naar de 20 graden. Het hogedrukgebied boven Scandinavië, waar we de afgelopen dagen van geprofiteerd hebben, schuift op maandag op naar de Baltische staten. De wind draait naar het zuiden en dan stroomt de warme lucht onze regio binnen. In de middag wijst de thermometer een waarde aan van een graad of 17 en bij dit alles wisselen zon en wolken elkaar af. Op dinsdag draait de wind naar het oosten en krijgen we naast warmte ook aanvoer van droge lucht. De wolken verdwijnen en alleen de zon blijft dan over. Hierdoor kan het kwik oplopen tot 19 á 20 graden. Woensdag geeft hetzelfde weerbeeld en geeft voor het gevoel ook dezelfde temperatuur aan omdat er vrijwel geen wind staat. Op donderdag zien boven onze omgeving een centrum van een hogedrukgebied ontstaan en dat betekent grote kans op nevel en mist in de ochtend. De zon zal snel al het grijs wegbranden, waardoor de donderdag zonnig zal eindigen. Het centrum van het hogedrukgebied zet vervolgens koers naar de Noordzee en dan komt er wat vochtige lucht mee. Op vrijdag zien we dan ook wat sluierwolken verschijnen. In het weekeinde verdwijnen deze weer omdat de oostelijke stroming weer op gang komt. Wat een begin van de lente, ondanks dat de start vandaag meteen de slechtste dag van de week is. 

Prettige week!

zaterdag 19 maart 2022

LENTE BEGINT OP 20 MAART

Net als de afgelopen tien jaar is de start van de astronomische lente dit jaar ook op 20 maart, en deze gaat morgen in om 16:33 uur. En dat is eigenlijk de juiste datum in maart en niet de 21e zoals velen geleerd hebben. In 2011 was dit wel het geval en hoe gek het ook klinkt, dat was uniek. Het was namelijk de tweede keer in deze eeuw dat de lente op die datum begon en meteen ook de laatste. We moeten nu helemaal wachten tot het jaar 2102 (!) als dit seizoen pas weer op de 21 maart begint. 

De eerste lentedag, morgen, zal een afwisseling geven van zon en wolkenvelden. Of het echt droog blijft is nog maar de vraag omdat de atmosfeer wat onstabiel is en dan kan er wat neerslag vallen. Bij dit alles waait het behoorlijk en stijgt de temperatuur naar zo’n 14 graden. In de ochtend is het nog maar een graad of 2. Vorig jaar was het een prachtig, maar koud begin van de lente. Na lichte vorst in de ochtend, met -4,8°C in Twenthe (aan de grond -8,3°C) en -4,5°C in zowel Eelde als Hupsel, werd het met ruim 10 zonuren een zonnige lentedag. Tegen de avond werd het pas bewolkt en liep het kwik overdag in Berkel-Enschot op naar 10,8°C. In de loop van de avond viel uit die bewolking wat motregen. In 2020 zagen we op de eerste lentedag met 9 graden helemaal geen zon. Het bleef bewolkt waar in de middag en avond wat lichte regen uitviel. In 2019 waren er op deze dag verkiezingen van de Provinciale Staten en Waterschappen en toen eveneens een bewolkte hemel waar rond het middaguur wat lichte regen uitviel. Maar met 13 graden was het wel zacht. In 2018 was het op 20 maart winters. In de ochtenduren lag er op veel plaatsen een dun laagje sneeuw, nadat de temperaturen op enkele plaatsen al flink onderuit waren gegaan. In het oosten van het land werd het in Twenthe en Arcen respectievelijk -5,5°C en -5,0°C. In Brabant waren Gilze-Rijen en Eindhoven het koudst met ieder -4,4°C. Nadat de ochtend nog met bewolking begon werd het daarna een stralende voorjaarsdag met maximaal 9 graden. Vijf jaar geleden hadden we opnieuw een sombere start van de lente. De gehele dag viel er motregen en daarbij was het zo’n 11 graden en de zon zagen we niet. In 2016 was het een fris begin van het lenteseizoen. Er verschenen in de ochtend opklaringen die de temperatuur in Berkel-Enschot deed oplopen naar 10 graden rond het middaguur. In de middag nam de bewolking steeds meer toe gevolgd door wat druppels en motregen in de avond. Het kwik zakte vervolgens terug naar 8 tot 9 graden. In 2015 hadden we een valse start van de lente. De dag begon mistig en nevelig die ook nog eens de gehele dag bleef hangen. Hierdoor konden we geen glimp opvangen van de gedeeltelijke zonsverduistering die in de ochtend plaatsvond. De mist maakte het koud, want op deze eerste lentedag werd het maximaal 5,4°C in Berkel-Enschot en in het Limburgse Arcen werd het niet warmer dan 4,4°C. Toen vervolgens de astronomische lente om 23:45 uur begon passeerde een uur later een regengebied onze regio. 

Wat een contrast met acht jaar geleden die op 20 maart 2014 fantastisch verliep met volop zon en temperaturen die naar de 22 tot 23 graden gingen. Een heerlijk warm begin van de astronomische lente. Maar dat was in 2013 wel anders toen het gewoon winterweer was. Er viel van tijd tot tijd sneeuw en warmer dan 2,0°C werd het niet. De dagen erna werd het kouder en kouder. Tot en met het einde van de maand ging het elke nacht vriezen en overdag was het een graad of 5. Maar door de stevige wind lag de gevoelstemperatuur ver onder het vriespunt. Er werden zelfs waarden gemeten van -10 tot -12 graden in de ochtend. Ongelooflijk! In de jaren ervoor begon de lente zowel in 2011 als 2012 prachtig. De zon scheen volop en deze liet de temperatuur in 2012 naar de 15 graden gaan en in het jaar daarvoor was het nog een graadje warmer. De start was wel koud met in 2012 vorst aan de grond. In 2011 was het nog kouder waar in Twenthe op 21 maart, toen op deze dag de lente begon, net geen matige vorst werd waargenomen en op een kwikstand van -5,0°C bleef steken; aan de grond vroor het zelfs een graad of 8. In 2010 werd de lente ingeluid met regen- en onweersbuien. Dat hadden we vooral te danken aan de hoge temperatuur op die dag: op 20 maart werd het namelijk 18 graden in Berkel-Enschot. 

De lente van dit jaar zal overigens eindigen op 21 juni om 11:14 uur, want dan begint de astronomische zomer. De lente volgens sterrenkundigen begint pas als de zon loodrecht boven de evenaar staat. Voor deze eeuw gebeurde het op de ‘normale’ datum van 21 maart slechts twee keer: namelijk in 2007 en in 2011. Na deze datum kunnen we dus pas in het jaar 2102 de start van de lente op de 21e verwelkomen. Dat betekent dat de lente de komende jaren vrijwel altijd op 20 maart zal aanvangen en in 2048 begint deze zelfs al een dag eerder op de 19e. 

Sterrenkundigen rekenen in tropische jaren. Dat staat voor de tijd die verloopt tussen twee opeenvolgende zogenaamde equinoxen (begindatum van de lente of begindatum van de herfst). De lengte van een tropisch jaar is om precies te zijn 365 dagen, 5 uur en 49 minuten. Daardoor valt bijvoorbeeld de astronomische lente jaar na een jaar bijna zes uur later. In 2015 begon de lente om 23:45 uur en dan zou je denken dat zes uur later het in 2016 de dag van 21 maart zou moeten zijn. Maar in dat jaar was 20 maart echter de opening van het lenteseizoen enwel om 05:30 uur. Dat kwam omdat we in dat jaar een schrikkeldag hadden en dan zal de lente een sprong naar achteren maken van één dag. Aangezien vier tropische jaren iets korter duren dan vier jaren van 365,25 dagen zal na iedere vier jaar de lente tevens zo’n drie kwartier vroeger beginnen. 

Dag en nacht duren bij het begin van de lente overal op de wereld even lang en dat betekent dat de zon dan precies boven de evenaar staat. Vandaar ook dat de astronomische lente tussen 19 en 23 maart kan beginnen, maar niet exact. In ons land duurt de dag waarop de lente begint alweer ongeveer 10 minuten langer dan de nacht. Verschillen die het gevolg zijn van het feit dat de tijdstippen van opkomst en ondergang van de zon betrekking hebben op de bovenrand van de zon. Bovendien is de zon door breking van stralen in de atmosfeer nog kort zichtbaar terwijl zij in werkelijkheid al onder is.

De seizoensindeling is gebaseerd op de positie van de aarde ten opzichte van de zon. De seizoensverschillen vinden hun oorzaak in de schuine stand van de as waar de aarde om draait. Hierdoor komt de zon op het noordelijk halfrond (waar ook Nederland ligt) in de zomer hoger boven de horizon dan in de winter en schijnt daardoor in de zomer langer dan in de winter.

Als de luchttemperatuur direct en alleen op de zon zou reageren dan zou 21 juni, de langste dag van het jaar, ook de warmste dag moeten zijn en precies midden in de zomer moeten vallen. In werkelijkheid loopt de temperatuur langzamer op vooral onder invloed van oceanen en zeeën. De opwarming van zeewater door de zon gaat langzamer dan de opwarming van landoppervlak. Onder invloed van het nog koude water van de Noordzee begint aan de Nederlandse kust het warmere seizoen later dan in het binnenland. Als we de seizoensindeling volledig zouden laten afhangen van de gemiddelde temperatuur op verschillende plaatsen in het land, kunnen we uitrekenen dat de lente in Zuid-Limburg gemiddeld eigenlijk al op 9 maart begint en op Terschelling pas op 23 maart.

Om praktische redenen en volgens internationale afspraak gebruiken weerkundigen voor het berekenen van klimatologische gemiddelden een andere seizoensindeling en worden steeds drie opeenvolgende kalendermaanden als één seizoen beschouwt. Volgens de klimatologische indeling is de lente dus al begonnen op 1 maart en duurt dit seizoen tot en met 31 mei.

Jean-Paul Korst, weerstation Berkel-Enschot

donderdag 17 maart 2022

Weerspreuk van de week: 18-24 maart

 

20 Maart, dit jaar het begin van de lente,

dan is het niet altijd rijst met krenten.

 

Met zuidenwind op Sint Benooi (21 maart),

neemt het weer een goede plooi.

Weekendweersverwachting: 19-20 maart

 Zaterdag zonnig, maar gevoelig fris. Zondag wolkenvelden

Soms kan een weersverwachting totaal de mist ingaan en dat hebben we deze week wel geweten. Het begon meteen al afgelopen weekend die somber en met 13 graden zou verlopen: het werd vrij zonnig en het kwik steeg naar 18 graden! Vervolgens de maandag die ons een enkele bui gaf, terwijl het droog zou blijven. Dinsdag was overwegend droog, terwijl een regenzone werd verwacht die in de ochtend zou overtrekken. Tja, en dan de woensdag die de warmste dag van de week zou worden met plaatselijk zelfs 20 graden. Maar op die dag werd er zand in onze ogen gestrooid, letterlijk. De bewolking kwam namelijk veel eerder onze regio binnen dan verwacht die in de loop van de middag geel tot oranjebruin van kleur werd. Saharazand was de oorzaak die met een zuidelijke stroming onze kant op kwam. Maar warmer dan een graad of 13 werd het niet. Vanochtend lag overal een dun laagjes saharastof, waardoor het erg druk was in autowasstraten. Dat kwam met name omdat het in de nacht licht had geregend. In de ochtend was het alweer droog en dat bleef het de hele donderdag. In de middag klaarde het op en steeg de temperatuur naar opnieuw 13 graden. Door de regen is het neerslagtotaal deze maand rondom Tilburg opgelopen naar 0,5 mm. En aangezien het tot het einde van de maand nauwelijks neerslag wordt verwacht wordt het de droogste maart sinds 1878. Het record staat op 3,5 mm waargenomen in 1993, gevolgd door 4,9 mm in 1929 en 9,5 mm in 1943. Dat we vanaf 1878 al neerslagwaarnemingen hebben komt door het neerslagstation in Tilburg dat sindsdien actief is. 

Hogedrukgebieden bepalen het weerbeeld. Morgen ligt er eentje boven de Noordzee en die laat de barometer gigantisch stijgen tot wel 1045 hPa. Kijk op vrijdag maar eens op je barometer. Dan zal deze ook aangeven dat we een zonnige dag krijgen en dat is ook zo. Misschien dat in de middag een enkele wolk verschijnt, maar veel stelt het allemaal niet voor. Met 14 graden is het wat zachter dan de afgelopen dagen. In de avond en nacht wordt alles kraakhelder en dan begint het ook af te koelen tot een graad of 3 op zaterdagochtend. Vervolgens trekt het hogedrukgebied naar Scandinavië waar het in de loop van de dag arriveert. Dit staat opnieuw garant voor een zonnige dag, maar echt warm zal het op zaterdag niet aanvoelen. Want de thermometer kan dan wel 14 graden aanwijzen, door de matige tot vrij krachtige wind zal het als een graad of 10 aanvoelen. Maar uit de wind en in de zon is het heerlijk. De zondag ziet er toch wat anders uit. Wolkenvelden trekken dan over afgewisseld door opklaringen en het kwik gaat omhoog naar zo’n 15 graden. Ondertussen zien we voor de kust van Portugal een depressie liggen die onze kant op komt, maar ons gelukkig niet weet te bereiken. Het gevolg is dat het hogedrukgebied gewoon op zijn plaats blijft, maar door de depressie nu een zuidoostelijke stroming op gang zal brengen. Dat betekent aanvoer van droge en vooral ook warme lucht. Vanaf maandag liggen de temperaturen elke dag op 17 tot 18 graden, waarbij de zon de hoofdrol speelt. De regenmeters blijven leeg en wellicht dat we vanaf donderdag wat wolken in de lucht zullen zien. Nu maar hopen dat deze verwachting wel uitkomt….                       

Prettig weekend!

dinsdag 15 maart 2022

WINTER 2021-2022: zeer zacht en nat

De winter van 2021/2022 werd voor de winterliefhebbers een debacle. Nauwelijks sneeuwpret en natuurijs was er niet. Het werd dan ook een zeer zacht winterseizoen die nat verliep bij een normale hoeveelheid zonneschijn. Opvallend is dat we zes (!) winterstormen voor onze kiezen kregen.

December 2021 was een spectaculaire maand. We begonnen met een storm, gevolgd door de eerste sneeuw van het seizoen. Daarna werd het vanaf de 12e tot 21 december zacht, gevolgd door een ijskoude kerst en we sloten af met een recordwarme 30 december en Oudjaarsdag. Ook was er op enkele dagen sprake van ijzel in sommige delen van het land. Tenslotte hebben we de zon maar weinig gezien. De start van januari was eveneens spectaculair met een recordwarme Nieuwjaarsdag die afgesloten werd met storm Corrie. Daar tussenin was het somber en grijs en leverde zelfs bijna tien mistdagen op. Heel bijzonder was de plotselinge stijging en daling van de luchtdruk op 15 januari als gevolg van een ondergrondse vulkaanuitbarsting aan de andere kant van de wereld. De maand gaat uiteindelijk de boeken in als een zachte maand die droog en somber verliep. Februari was dit jaar een zeer zachte maand, waarbij er veel regen viel. Daarnaast was het onstuimig met als hoogtepunt vier stormen, waarvan drie in een week tijd. Winterweer ontbrak volledig en leek meer op een herfstmaand. Maar neemt niet weg dat het een zonnige maand is geworden en dat kwam door de laatste week. 

TEMPERATUUR

Met een gemiddelde etmaaltemperatuur in De Bilt van 5,8°C tegen 3,9°C normaal was de winter zeer zacht en komt op de zesde plaats van zachtste winters ooit sinds 1901. De vijf zachtste winters vonden allemaal vanaf 1990 plaats. Daarmee is het de negende zachtste winter op rij, een record. In het verleden was de langste serie acht zachte winters achter elkaar, namelijk van 1971 tot en met 1978. Daarna volgde de extreem koude winter van 1979, maar zo’n winter is nu niet meer mogelijk. Wat dat betreft past afgelopen winter perfect in het plaatje van de nieuwe Nederlandse winters. Koude winters komen over tientallen jaren niet meer voor, alleen kortdurende koude perioden met sneeuw en ijs, zoals in februari 2021, zijn dan nog mogelijk. Maar vaker zal het weerbeeld herfstachtig of al lenteachtig zijn. 

Alle wintermaanden lieten een hogere temperatuur zien dan gebruikelijk. December verliep met een gemiddelde etmaaltemperatuur van 5,4°C in De Bilt ruim een graad warmer dan normaal. Daarmee was het de 11e decembermaand op rij die (veel) warmer dan normaal was. De temperatuur maakte soms grote sprongen, waardoor het vooral vlak voor en tijdens de kerst soms even winters was. Januari eindigde op een 12e plaats in de lijst van warmste januarimaanden sinds 1901 met een gemiddelde van 5,3°C (normaal 3,6°C). Met een gemiddelde temperatuur van 6,8°C tegen 3,9°C normaal kwam de sprokkelmaand op een 4e plaats van warmste februarimaanden ooit. In de periode rond de jaarwisseling werden vier dagen op rij warmterecords gebroken. Ook werd het regionaal drie dagen op rij 15 graden of warmer. Sinds de start van de metingen in 1901 was het in de periode tussen 25 december en 4 januari niet eerder tot 15 graden gekomen. De hoogste temperatuur van de winter werd dan ook in die periode geregistreerd met 15,5°C op 30 december in Eindhoven. Ook in De Bilt werd met maximaal 13,5°C het dagrecord uit 1925 verbroken. Verder lag de minimumtemperatuur extreem hoog en in Westdorpe werd het zelfs niet kouder dan 13,1°C. Nog nooit is ergens in Nederland zo'n hoge minimumtemperatuur gemeten in december. De laagste temperatuur die deze winter in het land gemeten werd was -8,7°C. Op 26 december gaf de thermometer dit aan in het noordoost gelegen Nieuw Beerta. Het vond dus plaats tijdens de kerstdagen en werd hierdoor zelfs de op twee na koudste kerst deze eeuw. Alleen tijdens de kerstdagen van 2000 en 2010 hadden we dikkere kleding aan vanwege lagere temperaturen. Ook op Oudjaarsdag was het extreem zacht. In de nacht werd het in De Bilt al 14,4°C en in Westdorpe 14,6°C. De warmterecords uit 2017 werden verpulverd, toen werd het respectievelijk 13,7°C (De Bilt) en 14,5°C (Arcen). Tijdens de jaarwisseling was het in De Bilt 11,1°C, alleen in 2007 was het nog iets zachter. Nieuwjaarsdag verliep recordwarm met in De Bilt 13,2°C, tegen 12,9°C in 2012. Maastricht kon met 15,1°C zelfs een recordvroege lokale lentedag aantekenen. Nog ooit eerder werden zo vroeg in het voorjaar lentetemperaturen van 15 graden of meer gemeten in ons land. Ook 2 januari verliep nog nooit zo warm, in Westdorpe werd het 14,5°C. 

In De Bilt kwam het in deze winter tot 21 vorstdagen (normaal 35), waarvan op 2 dagen matig met minima onder -5 graden (normaal 9 keer). Aan de kust zagen ze de temperatuur op 6 tot 10 dagen dalen tot onder het vriespunt en in het zuiden gebeurde dat op 28 vorstdagen. In Vlissingen heeft het deze winter niet gevroren, iets wat in de vorige eeuw nog nooit is gebeurd en deze eeuw in 2014 en 2020. Er waren in De Bilt geen ijsdagen ofwel dagen waarop het de hele dag vriest, terwijl we op zes van zulke dagen mogen rekenen. In het noorden was daar wel sprake van met op enkele stations 3 ijsdagen, zoals in Eelde. 

Berkel-Enschot kreeg met een gemiddelde etmaaltemperatuur van 5,6°C tegen 4,4°C te maken met een zeer zacht winterseizoen. Overdag werd het gemiddeld 8,9°C (normaal 7,0°C) en in de nachten was het gemiddeld 2,9°C tegen 1,7°C normaal. De warmste winterdag was Nieuwjaarsdag toen het kwik naar de 14,0°C ging. Voor de koudste dag moeten we naar december toen het op de 22e niet warmer werd dan 1,2°C. Een ijsdag werd in dit seizoen dus niet waargenomen, maar wel 21 dagen met vorst waarbij het twee keer tot matige vorst kwam. En dat vond plaats op 21 en 22 december met respectievelijk -5,1°C en -5,7°C. 

NEERSLAG

De winter als geheel was aan de natte kant met landelijk gemiddeld 214 mm tegen 204 mm normaal. December en januari liepen aardig in de pas als het om neerslag ging. Beide maanden waren gemiddeld zelfs iets droger dan het langjarig gemiddelde, namelijk 49 en 58 mm tegen 75 en 68 mm normaal. Februari was met 107 gemiddeld tegen 56 mm juist zeer nat. In een groot deel van het land viel ruim meer dan de dubbele hoeveelheid neerslag en kwam op de 4e plaats van natste sprokkelmaanden ooit. Vooral in Drenthe was het winterseizoen zeer nat met in Rolde 436 mm, gevolgd door Roderesch 364, Veenhuizen 358 en Roden had nog 356 mm opgevangen. Het natste KNMI-station was ook in Drenthe te vinden met in Hoogeveen 288 mm. Het droogst was het langs de kust, waarbij Westdorpe 119 mm aftapte, Honselersdijk 128 en Cocksdorp had 164 mm in de regenmeter.

Berkel-Enschot was met 194 mm net iets te droog, want het langjarig gemiddelde bedraagt daar 224 mm. De natste dag was 6 februari toen 29 mm werd opgevangen. In totaal werd op 40 dagen minstens een millimeter afgelezen, waarvan op drie dagen minstens tien millimeter. Naast regen werd tijdens buien op zes dagen hagel geregistreerd, op twee dagen onweer en op 14 dagen was het een mistige wereld. 

In december viel vrijwel elke dag wel neerslag, want op slechts vijf dagen bleef het droog. De meeste regen viel aan het begin van de maand en net na de kerstdagen.

Op 2 januari viel in Leeuwarden 25 mm. Ook in het zuidoosten viel in de avond en nacht naar 3 januari ruim 20 mm. Op 5 januari trok een neerslaggebied zuidwaarts over het land, waarna de wind korte tijd naar het noordwesten draaide en in kracht toenam. In het zuidwestelijk kustgebied moesten diverse keringen vanwege hoogwater gesloten worden en liepen enkele kades over. Ook 8 en 9 januari waren natte dagen. In het hele land viel 10 tot 20 mm. Vanaf de 10e viel er weinig regen, slechts af en toe trok een zwakke storing over het land, die meestal slechts lichte regen of motregen veroorzaakte. Op de dag van de storm van 31 januari viel 10 tot 15 mm in het midden van het land en in Deelen 18 mm. De dag van 5 februari was vooral in het zuiden en oosten kletsnat met 20 tot 40 mm. Deelen tapte 38,4 mm af afgetapt en daarmee werd een nieuw landelijk dagrecord bijgeschreven als natste 6e februari ooit waargenomen. Zelfs De Bilt had met 24,9 mm een nieuw dagrecord en daarmee werd het officieel de natste 6e februari ooit sinds 1901. Tien dagen later was vooral in het noorden en oosten nat toen op de 16e ongeveer 25 mm werd opgevangen. De natste februaridag was 20 februari, want toen viel in een brede strook van Zuid-Holland naar Groningen 30 tot 40 mm. Maar dat niet alleen. Nadat storm Franklin in de middag aan land kwam trok in de avond een felle buienlijn over onze regio. Deze ging gepaard met onweer, hagel en zeer zware windstoten. In Berkel-Enschot werden tussen 22:30 uur en 22:45 uur 18 donderslagen waargenomen en bliksems die de hemel verlichten. Daarbij viel hagel wat leidde tot een hageldek die de straten in Tilburg tijdelijk bedekte. Het leek wel of een pak ijs naar beneden was gekomen. Maar dan de windstoten. In Cuijck werd op deze buienlijn een windstoot gemeten van 131 km/uur en tijdens de passage liep het zicht door de neerslag terug naar zo’n 20 meter. 

Sneeuw

Door het vaak zachte weer viel er deze winter weinig sneeuw en dat vond vrijwel allemaal in december plaats. Op 2, 6, 7 en 25 december vielen de witte vlokken, maar dit leidde niet tot een sneeuwdek. In Tilburg viel op de 2e in de ochtend natte sneeuw en daarmee was de eerste sneeuw van het seizoen in Midden-Brabant een feit geworden. Rond het middaguur vielen er opnieuw sneeuwbuien. Toen Sint en Piet op 6 december waren vertrokken viel in de avond in Berkel-Enschot regen die overging in sneeuw. Deze viel daar tot na middernacht die op auto’s en grasvelden bleef liggen. Het midden en oosten van het land kleurden ’s avonds laat op 6 december echt wit en kon Zeeland op 10 december ook rekenen op een wit laagje. Met kerstavond stroomde koude lucht binnen en botste op Eerste kerstdag met de zachte lucht uit het zuiden. De regen ging rondom Tilburg daardoor vroeg in de ochtend over in natte sneeuw. Een sneeuwdek leverde dat niet op en het was nog te donker om het allemaal te kunnen zien. Gelukkig liet ik op dat moment de honden uit en kon ik het allemaal waarnemen, want sneeuwval tijdens de kerstdagen blijft speciaal. In het oosten van Brabant en Limburg zorgde de sneeuwval nog wel voor een wit waasje op auto’s en gras en was daar sprake van een mini witte kerst. In januari en februari bleef het beperkt tot plaatselijke sneeuwval. Dat gebeurde in de nacht van 7 op 8 januari in het noorden van het land. Zo stond het verkeer even stil op de A3 als gevolg van zware sneeuwval. Natte sneeuw werd op de 20e gemeld boven de rivieren. Zoals in Utrecht, Wijster, Doetinchem, Heerenveen, Roodeschool en Hoogeveen. Tenslotte kwamen we op 25 februari in koude lucht en kregen de buien een winters karakter en gingen gepaard met hagel. In het noorden zelfs met onweer en natte sneeuw. 

In de drie wintermaanden werd slechts 18 keer in ons land sneeuw waargenomen tegen 33 keer normaal. December en februari telden ieder 7 dagen met sneeuw, januari slechts 4. De sneeuw bleef zelden liggen, alleen in december was het soms kortdurend wit. De winter hoort bij de 10 sneeuwarmste winters uit de geschiedenis. Recent viel in de winter van 2020 nog minder sneeuw (16 keer) en het record blijft staan op 1989 en 2014 met 11 sneeuwdagen in ons land. In Berkel-Enschot kwam het tot 4 sneeuwdagen, terwijl 14 van zulke dagen in de winter normaal is. Tot een sneeuwdek kwam het niet. 

IJzel

IJzel kwam deze winter alleen in december voor en daarvoor werd maar liefst drie keer code oranje uitgegeven door het KNMI. De eerste keer was op 11 december, toen regenbuien over een ijskoud Gelderland trokken terwijl de ondergrond bevroren was. Rond de Veluwe en tussen Nijmegen en Doetinchem leiden deze regendruppels op een bevroren wegdek plaatselijk tot verraderlijke gladheid. Op 23 december was het in een groot deel van het midden en noorden raak en hield de gladheid door ijzel tot in de middag aan. Na een koud kerstweekend, gold op de 27e code oranje in Friesland, Groningen en Drenthe. Er gebeurden toen veel ongelukken door de ijzel. 

WIND

De winter was nog niet begonnen of we konden al meteen de eerste winterstorm noteren. Vlieland scoorde namelijk op 1 december windkracht 9 met maximale windstoten tot 97 km/uur. In het Groningse Roodeschool werd een schuiver gemeld van 103 km/uur. In het midden van Brabant waaide het ook hard, maar bleef het beperkt tot 65 km/uur. In januari moesten we wachten tot de 29e wat leidde tot een onstuimige dag met windstoten tot zo’n 90 km/uur in het noorden van het land. In Friesland en Groningen zorgde dat voor stormschade, waarbij van het gebouw van de Gasunie panelen loskwamen. Oorzaak was een stormdepressie, die de Denen ‘Malik’ hadden genoemd. Twee dagen later kregen we op de 31e een heuse storm met de naam Corrie voor onze kiezen met een uur lang windkracht 9 in IJmuiden en windstoten tot 110 km/uur. Daarmee was het de tweede winterstorm van dit seizoen. Op een enkele omgevallen boom in Midden-Brabant stelde de schade niet veel voor, maar wel langs de kustgebieden waar bomen omvielen en panelen van gebouwen naar beneden kwamen. Het leverde zeer hoge waterstanden op waardoor veel sluizen dichtgingen en ook was er sprake van weggeslagen stranden. En toen kregen we de maand februari die maar liefst vier stormen kreeg.

Aan de kust en rond het IJsselmeer was het in de avond van 5 februari stormachtig. Vervolgens nam in de loop van de 6e de wind verder toe en leidde tot een storm in Vlissingen. Daarbij werden windstoten gemeten tot 112 km/uur op de Waddeneilanden. Van 16 tot en met 21 februari beleefden we een onstuimige week. In die periode kwam het maar liefst zes dagen op rij ergens in het land tot tenminste storm, kracht 9. Oorzaak waren drie stormen die over ons heen raasden. Op 16 februari kregen we te maken met de storm Dudley. Daarbij werden windstoten gemeten tot 112 km/uur op Vlieland. In onze regio bleef het beperkt tot 77 km/uur, maar dat is nog wel kracht 9. Losgevlogen gevelplaten en omgevallen bomen waren het gevolg. Op Vlieland en in Vlissingen bleef het ook in de nacht van 17 februari nog stormen met windstoten die opliepen tot opnieuw 112 km/uur op Vlieland. Het Groningse Lauwersoog zag een schuiver voorbij komen van 115 km/uur. Op de 18e was het de beurt aan storm Eunice die passeerde. De kust kreeg urenlang te maken met windkracht 10, zware storm, met uitschieters naar kracht 11. Maar wat het vooral bijzonder maakte waren de enorme windstoten tot in het binnenland toe. In Cabauw en op de Houtribdijk (Enkhuizen-Lelystad) werden windstoten geregistreerd van 145 km/uur. Het meest opvallende is wel de windstoot in Hoogeveen: 133 km/u. Zo ver in het binnenland is heel uitzonderlijk. In Brabant kwamen windstoten voor van 115 km/u in Eindhoven tot 119 km/u in Volkel. Rondom Tilburg kwam het tot 100 km/u en dat allemaal bij maximaal windkracht 8. Al heel snel werd code oranje afgekondigd en voor de kustgebieden code rood. En terecht, want het was levensgevaarlijk op de weg. Er werd door de overheid zelfs een NL-alert uitgegeven en dat is voor weersomstandigheden nog nooit gebeurd. Desondanks vielen er nog vier doden als gevolg van omgevallen bomen. Daarnaast werden er daken van huizen gerukt, kantelden vrachtwagens op (snel)wegen en kwam het openbaar vervoer tot stilstand. Al bij al was dit de zwaarste storm sinds 25 januari 1990. Een dag later kreeg Vlissingen tijdens buien nog te maken met een windstoot van 129 km/uur en bleef het in de nacht van 19 februari op Texel en Vlieland nog stormen. Op 20 februari kregen we vervolgens te maken met storm Franklin. Deze zorgde in de avond bij het passeren van een buienlijn in Cuijck voor een windstoot van 131 km/uur en liep het zicht door de neerslag terug naar zo’n 20 meter. In de westelijk kustprovincies gold in de avond enkele uren code oranje. De drie stormen veroorzaakten in ons land in totaal zo’n half miljard euro aan schade en 5 mensen verloren daarbij het leven door omgevallen bomen. 

LUCHTDRUK

Op 13 januari lag boven ons een hogedrukgebied die een waarde aangaf van 1041,8 hPa en dat leverde een nieuw dagrecord op van hoogste luchtdruk ooit waargenomen. Heel bijzonder was de avond van 15 januari. Rond 20:00 uur sprong overal ineens de barometer een paar millibar omhoog. Oorzaak was de schokgolf van een onderzeese vulkaanuitbarsting bij Tonga die onze regio na 15 uur bereikte. De Hunga Tonga-Hunga Ha’apai-vulkaan gooide vanuit de oceaan een aswolk van 30 kilometer hoog de lucht in. Veel collega-waarnemers zagen dat de luchtdruk zo’n 1,5 hPa ging oplopen bij de nadering van de schokgolf die na ongeveer een uur met 3 hPa weer ging dalen nadat de schokgolf voorbij was getrokken. Heel bijzonder dat een vulkaanuitbarsting aan de andere kant van de wereld invloed heeft op ons. In de daarop volgende nacht werd overigens een tweede schokgolf gemeten rond 2:30 uur. 

ZONNESCHIJN

Met landelijk gemiddeld 220 uren zon tegen een langjarig gemiddelde van 218 uur scheen de zon vrijwel het normale aantal uren. In het zuiden en oosten was het duidelijk somberder dan normaal; in het noordwesten was het iets zonniger dan normaal. December en januari waren somber met  samen bijna 20 uur te weinig zon. Lang leek het er op dat deze winter een van de somberste zou worden maar de laatste dagen van februari maakten veel goed. Het zonnigst was het deze winter aan de noordwestkust met in Den Helder (De Kooy) 254 zonuren. Het somberst was het in het zuidoosten met in Arcen 177 uur. In zowel De Bilt als Berkel-Enschot scheen de zon 194 uur, tegen respectievelijk 212 en 222 uur normaal. Bij dat laatste station werd 35 dagen zonder zonneschijn geregistreerd en scheen de zon op 13 dagen minstens 80% van de dagcapaciteit. Voor een winter zijn 30 zonloze dagen en 14 zeer zonnige dagen normaal.

zondag 13 maart 2022

Weersverwachting deze week: 14-18 maart

 Zacht en droog, met alleen op dinsdag wat neerslag 

Afgelopen vrijdag zagen we na een lange periode eindelijk weer eens wolken in de lucht. Op het einde van de middag werd het namelijk bewolkt, gevolgd door wat druppels in de nacht naar zaterdag. Tot die tijd kregen we een schitterende vrijdag voorgeschoteld die het kwik nog liet oplopen naar 16,8°C in Berkel-Enschot. De dag ervoor werd de 18 graden gehaald onder een stralende zon. De laatste keer dat het in onze regio zo warm was vond plaats op 29 oktober toen het in Tilburg 19,1°C werd. Daarnaast hebben we al 15 dagen achtereen geen meetbare neerslag meer in de regenmeter opgevangen. Voor zo’n lange droge periode moeten we terug naar mei-juni van het vorig jaar toen vanaf 28 mei tot en met 17 juni geen druppel viel. Gisteren viel reuze mee ondanks de verwachting dat het een sombere zaterdag zou worden met slechts 13 graden. Niets was minder waar. De zon scheen meer dan 6 uur afgewisseld door wat hoge bewolking en onschuldige stapelwolken die in de middag steeds meer toenamen. Uiteindelijk werd het in de avond bewolkt. Met ruim 16 graden was het een prima dag om eropuit te trekken. Afgelopen nacht trok een klein neerslaggebied via België over onze regio en zorgde alleen voor wat lichte regen. Ook vandaag geen sombere dag en krijgen we zelfs een herhaling van de zaterdag met kwikstanden van 16 tot mogelijk 17 graden. Oorzaak is het hogedrukgebied boven Rusland dat veel sterker blijkt dan eerder gedacht, waardoor de depressie boven de Ierland op afstand wordt gehouden. Hierdoor veel meer zonneschijn en hogere temperaturen. Maar de depressie schuift wel wat onze kant op, waardoor de bewolking in de loop van deze zondag zal toenemen. Daaruit kan in de avond en nacht wat lichte neerslag vallen. 

Op maandag is het droog. De dag begint met bewolking, maar in de loop van de middag verschijnen er opklaringen. Met 14 graden is het wat minder zacht, maar nog steeds veel te warm voor de tijd van het jaar waar 10 graden normaal is. Dinsdag wordt de slechtste dag van de week. Een neerslaggebied trekt namelijk over en de zon zullen we nauwelijks zien. In de middag trekt de regen weg en wordt het droog. Ondertussen ligt er op de Atlantische Oceaan een hogedrukgebied die op donderdag een verbinding zal aangaan met het Russische hogedrukgebied. En dat merken we op woensdag al. Langzaam verdwijnt namelijk de bewolking en het blijft droog. Met een zuidoostelijke wind wordt even zeer warme onze kant op geblazen en loopt de temperatuur op naar een graad of 18 en plaatselijk zou wel eens de 20 graden kunnen worden aangetikt. Op donderdag draait de wind naar het noordoosten. Hierdoor krijgen we een mix van zon en wolkenvelden, waarbij de thermometer 16 graden zal aanwijzen. Op vrijdag heeft het hogedrukgebied zich boven Scandinavië gevestigd met uitlopers die vrijwel geheel Europa bedekken. We komen dan in een oostelijke stroming terecht, waardoor droge maar ook koude lucht wordt aangevoerd. Overdag zakt de temperatuur van 16 graden op vrijdag tot onder de 10 graden op zondag. De nachten gaan nu ook helder verlopen en dat betekent dat de vorst weer terugkomt. Bij dit alles gaat het stevig waaien en krijgen we te maken met gevoelstemperaturen die rond de 5 graden komen te liggen. Dus de winterjas kan nog niet opgeborgen worden ondanks dat op zondag 20 maart de astronomische lente van start zal gaan. 

Prettige week!

Weersverwachting deze week: 23-27 juni 2025

  Afkoeling en warmte wisselen elkaar af   De astronomische zomer is met stijl begonnen. Terwijl gisternacht om precies 04:42 uur de zon b...