EXTREEM WARM, KLETSNAT en SOMBER
Nadat
2023 al recordwarm was evenaarde 2024 dit wederom, waarbij februari de warmste sprokkelmaand
ooit werd sinds 1901 en dat geldt ook voor de lente. Daarnaast was het een kletsnat
jaar net als vorig jaar, waarbij we de natste meimaand konden noteren sinds
1901. Vervolgens kregen we te maken met 7 stormen die langs raasden. Ondanks een
recordwarm 2024 werd het wel een somber jaar. Heel bijzonder. Tenslotte was er
sprake van negen keer code oranje.
TEMPERATUUR
Met
een gemiddelde temperatuur van 11,8°C tegen 10,7°C normaal was het opnieuw een
recordwarm jaar. Daarmee is 2024 net zo warm als 2023 en beide jaren staan
bovenaan de ranglijst van warmste jaren ooit gemeten in De Bilt. Opvallend is
dat de gehele top-10 van warmste jaren stamt uit deze eeuw. De jaren 2014 en
2020 staan op een gedeelde derde plaats met 11,7°C. De gemiddelde
maximumtemperatuur is uitgekomen op 15,6°C (normaal 14,7°C). De gemiddelde
minimumtemperatuur is 7,7°C tegen 6,4°C. Warme nachten hebben dan ook de
grootste bijdrage geleverd aan dit extreem warme jaar. In Berkel-Enschot kwam
de gemiddelde etmaaltemperatuur uit op 12,4°C tegenover het langjarig
gemiddelde (1998-2023) van 11,6°C. Hiermee komt het op de 2e plaats
van warmste jaren ooit gemeten sinds 1998, samen met 2022 en 2020. De warmste jaren
in het midden van Brabant waren zowel 2023 als 2014 met gemiddeld 12,5°C. In
2024 werd het overdag gemiddeld 16,4°C tegen 15,9°C normaal en ’s nachts werd
het gemiddeld 8,4°C, terwijl 7,4°C normaal is.
WINTER:
januari-februari
Het
jaar begon zacht en ook de laatste tien dagen van januari waren zacht. Rond het
midden van de maand waren er twee koude perioden. De eerste vorstperiode was
droog maar eindigde op 11 januari met ijzel in het zuidoosten. Boven een verse
sneeuwlaag daalde de temperatuur op 18 januari in het Limburgse Ell naar
-10,4°C en dat was tevens de laagste minimumtemperatuur van het jaar. De
laagste maximumtemperatuur in De Bilt was precies 0,0°C en dat werd op 17
januari geregistreerd. De koudste dag van het jaar werd op 8 januari
waargenomen toen het in Maastricht overdag niet warmer werd dan -1,9°C. De
gemiddelde etmaaltemperatuur lag met 3,9°C iets boven normaal (3,6°C). Februari
was de warmste februarimaand sinds het begin van de metingen met een gemiddelde
etmaaltemperatuur van 8,2°C tegen het langjarig gemiddelde van 3,9°C. Op 15
februari werd het in Woensdrecht tot 18,0°C en dat was de hoogste temperatuur
van de winter. Met een gemiddelde etmaaltemperatuur in De Bilt van 6,3°C tegen
een langjarig gemiddelde van 3,9°C was de winter zeer zacht en eindigde op een
gedeelde derde plaats samen met 2016 sinds 1901. Alleen de winters van 2020 en
2007 waren zachter met respectievelijk 6,4°C en 6,5°C.
LENTE: maart-april-mei
Maart
was met gemiddeld 9,0°C recordwarm tegen normaal 6,5°C. Vorst kwam vrijwel
niet voor, in het oosten en zuiden vroor het in 2 tot 4 etmalen. Normaal ligt
het aantal etmalen met vorst tussen 2 aan de zuidwestkust en 10 tot 11 op de
Veluwe en in het oosten. In De Bilt vroor het geheel niet, iets wat sinds 1912
niet meer was gebeurd. April was met 10,8°C een graad warmer dan normaal. In de
eerste helft van de maand waren er twee zeer warme perioden. Een groot deel van
de tweede maandhelft verliep koel. In mei werd het gemiddeld 15,5°C en dat is
bijna twee graden warmer dan normaal. Het was hiermee één van de warmste
meimaanden sinds het begin van de metingen. De gemiddelde etmaaltemperatuur in
de lente kwam uit op 11,8°C tegen een langjarig gemiddelde van 9,9°C. Daarmee
was het een recordwarme lente. Het vorige record, 11,7°C, dateert van 2007.
Alle drie lentemaanden waren ruim warmer dan normaal.
ZOMER: juni-juli-augustus
In
juni was het lange tijd koel, maar de laatste week verliep zomers. In De Bilt
werd het gemiddeld 15,8°C tegen 16,2°C normaal. Juli was met 18,1°C iets minder
warm dan normaal (18,3°C). De maand begon koel met op 9 juli een zomers
voorproefje. Vanaf 19 juli was het overwegend zomers met twee warme perioden. Augustus
was in alle opzichten zomers en zeer warm met gemiddeld 19,3°C (normaal 17,9°C).
Rond half augustus was het enkele dagen bloedheet met een hoge luchtvochtigheid
en hoge minimumtemperaturen. Op 13 augustus werd het in Nieuw Beerta 34,9°C wat
de hoogste temperatuur van het jaar was. Met een gemiddelde temperatuur van
17,7°C week de gemiddelde temperatuur in de zomer weinig af van normaal (17,4°C).
HERFST:
september-oktober-november
September
was ruim een graad warmer dan normaal (15,8°C tegen 14,7°C normaal). De maand
begon zeer warm met landinwaarts ongeveer vijf zomerse dagen. Op 1 september
werd het in het zuiden van Limburg ruim 32 graden. Oktober was zacht met 12,1°C
in De Bilt tegen 10,9°C normaal. Langdurige zachte en kortdurende koude
perioden wisselden elkaar af. In Eelde werd op 15 oktober met -0,8 °C de eerste
vorst van het winterseizoen in Nederland gemeten, maar op 26 oktober werd het
in Beek nog 23 graden. November was gemiddeld met 6,9°C tegen 7,0°C vrijwel normaal.
Het winterse prikje rond 20 november was van korte duur, want op 24 november
werd het in Ell ruim 19 graden. Met een gemiddelde etmaaltemperatuur van 11,6°C
tegen 10,9°C was de herfst zacht.
December
December
was een zachte maand en staat nu op de 8e plaats van warmste
decembermaanden ooit. De gemiddelde etmaaltemperatuur kwam uit op 6,1°C tegen
normaal 4,2°C. Zachte en koude periodes wisselden elkaar in deze maand af.
In
De Bilt kwam het dit jaar tot een record van maar liefst 290 milde dagen met
een temperatuur van tenminste 10 graden. Het vorige record was 287 milde dagen
en werd gemeten in 2020. Het jaar telde daarnaast 102 warme dagen met minstens
20 graden tegen 93 normaal. In Ell waren er 120 warme dagen. Het aantal zomerse
dagen was 28 en dat is gelijk aan het normale aantal dagen van minstens 25
graden. In het oosten (Ell, Arcen en Twenthe) waren er plaatselijk 40 zomerse
dagen. Het aantal tropische dagen van minstens 30 graden was vier tegen vijf
normaal. In Ell en Eindhoven werd het met tien dagen het vaakst tropisch warm. Het
was een aantal keer flink heet, maar nooit voor lange tijd. Nergens in het land
kwam het tot een hittegolf en dat is vrij opmerkelijk. Het laatste jaar zonder
een regionale hittegolf was in 2011.
Op
slechts 23 dagen tegen 53 normaal daalde de temperatuur in De Bilt tot onder
nul. Het record van het minste aantal vorstdagen in een heel kalenderjaar was
26 dagen en werd gemeten in 2014. In Deelen en Twenthe vroor het dit jaar het
meest: in 33 etmalen. Op slechts vier dagen kwam het in De Bilt tot matige
vorst met een minimumtemperatuur onder -5 graden. Gebruikelijk daalt het kwik
op tien van zulke dagen. Tot strenge vorst kwam het in De Bilt niet en ook niet
tot een ijsdag (normaal 8) en dat laatste is voor het tweede opeenvolgende jaar
en dat is nooit eerder voorgekomen! Regionaal kwam het wel tot ijsdagen in 2024.
Zowel in Twente als in Hupsel kwam het tot vijf van zulke dagen, waarbij het de
hele dag bleef vriezen.
In
Berkel-Enschot kwam het dit jaar tot 123 warme dagen, waarvan er 52 zomers
waren en 15 tropisch. Normaal is dat op respectievelijk 123, 48 en 11 dagen. De
hoogste temperatuur van het jaar werd op 12 augustus bereikt met 34,2°C. De
nacht daarop kregen we de warmste nacht van 2024, waarbij het kwik niet verder
zakte dan 21,2°C. Vorst kwam het in totaal op 21 dagen en dat is precies de
helft van het aantal vorstdagen wat we normaal rondom Tilburg kunnen
verwachten. Daarbij kwam het vier keer tot matige vorst met als laagste
temperatuur -7,1°C op 11 januari. De koudste dag was op 17 januari toen het
kwik niet verder kwam dan -0,7°C.
Tenslotte
kwam het dit jaar tot acht datum-warmterecords in De Bilt en dan spreken we
over officiële warmterecords. Op 23 januari werd
het eerste datum-warmterecord voor dit jaar in De Bilt genoteerd. Vervolgens
werden records genoteerd op 15 februari, 3 maart, 14
maart, 6 april en 1 september, 25
oktober en 24 november. Een
datum-kouderecord werd dit jaar in De Bilt niet gemeten.
NEERSLAG
Landelijk
is er dit jaar gemiddeld 986 mm gevallen, normaal is dat 795 mm. In het
zuidwesten was het minst nat. De meeste neerslag viel dit jaar in Leiderdorp
met 1298 mm, gevolgd door Bergen 1296, Woudenberg 1291, Hengelo 1294, Braamt
1274 en Roderesch met 1252 mm. Ook elders viel meer dan 1000 millimeter. Het natste
KNMI-station was Deelen met 1117 mm. De minste neerslag werd opgevangen op het KNMI-station
in het Zeeuwse Westdorpe met 803 mm. Daarna komen het Limburgse Vredepeel 840,
Rutten 865, Vierlingsbeek en Arcen 861 en Blerick waar 880 mm naar beneden
kwam. In Brabant was dus Vierlingsbeek de ‘droogste’ plaats, maar Steenbergen
met 906 mm is een goede tweede. Nat was het in Berkel-Enschot waar 1154 mm werd
afgetapt. Op dat station werd op 165 dagen minstens één millimeter geregistreerd
(normaal 137), waarvan op 30 dagen minstens tien millimeter. Daarbij was 12
juli de natste dag toen 39 mm werd opgevangen.
Januari-december
Met
82 mm (langjarig gemiddelde 68 mm) was januari nat. Februari was ook zeer
nat, met gemiddeld 106 mm viel er bijna twee keer zoveel neerslag als de
normale hoeveelheid van 58 mm. Normaal valt er gemiddeld 148 mm. Na vijf natte
maanden konden we in maart weer eens een droge maand noteren: 46 mm tegen 53 mm
normaal. Met 82 mm viel er in april het dubbele van wat normaal is namelijk 40
mm. Het was de op twee na natste aprilmaand sinds 1906. Met gemiddeld 127 mm
neerslag was het de natste meimaand sinds het begin van de metingen. Normaal
valt er 55 mm. In het zuiden viel plaatselijk meer dan 200 millimeter.
Plaatselijk ontstond wateroverlast, met name op 21 en 24 mei in Noord-Brabant
en op 20 mei op de grens van Groningen en Friesland, waar in korte tijd 50 tot
100 mm viel. De lente was met 256 mm neerslag gemiddeld één van de natste
lentes sinds 1901. De neerslag was in juni vrijwel normaal, maar moeten we wel
als een droge maand rekenen (62 tegen 66 mm). Op 10 juni viel in het noorden 35
tot 50 mm regen, in het oosten van Groningen plaatselijk meer dan 80 mm. Het
was een natte julimaand met gemiddeld 108 mm (normaal 78 mm). In Twente viel plaatselijk
meer dan 200 mm. Zoals meestal in de zomer zorgden buien voor grote verschillen
van plaats tot plaats. Op 9 juli gold in heel Nederland code oranje voor zware
onweersbuien. Op 21 juli zorgden onweersbuien in het oosten plaatselijk voor 50
tot 70 mm in korte tijd. Met landelijk gemiddeld 222 mm tegen het langjarig
gemiddelde van 224 mm viel de normale hoeveelheid neerslag. Augustus was droger
dan normaal, landelijk gemiddeld 52 mm tegen normaal 83 mm. In het oosten viel
plaatselijk meer dan 100 millimeter. De neerslag viel vaak tijdens zware
onweersbuien. Op 13 augustus gold voor Limburg en Overijssel kortdurend code
oranje voor onweersbuien, op 24 augustus was dat in het zuidoosten en oosten
het geval. Met gemiddeld 103 tegen 73 mm normaal was september nat. Langs de
westkust was het het natst met ongeveer 175 mm. Oktober was een droge maand.
Landelijk gemiddeld viel 52 mm, normaal is 75 mm. Het restant van de tropische
cycloon Kirk zorgde op 9 oktober in het zuidoosten voor 30 tot 50 mm regen.
November was vrij nat (landelijk gemiddeld 92 mm tegen 72 normaal). Rond
20 november had het weer winterse trekjes met ’s nachts vorst en winterse
buien. Landelijk gemiddeld viel in deze herfst 246 tegen 222 mm normaal. Het
jaar eindigde met een droge decembermaand. Normaal valt er gemiddeld over het
land 78 mm, maar nu bleef deze steken op gemiddeld 75 mm.
SNEEUW
Op
7 januari viel in het (noord)oosten natte sneeuw. Een dag later trok een
sneeuwfront over en werd het in Berkel-Enschot even wit. Van 14 tot en met 19
januari was het wisselvallig weer met winterse buien. Op veel plaatsen viel
daarbij ongeveer 5 cm sneeuw. Plaatselijk bleef de sneeuw een paar dagen
liggen. Het lagedrukgebied Irene zorgde op 17 januari in Limburg voor langdurig
sneeuwval. Daar viel 5 tot 10 cm, in de heuvels van Zuid-Limburg lag 20 tot 25
cm sneeuw enop de Vaalserberg 30 cm. In Limburg bleef de sneeuw tot en met 20
januari liggen. Pas in november viel er weer noemenswaardige sneeuw. Op 19
november ontwaakten Drenthe en Groningen in een winters landschap waar de
eerste sneeuw viel van het seizoen. Op 20 november viel op meer plaatsen
sneeuw, waarbij in Berkel-Enschot in de ochtend ruim twee uur lang sneeuwde en
op een gegeven moment een sneeuwdekje van 0,5 cm ontstond. In de avond en nacht
trokken opnieuw sneeuwbuien over. Op 21
november kwam het in de noordelijke helft van het land tot sneeuwbuien en
in Groningen viel regionaal 5 tot 10 cm sneeuw.. Na een avond en nacht met
sneeuwbuien werden vrijdagochtend 22 november ook Gelderland en Overijssel wakker in een witte wereld.
In de nacht van 21 op 22 december was er en optocht van buien die een winters
karakter kregen bestaande uit hagel en natte sneeuw. Dat laatste werd in
Roermond gemeld.
In
Berkel-Enschot viel in dit jaar op 7 dagen sneeuw, waarbij deze op vier dagen
bleef liggen. Op 15 januari werd het hoogste sneeuwdek gemeten van 2 cm.
WIND-STORM
Op
2 januari raasde storm Henk over
het land met in IJmuiden een zeer zware windstoot van 118 km/uur. Op 22 januari
kwam het in de nacht tot storm Isha en
op 24 januari trok storm Jocelyn over
het land. Op 22 februari kwam het net niet tot een officiële storm die nog wel
de naam Louis had meegekregen. Maar zorgde wel voor zeer zware windstoten op de
Houtribdijk met 115 km/uur. De dag van 10 juni was een onstuimige dag. Hoek van
Holland TIKTE windkracht 9 aan, maar dat duurde geen uur lang, waardoor het
officieel niet tot een storm is gekomen. Bij dit alles werden windstoten
gemeten tot 102 km/uur op de Oosterscheldekering. Hoek van Holland en
Vlissingen meldden windstoten van 94 km/uur. Op 6 juli konden we wel een
zomerstorm noteren en dat vond plaats op station IJmuiden met een windstoot van
98 km/uur. Op alle anders stations langs de kust werd windkracht 8 gemeten en
dat is een stormachtige wind met in Hoek van Holland en op Terschelling nog
windstoten van respectievelijk 97 en 95 km/uur. In Brabant waaide het ook
behoorlijk hard met maximaal windkracht 6 en windstoten tot 76 km/uur in
Woensdrecht. Op 27 september werd de eerste
herfststorm van het jaar genoteerd. Storm Aitor zorgde in IJmuiden voor
meerdere uren windkracht 9. Het was daarmee de eerste herfststorm. Dit ging
gepaard met zware windstoten tot 101 km/uur op de Houtribdijk, Lauwersoog en
IJmuiden, Terschelling en Vlieland hadden ieder nog 94 km/uur. Rondom Tilburg
werd maximaal 58 km/uur gemeten bij windkracht 5. Een zware storm, Cornall
geheten, trok op 27 november over het noorden van het land. Dat betekent dat er
minstens een uur lang windkracht 10 werd gemeten en dat gebeurde alleen in
Vlieland. Bij dit alles werden windstoten van orkaankracht gemeten. Zo had
Vlieland een windstoot van 128 km/uur, Stavoren 121 km/uur en Den Helder (De
Kooy) kreeg er nog een van 120 km/uur te verwerken. Dit ging gepaard met
stormschade bestaande uit omgevallen bomen en gekantelde vrachtwagens. In
Lochem kwam een fietster om het leven door een omgevallen boom. Zowel langs de
westkust als noordkust werd een gewone storm gemeten van windkracht 9 met
windstoten tot meer dan 100 km/uur. Rondom Tilburg bleef het beperkt tot een
stoot van 60 km/uur en kracht 5. Op 6 december kregen we te maken met de eerste
winterstorm en tevens zevende storm van het jaar. Vlieland en Lauwersoog
noteerde minstens een uur lang windkracht 9. Den Helder (De Kooy) had als
maximale wind ook kracht 9, maar dat duurde geen zestig minuten en dan mag het
geen storm heten. Tilburg kreeg windracht 6 te verwerken oftewel een krachtige
wind. De storm ging gepaard met zeer ware windstoten. Texel en Vlieland kregen
108 km/uur om de oren, Lauwersoog 102, Terschelling 97 en het Friese Stavoren
96 km/uur. In het midden van Brabant bleef het beperkt tot 63 km/uur. Op 22
december gingen gure buien gepaard met veel wind. Texel en IJmuiden meldde een
stormachtige wind, kracht 8, en Hoek van Holland tikte zelfs even windkracht 9
aan. Daarbij werden windstoten gemeten van zo’n 90 km/uur. In Brabant bleef het
beperkt tot een vrij krachtige wind, kracht 5, met windstoten tot 60 km/u.
ZONNESCHIJN
Nadat
de tien voorgaande jaren zonnig of zeer zonnig verliepen scheen de zon in 2024
met 1748 uur iets minder dan het normale aantal uren. Normaal is 1774 uur. Aan
de noordwestkust was het het zonnigst: in Den Helder (De Kooy) scheen de zon
1874 uur. In het noordoosten was het wat zonniger dan normaal, elders scheen de
zon minder dan normaal waarbij het in het zuidoosten somber was met in Arcen
slechts 1528 uur zon.
Januari
was een zonnige maand, met landelijk gemiddeld 86 zonuren tegen 68 zonuren. Met
slechts 52 uur zon (langjarig gemiddelde 92 uur) daarentegen was februari een
zeer sombere maand. Dat geldt ook voor maart: 126 zonuren, terwijl we normaal
op 145 uren mogen rekenen. April idem dito. Ook die verliep somber met 167 uur
tegen 197 zonuren normaal. De lente was met gemiddeld 504 uur zon dan ook zeer somber,
normaal is 567 uur. Juni was eindelijk weer eens een zonnige maand met 227 uren
zonneschijn (normaal 214) en juli was vrijwel gelijk met 223 zonuren tegenover
het jaargemiddelde van 220 uren. Het was zonnig in augustus met 240 uur zon
(normaal 205 uur) en met 701 uur zon was het een zonnige zomer, want normalen
hoeven we maar op 641 uur te rekenen. September was duidelijk zonniger dan
normaal met 182 uur zon; normaal is 159 uur. Met gemiddeld over het land 128
uren zon tegen 120 zonuren was oktober iets zonniger dan normaal. De zon scheen
in november landelijk gemiddeld ook vrijwel het normale aantal uren. Met
gemiddeld over het land 374 uur zon tegen normaal 349 uur was de herfst als
geheel aan de zonnige kant, hetgeen vooral voor rekening kwam van september. Met
slechts 29 uur scheen de zon in december de helft van de normale
zonneschijnduur.
NOORDERLICHT
Op 4 maart was vooral in het noorden een roze
en paarse gloed aan de hemel te zien. Ook op 10 en 11 mei was een fraai noorderlicht
zichtbaar. Deze keer overal in het land en kleurde de hemel roze, paars en
groen. Dat het noorderlicht zo zuidelijk te zien was, werd veroorzaakt door een
zeer krachtige geomagnetische zonnestorm, die tot stand kwam door een serie
uitzonderlijk grote verstoringen in de wind op de zon.
WEERWAARSCHUWINGEN
In
2024 kwam het jaar negen keer tot een code oranje waarschuwing. Dat betekent
dat er grote kans is op gevaarlijk weer waarbij de impact groot is met
mogelijke schade, letsel of veel overlast. Voor het eerst sinds 2011 kwam het
niet tot code rood (weeralarm). Hieronder alle weerwaarschuwingen van code
oranje van dit jaar:
2-3
januari: zeer zware windstoten in Noord-Holland, Friesland, de Waddeneilanden
en het IJsselmeergebied
11-12
januari: gladheid door ijzel in Overijssel, Gelderland, Noord-Brabant en
Limburg
21-22
januari: zeer zware windstoten in Noord-Holland en het Waddengebied.
22
februari: zeer zware windstoten in het hele land
9
juli: zware onweersbuien in het hele land
13
augustus: zware onweersbuien en wateroverlast in Limburg en Overijssel
24
augustus: zware onweersbuien in Overijssel, Gelderland, Noord-Brabant en
Limburg.
21-22
november: gladheid door sneeuwbuien in Groningen
27
november: zeer zware windstoten