Van
een winterse begin, met sneeuw, naar een middenstuk met lenteweer tot een fris
einde. Daarbij sneuvelde diverse kouderecords, maar we konden wel de eerste
officiële warme dag van dit jaar noteren. Berkel-Enschot noteerde zelfs zes
warme dagen van minstens 20 graden. Desondanks werd het een koude maand die nog
veel zonneschijn met zich meebracht. Tenslotte kregen we gemiddeld de normale
hoeveelheid neerslag en dat viel al in de eerste tien dagen.
TEMPERATUUR
Met
een gemiddelde etmaaltemperatuur van 9,3°C tegen 9,8°C normaal was april een
koude maand en dat zagen we op veel plekken. In Gilze-Rijen werd het gemiddeld
9,6°C en in Berkel-Enschot 10,2°C tegen normaal 11,0°C. Bij dat laatste station
werd het overdag gemiddeld 15,5°C en in de nachten was het gemiddelde 4,8°C. De
maand begon meteen al koud als vervolg op het winterse einde van maart. In de
nacht en vroege ochtend van 1 april lagen de temperaturen rond of iets onder
nul en overdag werd het niet warmer dan 1,8°C in Maastricht. En daarmee
sneuvelde meteen een koude record van koudste eerste aprildag ooit waargenomen.
Dat stond voorheen op 2,5°C waargenomen in 1963 in Eelde. In onze regio werd
het 3,9°C, maar in Ell, Arcen, Hupsel en Twenthe werd de 3 graden zelfs niet
gehaald en ook dat leverde allemaal koude-dagrecords op. Het was bijzonder koud, want de gehele dag lag de
gevoelstemperatuur o.a. in Tilburg op 1 april onder het vriespunt. Daarna
volgde er een tweetal koude nachten. Zo vroor het op 2 april matig in Eelde tot
-5,2°C en de daarop volgende nacht was meteen de koudste van deze maand. Deelen
noteerde een kwikstand van -6,3°C, Twenthe -6,0°C, Eindhoven -5,9°C, Herwijnen
en Eelde ieder -5,8°C en Gilze-Rijen had -5,7°C. En zo’n koude nacht op 3 april
is sinds 1901 niet voorgekomen. Het vorige kouderecord stond namelijk op -5,5°C
in Winterswijk wat op 3 april 1909 werd geregistreerd. Aan de grond werd het helemaal ijskoud en werd in Hupsel
strenge vorst geregistreerd van -10,8°C! Eindhoven had nog -9,8°C en Twenthe
-9,6°C. Ook dit leverde een nieuw kouderecord op, want nog nooit is het op 3
april op 10 cm hoogte zo koud geweest. Het vorige record komt uit 1996 met
-7,9°C in zowel Eelde als Hoogeveen.
Vanaf
de 4e werd het zachter en lagen de middagtemperaturen tot en met 7 april op 11
tot 12 graden gemiddeld. Op de 8e werd vrijwel nergens nog de 10 graden
gehaald, maar dat was wel meteen de laatste dag dat dit gebeurde want daarna
bleven de maximumtemperaturen in de dubbele cijfers. In de nachten van 9, 10 en
11 april kwam het opnieuw plaatselijk tot lichte vorst, waarbij Eelde op de 11e
een temperatuur had van -2,9°C. Maar op die dag werd wel warme lucht aangevoerd
en werd het in Maastricht ruim 17 graden. Op 12 april kwam het in een groot
deel van het land tot een warme dag en werd in Twenthe met 22,6°C de hoogste
temperatuur van de maand bereikt op een KNMI-station. De Bilt zorgde met 20,6°C
voor de eerste officiële warme dag van het jaar. Het was meteen ook daar de
enige warme dag van de maand, normaal zijn dat er 4 tot 5. Berkel-Enschot had
nog een temperatuur van 23,4°C, Eindhoven 22,5°C en in Volkel werd het 22,4°C. Gemiddeld
valt de eerste officiële warme dag op 13 april. Vanaf de 16e brak er een
periode aan met temperaturen iets boven normaal, maar in Brabant was het
stukken warmer waarbij Berkel-Enschot vanaf 17 april drie warme dagen achtereen
had met minstens 20 graden. Maar de ochtenden waren soms erg fris. Zoals op de
17e, eerste paasdag, waarbij het in het (noord)oosten
had gevroren. Dat gebeurde in Hoogeveen en Twenthe waar het kwik zakte tot
-0,5°C en in Nieuw Beerta werd het iets kouder met -0,9°C. Aan de grond
daarentegen vroor het op heel veel plaatsen tot wel -4,0°C in Gilze-Rijen en
-4,5°C in Twenthe. Zelfs De Bilt had nog een grondtemperatuur van -3,9°C.
Op
de 25e kwam er een duidelijk dipje in al die hoge temperaturen die we toen al
gewend waren. Ineens werd het die dag niet warmer dan 10 tot 11 graden in het
midden van het land en in Brabant. Maar daarna steeg het kwik weer. Althans in
een groot deel van het land. Het noorden bleef duidelijk achter en daar zagen
ze tot en met het einde van de maand dat de temperatuur plaatselijk bleef
hangen op een graad of 11. Tijdens opklaringen kon het in de polaire lucht, die
met een noordenwind werd aangevoerd, sterk afkoelen. Zo daalde het kwik in de Koningsnacht
van 26 op 27 april in Twenthe tot -1,6°C en in Deelen werd het -1,5°C. Aan de
grond had het vrijwel overal gevroren tot -6,1°C in Twenthe en dan spreken we
van matige vorst op 10 cm hoogte. Gilze-Rijen en Woensdrecht zagen het -4,4°C
worden. Vervolgens koelde de volgende nacht opnieuw af tot -1,3°C in Twenthe en
aan de grond kwam het daar opnieuw tot matige vorst met -5,8°C. Heino had -4,5°C
en Rotterdam -4,3°C. In de duinen bij Castricum werd op deze 28 april een
extreem lage temperatuur van -9,2°C gemeten. Dit is geen officieel weerstation,
dat staat opgesteld op misschien wel het beste ‘vorstgevoelige’ plekje van
Nederland namelijk in een zogenaamde duinpan. De laatste aprildag was trouwens
voor iedereen fris, want warmer dan 12 tot 14 graden werd het niet.
Het
aantal dagen waarop het heeft gevroren kwam in De Bilt uit op drie en dat is
normaal voor de grasmaand. Twenthe telde 8 dagen met vorst tegen 6
normaal. Vorig jaar vroor het een stuk vaker, in het Drentse Eelde
maar liefst 18 dagen! Het aantal warme dagen van minstens 20 graden liep dit
jaar uiteen van nul in het noordwesten tot drie in Eindhoven, vijf in
Woensdrecht en zes in Tilburg en Berkel-Enschot. April kende dit jaar nergens
zomerse dagen van 25 graden of meer, terwijl we toch op twee van zulke dagen mogen
rekenen. Door het zonnige karakter van de maand waren er veel mooi-weerdagen.
De Bilt telde er 10 tegen 7 normaal. Er waren 7 aprilmaanden met meer
mooi-weerdagen, recent waren dit 2007, 2009, 2011, 2018, 2019 en 2020. Wat dat
betreft zijn we deze eeuw dus al goed verwend. Op een mooi-weerdag is het droog,
schijnt de zon meer dan de helft van de tijd en is het warmer dan normaal.
NEERSLAG
In
totaal viel er gemiddeld over het land 39 mm en dat is vrijwel de normale
hoeveelheid voor april van 40 mm. In het midden en oosten van het land was het over
het algemeen te nat. Beekbergen ving 91 mm op, Rolde 84, Zuidwolde 77 en
Veenhuizen en Woudenberg ieder 76 mm. Aan de kust en in Limburg was het juist
te droog met plaatselijk niet meer dan 10 tot 20 mm. Zo had het Noord-Hollandse
Cocksdorp 10 mm, het Zeeuwse Clinge 20, Krabbendijke 23 en Den Helder en
Venraij tapte ieder 28 mm af. Berkel-Enschot was met 39 mm ook een droge maand,
waarbij op de 7e daar de natste dag was toen 9 mm werd opgevangen. In totaal
viel daar op negen dagen neerslag in de vorm van regen. Daarnaast werd er tijdens
buien ook hagel (1x), sneeuw (3x) en onweer (1x) geregistreerd. Mist kwam
trouwens ook nog eens op twee dagen voor. In De Bilt was april met 61 mm een
natte maand, normaal valt er 42 mm.
Vrijwel
alle neerslag viel in de eerste tien dagen van de maand. Er viel behoorlijk wat
neerslag op 1 april en dat gebeurde op de Veluwe, in de omgeving van Nijmegen
en in Noord-Limburg waar meer dan 25 mm werd opgevangen. Zo kreeg Siebengewald 31
millimeter in de regenmeter. Op de 5e werd in het midden en oosten meer dan 25
mm afgetapt, zoals in Duiven met 32 mm. Ook op 7 april viel regionaal meer dan
20 mm door stevige buien die gepaard gingen met hagel, onweer en windstoten. Gieterveen
tapte 31 mm af, Marknesse en Deelen ieder 21 mm en Wijk aan Zee had 19 mm in de
regenmeter. Het wisselvallige weer bleef aanhouden tot 10 april. De eerste
10 dagen van april waren sinds 1994 niet zo nat geweest in ons land. Daarna
bleef het overwegend droog, met alleen op 13, 25 en 26 april plaatselijk zo’n 1
á 2 mm. De meeste stations telden in april dan ook 19 tot 20 droge dagen.
SNEEUW
Heel
bijzonder was de sneeuwsituatie op 1 april. Met een ijskoude noordoostelijke
stroming werd lucht vanuit de poolstreken aangevoerd. Daardoor ging in de nacht
van 1 april neerslag over in sneeuw, die bleef liggen tot diep in de middag. Maar
de verwachting was zo hoog gespannen dat het rondom Tilburg eigenlijk
tegenviel. Alleen op grasvelden, daken en auto’s lag
gemiddeld 1 cm sneeuw; op wegen en stoepen vrijwel niets. Maar in de rest van
het land ging het helemaal los. Zo werd Berg en Dal wakker met 13 cm sneeuwdek
en op de Veluwe tussen Rozendaal en Rheden lag zelfs 17 cm. Dit is het op twee
na hoogste sneeuwdek ooit in april gemeten. Vorig jaar was het overigens ook
raak toen op de Vaalserberg 15 cm sneeuw werd gemeten. Kijken we nog verder
terug dan had ook Ameland op 8 april 1970 een sneeuwdek van 15 cm en diezelfde
hoogte had ook Ruinerwold op 14 april 1999. Sneeuwval komt in april vrijwel elk
jaar wel voor. Sinds het begin van de sneeuwmetingen in 1951 gebeurde dat
alleen niet in 1974, 1987 en 1993. Terug naar dit jaar, waarbij op de eerste
aprildag op veel plekken 1 tot 8 cm viel. De Bilt noteerde met 2
cm voor het eerst sinds 1978 weer een officieel gesloten sneeuwdek in
april! Op de hoogste top van de Veluwe bleef de sneeuw tot 5 april liggen.
In de Limburgse heuvels viel de meeste neerslag sneeuw pas in de nacht naar 2
april. In Vaals werd op 2 april nog 5 cm sneeuw gemeten. Ook op 2 april vielen in
Tilburg sneeuwbuien en op de 3e gingen deze gepaard met regen en hagel.
LUCHTDRUK
De
barometer zakte op de 6e op Vlieland en Terschelling tot 985 hPa en een dag
later werd het allemaal nog erger. Op de Waddeneilanden werd een waarde gehaald
van 976 hPa en dat leverde een nieuw dagrecord op voor 7 april. Dat stond eerst
nog op 978,7 hPa waargenomen in 1949 in Eelde. Het maandrecord van april ging
er niet aan en blijft staan op 972,6 hPa wat geregistreerd werd op 1 april
1994.
WIND
En
zulke lage drukstanden op de 7e geeft vrijwel altijd onstuimig weer en dat
hebben we geweten. Zowel in Hoek van Holland als op de Houtribdijk werd even
windkracht 9 gemeten, maar een storm mogen we het niet noemen omdat het niet
een uur lang duurde. Rondom Tilburg kwam de maximale windkracht uit op 7 en dan
spreken we van een harde wind. Daarbij werden windstoten gemeten tot 92 km in
Berkel-Enschot. Maar op andere stations waaide het nog heviger. Zo kreeg
Rotterdam een windstoot van 120 km/uur en dan spreken we van orkaankracht! Zelfs ver in het binnenland kwamen zware windstoten voor
tot wel 111 km/uur in het Limburgse Ell. Cabauw had nog een windstoot
van 105 km/uur.
ZONNESCHIJN
Met
gemiddeld over het land van 226 zonuren tegen 195 normaal was april een zonnige
maand. Dit betekent een 9e plek in de top-10 zonnigste aprilmaanden sinds 1906.
Na een zonnige februari en een recordzonnige maart is het de derde zonnige maand
op een rij. Het zonnigst was het langs de kust met op Lauwersoog 253 zonuren
gevolgd door Terschelling met 252 zonuren. Het minst zonnig was het in het
oosten van het land met in Hoogeveen slechts 196 uren zon en in Deelen 206
zonuren. Berkel-Enschot kreeg in deze maand de zon 225 uren te zien, tegen 202
normaal. Daarbij werden vijf sombere dagen geteld en maar liefst twaalf zeer
zonnige dagen, waarop de zon minstens 10 uur heeft geschenen. De natste periode
was tegelijk ook de somberste periode van de maand. Met name van 4 t/m 6 april
was het erg somber, met op veel plaatsen twee tot drie zonloze dagen, normaal
is dat er één. Maar vanaf de 11e brak een zeer zonnige periode aan. Het werd in
De Bilt over de periode 11-20 april zelfs de op twee na zonnigste tweede decade
van april ooit waargenomen. Men registreerde daar namelijk 101 zonuren. Op de
eerste en tweede plaats staan april 2003 met 104 uur en april 1942 met 111 uren
zonneschijn. De paasdagen (17-18 april) verliepen daarbij bijna
recordzonnig met in totaal 25,1 zonuren. In 2019 scheen de zon tijdens
deze feestdagen 26 uren.