zondag 8 mei 2022

April 2022: koud en zonnig

Van een winterse begin, met sneeuw, naar een middenstuk met lenteweer tot een fris einde. Daarbij sneuvelde diverse kouderecords, maar we konden wel de eerste officiële warme dag van dit jaar noteren. Berkel-Enschot noteerde zelfs zes warme dagen van minstens 20 graden. Desondanks werd het een koude maand die nog veel zonneschijn met zich meebracht. Tenslotte kregen we gemiddeld de normale hoeveelheid neerslag en dat viel al in de eerste tien dagen. 

TEMPERATUUR

Met een gemiddelde etmaaltemperatuur van 9,3°C tegen 9,8°C normaal was april een koude maand en dat zagen we op veel plekken. In Gilze-Rijen werd het gemiddeld 9,6°C en in Berkel-Enschot 10,2°C tegen normaal 11,0°C. Bij dat laatste station werd het overdag gemiddeld 15,5°C en in de nachten was het gemiddelde 4,8°C. De maand begon meteen al koud als vervolg op het winterse einde van maart. In de nacht en vroege ochtend van 1 april lagen de temperaturen rond of iets onder nul en overdag werd het niet warmer dan 1,8°C in Maastricht. En daarmee sneuvelde meteen een koude record van koudste eerste aprildag ooit waargenomen. Dat stond voorheen op 2,5°C waargenomen in 1963 in Eelde. In onze regio werd het 3,9°C, maar in Ell, Arcen, Hupsel en Twenthe werd de 3 graden zelfs niet gehaald en ook dat leverde allemaal koude-dagrecords op. Het was bijzonder koud, want de gehele dag lag de gevoelstemperatuur o.a. in Tilburg op 1 april onder het vriespunt. Daarna volgde er een tweetal koude nachten. Zo vroor het op 2 april matig in Eelde tot -5,2°C en de daarop volgende nacht was meteen de koudste van deze maand. Deelen noteerde een kwikstand van -6,3°C, Twenthe -6,0°C, Eindhoven -5,9°C, Herwijnen en Eelde ieder -5,8°C en Gilze-Rijen had -5,7°C. En zo’n koude nacht op 3 april is sinds 1901 niet voorgekomen. Het vorige kouderecord stond namelijk op -5,5°C in Winterswijk wat op 3 april 1909 werd geregistreerd. Aan de grond werd het helemaal ijskoud en werd in Hupsel strenge vorst geregistreerd van -10,8°C! Eindhoven had nog -9,8°C en Twenthe -9,6°C. Ook dit leverde een nieuw kouderecord op, want nog nooit is het op 3 april op 10 cm hoogte zo koud geweest. Het vorige record komt uit 1996 met -7,9°C in zowel Eelde als Hoogeveen. 

Vanaf de 4e werd het zachter en lagen de middagtemperaturen tot en met 7 april op 11 tot 12 graden gemiddeld. Op de 8e werd vrijwel nergens nog de 10 graden gehaald, maar dat was wel meteen de laatste dag dat dit gebeurde want daarna bleven de maximumtemperaturen in de dubbele cijfers. In de nachten van 9, 10 en 11 april kwam het opnieuw plaatselijk tot lichte vorst, waarbij Eelde op de 11e een temperatuur had van -2,9°C. Maar op die dag werd wel warme lucht aangevoerd en werd het in Maastricht ruim 17 graden. Op 12 april kwam het in een groot deel van het land tot een warme dag en werd in Twenthe met 22,6°C de hoogste temperatuur van de maand bereikt op een KNMI-station. De Bilt zorgde met 20,6°C voor de eerste officiële warme dag van het jaar. Het was meteen ook daar de enige warme dag van de maand, normaal zijn dat er 4 tot 5. Berkel-Enschot had nog een temperatuur van 23,4°C, Eindhoven 22,5°C en in Volkel werd het 22,4°C. Gemiddeld valt de eerste officiële warme dag op 13 april. Vanaf de 16e brak er een periode aan met temperaturen iets boven normaal, maar in Brabant was het stukken warmer waarbij Berkel-Enschot vanaf 17 april drie warme dagen achtereen had met minstens 20 graden. Maar de ochtenden waren soms erg fris. Zoals op de 17e, eerste paasdag, waarbij het in het (noord)oosten had gevroren. Dat gebeurde in Hoogeveen en Twenthe waar het kwik zakte tot -0,5°C en in Nieuw Beerta werd het iets kouder met -0,9°C. Aan de grond daarentegen vroor het op heel veel plaatsen tot wel -4,0°C in Gilze-Rijen en -4,5°C in Twenthe. Zelfs De Bilt had nog een grondtemperatuur van -3,9°C. 

Op de 25e kwam er een duidelijk dipje in al die hoge temperaturen die we toen al gewend waren. Ineens werd het die dag niet warmer dan 10 tot 11 graden in het midden van het land en in Brabant. Maar daarna steeg het kwik weer. Althans in een groot deel van het land. Het noorden bleef duidelijk achter en daar zagen ze tot en met het einde van de maand dat de temperatuur plaatselijk bleef hangen op een graad of 11. Tijdens opklaringen kon het in de polaire lucht, die met een noordenwind werd aangevoerd, sterk afkoelen. Zo daalde het kwik in de Koningsnacht van 26 op 27 april in Twenthe tot -1,6°C en in Deelen werd het -1,5°C. Aan de grond had het vrijwel overal gevroren tot -6,1°C in Twenthe en dan spreken we van matige vorst op 10 cm hoogte. Gilze-Rijen en Woensdrecht zagen het -4,4°C worden. Vervolgens koelde de volgende nacht opnieuw af tot -1,3°C in Twenthe en aan de grond kwam het daar opnieuw tot matige vorst met -5,8°C. Heino had -4,5°C en Rotterdam -4,3°C. In de duinen bij Castricum werd op deze 28 april een extreem lage temperatuur van -9,2°C gemeten. Dit is geen officieel weerstation, dat staat opgesteld op misschien wel het beste ‘vorstgevoelige’ plekje van Nederland namelijk in een zogenaamde duinpan. De laatste aprildag was trouwens voor iedereen fris, want warmer dan 12 tot 14 graden werd het niet. 

Het aantal dagen waarop het heeft gevroren kwam in De Bilt uit op drie en dat is normaal voor de grasmaand. Twenthe telde 8 dagen met vorst tegen 6 normaal. Vorig jaar vroor het een stuk vaker, in het Drentse Eelde maar liefst 18 dagen! Het aantal warme dagen van minstens 20 graden liep dit jaar uiteen van nul in het noordwesten tot drie in Eindhoven, vijf in Woensdrecht en zes in Tilburg en Berkel-Enschot. April kende dit jaar nergens zomerse dagen van 25 graden of meer, terwijl we toch op twee van zulke dagen mogen rekenen. Door het zonnige karakter van de maand waren er veel mooi-weerdagen. De Bilt telde er 10 tegen 7 normaal. Er waren 7 aprilmaanden met meer mooi-weerdagen, recent waren dit 2007, 2009, 2011, 2018, 2019 en 2020. Wat dat betreft zijn we deze eeuw dus al goed verwend. Op een mooi-weerdag is het droog, schijnt de zon meer dan de helft van de tijd en is het warmer dan normaal. 

NEERSLAG

In totaal viel er gemiddeld over het land 39 mm en dat is vrijwel de normale hoeveelheid voor april van 40 mm. In het midden en oosten van het land was het over het algemeen te nat. Beekbergen ving 91 mm op, Rolde 84, Zuidwolde 77 en Veenhuizen en Woudenberg ieder 76 mm. Aan de kust en in Limburg was het juist te droog met plaatselijk niet meer dan 10 tot 20 mm. Zo had het Noord-Hollandse Cocksdorp 10 mm, het Zeeuwse Clinge 20, Krabbendijke 23 en Den Helder en Venraij tapte ieder 28 mm af. Berkel-Enschot was met 39 mm ook een droge maand, waarbij op de 7e daar de natste dag was toen 9 mm werd opgevangen. In totaal viel daar op negen dagen neerslag in de vorm van regen. Daarnaast werd er tijdens buien ook hagel (1x), sneeuw (3x) en onweer (1x) geregistreerd. Mist kwam trouwens ook nog eens op twee dagen voor. In De Bilt was april met 61 mm een natte maand, normaal valt er 42 mm.

Vrijwel alle neerslag viel in de eerste tien dagen van de maand. Er viel behoorlijk wat neerslag op 1 april en dat gebeurde op de Veluwe, in de omgeving van Nijmegen en in Noord-Limburg waar meer dan 25 mm werd opgevangen. Zo kreeg Siebengewald 31 millimeter in de regenmeter. Op de 5e werd in het midden en oosten meer dan 25 mm afgetapt, zoals in Duiven met 32 mm. Ook op 7 april viel regionaal meer dan 20 mm door stevige buien die gepaard gingen met hagel, onweer en windstoten. Gieterveen tapte 31 mm af, Marknesse en Deelen ieder 21 mm en Wijk aan Zee had 19 mm in de regenmeter. Het wisselvallige weer bleef aanhouden tot 10 april. De eerste 10 dagen van april waren sinds 1994 niet zo nat geweest in ons land. Daarna bleef het overwegend droog, met alleen op 13, 25 en 26 april plaatselijk zo’n 1 á 2 mm. De meeste stations telden in april dan ook 19 tot 20 droge dagen. 

SNEEUW

Heel bijzonder was de sneeuwsituatie op 1 april. Met een ijskoude noordoostelijke stroming werd lucht vanuit de poolstreken aangevoerd. Daardoor ging in de nacht van 1 april neerslag over in sneeuw, die bleef liggen tot diep in de middag. Maar de verwachting was zo hoog gespannen dat het rondom Tilburg eigenlijk tegenviel. Alleen op grasvelden, daken en auto’s lag gemiddeld 1 cm sneeuw; op wegen en stoepen vrijwel niets. Maar in de rest van het land ging het helemaal los. Zo werd Berg en Dal wakker met 13 cm sneeuwdek en op de Veluwe tussen Rozendaal en Rheden lag zelfs 17 cm. Dit is het op twee na hoogste sneeuwdek ooit in april gemeten. Vorig jaar was het overigens ook raak toen op de Vaalserberg 15 cm sneeuw werd gemeten. Kijken we nog verder terug dan had ook Ameland op 8 april 1970 een sneeuwdek van 15 cm en diezelfde hoogte had ook Ruinerwold op 14 april 1999. Sneeuwval komt in april vrijwel elk jaar wel voor. Sinds het begin van de sneeuwmetingen in 1951 gebeurde dat alleen niet in 1974, 1987 en 1993. Terug naar dit jaar, waarbij op de eerste aprildag op veel plekken 1 tot 8 cm viel. De Bilt noteerde met 2 cm voor het eerst sinds 1978 weer een officieel gesloten sneeuwdek in april! Op de hoogste top van de Veluwe bleef de sneeuw tot 5 april liggen. In de Limburgse heuvels viel de meeste neerslag sneeuw pas in de nacht naar 2 april. In Vaals werd op 2 april nog 5 cm sneeuw gemeten. Ook op 2 april vielen in Tilburg sneeuwbuien en op de 3e gingen deze gepaard met regen en hagel. 

LUCHTDRUK

De barometer zakte op de 6e op Vlieland en Terschelling tot 985 hPa en een dag later werd het allemaal nog erger. Op de Waddeneilanden werd een waarde gehaald van 976 hPa en dat leverde een nieuw dagrecord op voor 7 april. Dat stond eerst nog op 978,7 hPa waargenomen in 1949 in Eelde. Het maandrecord van april ging er niet aan en blijft staan op 972,6 hPa wat geregistreerd werd op 1 april 1994. 

WIND

En zulke lage drukstanden op de 7e geeft vrijwel altijd onstuimig weer en dat hebben we geweten. Zowel in Hoek van Holland als op de Houtribdijk werd even windkracht 9 gemeten, maar een storm mogen we het niet noemen omdat het niet een uur lang duurde. Rondom Tilburg kwam de maximale windkracht uit op 7 en dan spreken we van een harde wind. Daarbij werden windstoten gemeten tot 92 km in Berkel-Enschot. Maar op andere stations waaide het nog heviger. Zo kreeg Rotterdam een windstoot van 120 km/uur en dan spreken we van orkaankracht! Zelfs ver in het binnenland kwamen zware windstoten voor tot wel 111 km/uur in het Limburgse Ell. Cabauw had nog een windstoot van 105 km/uur. 

ZONNESCHIJN 

Met gemiddeld over het land van 226 zonuren tegen 195 normaal was april een zonnige maand. Dit betekent een 9e plek in de top-10 zonnigste aprilmaanden sinds 1906. Na een zonnige februari en een recordzonnige maart is het de derde zonnige maand op een rij. Het zonnigst was het langs de kust met op Lauwersoog 253 zonuren gevolgd door Terschelling met 252 zonuren. Het minst zonnig was het in het oosten van het land met in Hoogeveen slechts 196 uren zon en in Deelen 206 zonuren. Berkel-Enschot kreeg in deze maand de zon 225 uren te zien, tegen 202 normaal. Daarbij werden vijf sombere dagen geteld en maar liefst twaalf zeer zonnige dagen, waarop de zon minstens 10 uur heeft geschenen. De natste periode was tegelijk ook de somberste periode van de maand. Met name van 4 t/m 6 april was het erg somber, met op veel plaatsen twee tot drie zonloze dagen, normaal is dat er één. Maar vanaf de 11e brak een zeer zonnige periode aan. Het werd in De Bilt over de periode 11-20 april zelfs de op twee na zonnigste tweede decade van april ooit waargenomen. Men registreerde daar namelijk 101 zonuren. Op de eerste en tweede plaats staan april 2003 met 104 uur en april 1942 met 111 uren zonneschijn. De paasdagen (17-18 april) verliepen daarbij bijna recordzonnig met in totaal 25,1 zonuren. In 2019 scheen de zon tijdens deze feestdagen 26 uren.

Geen opmerkingen:

Weerspreuk van de week: 27 juni-3 juli 2025

  Is Sint Pieter (29 juni) helder en klaar, dan wordt het een goed bijenjaar.   Brengt juli hete gloed, zo gedijt september goed.