De
afgelopen drie jaren grossierden in warmte en perioden van extreme droogte. Aan
deze reeks kwam in 2021 een einde. We beleefden namelijk een koud jaar die nat
en zonnig verliep. In de eerste helft van het jaar was het koud en in de tweede
helft was het juist zacht. Uitschieters waren de zeer koude lente en de warmste
juni sinds 1901. Daarbij viel er over het jaar gemiddeld meer neerslag dan
normaal, werden er stormen waargenomen en zelfs valwinden en tornado’s. Opvallend
is het recordaantal code oranjes en rood wegens extreem weer. Kortom, het was
een boeiend weerjaar.
TEMPERATUUR
Het
jaar 2021 was met een gemiddelde etmaaltemperatuur van 10,4°C in De Bilt net
iets te koud, want het langjarig gemiddelde bedraagt 10,5°C. De laatste keer
dat we een koud jaar hadden was in 2013 toen het gemiddeld maar 9,8°C werd. Dat
het dit jaar gemiddeld iets te koud was kwam vooral door een koud voorjaar. De
gemiddelde lentetemperatuur was 8,1°C tegen 9,9°C normaal. Naast de drie lentemaanden
(maart, april en mei) waren ook januari, juli en augustus kouder dan
gebruikelijk. April (de koudste sinds 1986) en mei (koudste sinds 2010) waren
zelfs extreem koud. Daar tegenover stonden zes relatief warme maanden. Juni
sprong eruit met een nieuw warmterecord van 18,2°C tegen 16,2°C normaal en een
zeer warme septembermaand die in top-10 terecht kwam van warmste
septembermaanden ooit. Het koudste weer van 2021 beleefden we in februari
met een sneeuwstorm, gevolgd door een week met stevige vorst en schaatspret.
Toch was februari gemiddeld vrij zacht, doordat het in de tweede helft van de
maand het enorm warm werd. Van 21 tot en met 24 februari werden maar liefst
vier datum-warmterecords genoteerd voor de maximumtemperatuur in De Bilt. Ook
op 31 maart was het recordwarm. Tot slot sloten we het jaar af met de
warmste 30 december met een unieke 15 graden, de warmste
decembernacht en de warmste Oudjaarsdag. Kouderecords kwamen dit jaar
opnieuw niet voor. Het laatste kouderecord voor het maximum in De Bilt dateert
van 6 oktober 2019. De laagste jaartemperatuur werd op 9 februari gemeten
in Hupsel toen het kwik onderuit ging naar -16,2°C. En ook de hoogste
temperatuur van 2021 werd op dat station gemeten: 34,0°C op 17 juni.
De
kou zien we goed in het aantal dagen waarop het gevroren en dat waren er in De
Bilt 50 tegen 53 normaal. Daarbij was op 12 dagen sprake van matige vorst en op
twee dagen vroor het zelfs streng tot meer dan -10 graden. Vervolgens vroor het
op 7 dagen de hele dag en dan spreken we van ijsdagen (normaal 8). Kijken we
naar de warmte dan noteerde De Bilt 97 dagen met 20 graden of meer, waarvan 20 dagen
de grens van 25 graden passeerde en slechts op één dag ging men over de 30
graden. Normaal mogen ze daar op 93 warme dagen rekenen, waarvan 28 zomers en 5
tropisch. In Deelen vroor het dit jaar het meest: 74 dagen. In het zuiden van
het land waren op meerdere stations 108 warme dagen en kreeg Arcen zelfs 37
zomerse dagen te verwerken. In het zuiden waren op meerdere plaatsen 3 tropische
dagen.
In
Berkel-Enschot kwam de gemiddelde etmaaltemperatuur uit op 11,2°C tegen 11,5°C
normaal en dus was het een koud jaar. Daarbij was 18 juni met 33,0°C de warmste
dag en registreerde 8 februari met -4,7°C de koudste dag. De daarop volgende
nacht daalde het kwik naar -9,6°C, de koudste nacht van 2021. De warme 18 juni
werd voorafgegaan door de warmste nacht, waarbij de temperatuur niet verder
daalde dan 19,3°C. In totaal werden in Berkel-Enschot 112 warme dagen geteld,
waarvan er 45 zomers waren en 5 tropisch. Daarnaast werden ook 43 vorstdagen
waargenomen, waarbij op tien dagen de temperatuur onder -5,0 graden uitkwam ofwel
matige vorst.
Januari
De
koudste dagen waren 15 en 16 januari toen het overdag in Tilburg nog geen 2
graden werd. In de ochtend van de 15e was sprake van matige vorst in Twenthe
tot -5,3°C. En aan de grond ging de temperatuur helemaal onderuit: -8,0°C in
Eelde en -7,4°C in Heino en Twenthe. Twee dagen later kwam er een einde aan het
koude weer en werd het zeer zacht tot boven de 10 graden. De hoogste maximumtemperatuur
van de maand werd op 21 januari in Ell en Eindhoven gemeten met ieder 12,9°C.
De maand eindigde weer koud en dat geldt vooral voor de nachten die met vorst
verliepen. Het werd zo koud dat de laagste minimumtemperatuur van januari werd
gemeten: Eelde noteerde op de 31e -8,6°C; aan de grond vroor het zelfs tot -10,9°C.
In De Bilt werd het -5,4°C. Daarmee was sprake van de eerste officiële matige
vorst in ruim twee jaar tijd en kwam een recordreeks zonder matige vorst ten
eind.
Februari
De
meest bijzondere maand van het jaar. We beleefden daarin een volop winterse
week, waarbij de temperaturen overdag op de meeste plaatsen onder het vriespunt
bleven en we een reeks ijsdagen kregen. In de nachten vroor het matig tot
streng. De eerste keer dat dit gebeurde was op 8 februari waar Heino -11,8°C
noteerde. De daarop volgende nacht vroor het in Hupsel zelfs zeer streng:
-16,2°C. Daarna volgde daar een week lang kwikstanden van beneden de -10
graden; het meeste van alle weerstations. Sinds 2013 was het niet meer zo koud
geweest in Nederland. De Bilt telde zeven ijsdagen op rij waarop het de hele
dag vroor (7-13 februari), waarbij 8 februari de koudste dag was met -4,8°C
overdag. Opvallend was ook dat het in De Bilt voor het eerst sinds 25
januari 2013 tot officiële strenge vorst kwam met temperaturen beneden de -10
graden. Toen werd het namelijk -11,4°C. Daarmee eindigde dus een recordlange
periode van ruim acht jaar (!) zonder strenge vorst op het hoofdstation. Het
kwam officieel nét niet tot een koudegolf. Hiervan spreken we als het vijf
dagen op rij in De Bilt de hele dag vriest en daarvan moet het drie keer kouder
worden dan -10 graden. De Bilt kwam dus één tiende graad tekort. In het
oosten, midden en zuidoosten kwam het op verschillende plaatsen wel tot een
koudegolf. Dat gebeurde in Hoogeveen, Lelystad, Heino, Twente, Herwijnen,
Hupsel, Volkel, Arcen en Ell. Doordat het dag en nacht flink bleef vriezen,
stond Nederland in het weekend van 13 en 14 februari massaal op de schaats. Vanaf
de 15e viel de dooi in. Wat natuurlijk het meest in het oog sprong was de
enorme schaatspret die Nederland heeft gekend tijdens deze koude periode. Wat
verder opviel waren de bijzondere ijssculpturen en enorme ijsschotsen langs de
grote meren en de Waddenzee. Dergelijke omstandigheden maken we zeker niet vaak
mee in Nederland; de laatste keer was februari 2012 en in mindere mate maart
2018. Ook werd er kruiend ijs waargenomen; een fraai fenomeen na afloop van de
regionale koudegolf. Na het invallen van de dooi kwamen ijsschotsen 'los' te
liggen in het water en door de wind schoven ze als het ware over elkaar heen.
Zo kunnen in een periode na stevige vorst zogenaamde 'ijsbergen' gevormd
worden. Uiteindelijk kwamen er langs de Afsluitdijk en verschillende dijkjes in
Noord-Holland en Friesland zelfs ijsbergen van 2 tot 4 meter hoog te liggen!
Een bijzonder verschijnsel in Nederland.
Waren
de plassen en meren op 13 en 14 februari nog afgeladen vol met schaatsers, in
de week van 23 februari lag Nederland massaal te zonnebaden aan diezelfde
plassen. We gingen dus van op het ijs naar ijs eten. Een bijzondere
gewaarwording! Voor het eerst telden we een recordreeks van zes lentedagen (15
graden of meer) in deze sprokkelmaand en dat gebeurde van 20 t/m 25 februari. In
Berkel-Enschot werd het gemiddeld in deze periode 18,7°C en dat is tien graden
warmer dan normaal! De hoogste maximumtemperatuur van deze maand werd dan ook
in die periode gemeten met op de 24e in Prinsenbeek 20,5°C, Tilburg 20,2°C en
in Arcen 19,8°C. Op 20 februari werd in De Bilt de 15 graden overschreden en
noteerde we de eerste officiële lentedag van 2021. Het
was het begin van een zeer zachte periode waarbij het ene na het andere
warmterecord werd gebroken. In De Bilt sneuvelde maar liefst tien records!
Hiervan waren vier dagen met de hoogste maximumtemperatuur, één dag met de
hoogste minimumtemperatuur, vier dagen met de hoogste etmaalgemiddelde
temperatuur en tenslotte werden er zes lentedagen achtereen geregistreerd en
dat hebben we in februari én winter nog nooit meegemaakt. Ook landelijk
sneuvelde 10 warmterecords.
Maart
Was
het op 3 maart in Tilburg nog 15,9°C, een dag later werd het maximaal 4,9°C met
een gevoelstemperatuur van maar 2 graden! Van 4 tot en met 9 maart bleef de
temperatuur dan ook overal onder de 10 graden en vooral de nachten waren koud. In
Deelen vroor het van 5 tot 7 maart matig met op 6 maart een temperatuur van
-6,8°C. Aan de grond vroor het nog harder. Zo had Twenthe op 5 maart een
temperatuur van -9,4°C, op 6 maart -9,9°C en een nacht later -9,2°C. Op 29
maart werd in het zuiden en zuidoosten lokaal de eerste warme dag van het jaar
genoteerd. In het Limburgse Arcen werd het 21,9°C. Op 30 maart werd landelijk
de warmste 30 maart ooit waargenomen. In Woensdrecht steeg de temperatuur naar
23,9°C. Officieel werd het niet de warmste ooit, want in De Bilt bleef het kwik
steken op 21,3°C. Het werd wel de eerste officiële warme dag van het jaar. Op
een enkele plaats was op die dag zelfs sprake van de eerste lokale zomerse dag,
zoals in Berkel-Enschot waar het 25,3°C werd. Een dag later ging de temperatuur
nog verder omhoog en werd het zelfs de warmste maartdag allertijden: in Arcen werd het 26,1°C. Tenslotte werd het
ook officieel de warmste 31 maart, want in De Bilt zag men het 23,8°C worden en
dat was tevens de op één na hoogste temperatuur gemeten in maart sinds 1901. En
als je nog niet genoeg weerrecords om de oren hebt gekregen, komt er hier nog
een. Namelijk die van hoogste etmaalgemiddelde temperatuur. Maastricht zag het
gemiddeld over 24 uur op de laatste maartdag 16,8°C worden.
April
Het
zomerse einde van maart kende geen voortzetting in april. De temperatuur deed een
flinke stap terug, waarbij het kwik op de 6e bleef steken op een graad of 5 tot
6. In Maastricht kwam de temperatuur niet verder dan 2,8°C en in Tilburg was
dat 4,0°C. In Twenthe en Eelde daalde de temperatuur in de nacht tot -3,9°C op
respectievelijk 14 en 16 april. In Berkel-Enschot kwam het van 12 t/m 16 april
vijf dagen achtereen tot vorst. Vanaf de 16e stroomde steeds meer warmere lucht
binnen, maar de nachten bleven koud. Op Terschelling
had het op 18 april op 10 cm hoogte gevroren en dat was daar meteen een nieuw
koude-dagrecord. Daar dook het kwik namelijk naar -2,3°C. Na een koude start
werd het overdag in Tilburg bijna 17 graden en twee dagen later 19,4°C. In
de nacht van 22 april dook het kwik in Gilze-Rijen voor de achtste keer in
april tot onder het vriespunt: -3,1°C. Aan de grond was zelfs sprake van matige
vorst: Gilze-Rijen -5,4°C, Volkel -5,9°C en Woensdrecht had nog -6,1°C. Op 27
en 28 april wist warmere lucht ons tijdelijk te bereiken. Ell en Volkel hadden
ieder 20,4°C, Eindhoven 20,6°C en Arcen 20,9°C. Maar lang konden we er niet van
genieten, want een dag later werd het tien graden kouder met een maximum van
11,5°C, waargenomen in Maastricht.
Mei
Mei
kende meteen een koude eerste week. Zo zakte het kwik in de nacht naar 3 mei in
Ell tot -2,0°C. Er ontstond een koude noordwestelijke stroming, waarbij de maximumtemperaturen
in het noordwesten nauwelijks nog boven de 10 graden uitkwamen. Het leidde tot
een koude Bevrijdingsdag met kwikstanden van 9,3°C in Lauwersoog en 9,4°C op
Vlieland. Voor De Bilt was het de koudste 5e mei sinds 2002 en komt daarmee op 8e
plek van koudste Bevrijdingsdagen ooit sinds 1945. In de nacht naar 8 mei klaarde
het opnieuw op en vroor het bij weinig wind in het oosten nog plaatselijk
licht. Op die dag kwamen we ineens in een zuidelijke stroming terecht met van
oorsprong tropische lucht, waardoor de temperaturen flink opliepen. Zo werd het
op de 9e 24,9°C in De Bilt en zelfs zomers vanaf het zuidoosten van Zeeland tot
aan Flevoland en Overijssel toe. Arcen registreerde daarbij 27,7°C en dat is de
hoogste maximumtemperatuur van mei gevolgd door. Het was echter van korte duur.
Op de 10e en de 13e werd in Brabant en Limburg nog wel een warme dag
waargenomen, maar tussendoor en daarna haalden we die waarden van 20 graden
niet meer. Op 28 mei werd het vooral in de nacht nog behoorlijk koud. In Woensdrecht had het op 10 cm hoogte zelfs gevroren (-0,6°C).
Tijdens de laatste meidagen werd het elke dag iets warmer; op 29 mei kon
het zuiden eindelijk weer een warme dag noteren en op de laatste twee dagen
gebeurde dat op veel meer plaatsen. Berkel-Enschot registreerde op de laatste
lentedag met 25,9°C zelfs nog een zomerse dag.
Juni
Het
was zomers, waarbij de eerste junidagen met minstens 25 graden verliepen.
Daarbij werd op 1 juni de eerste officiële zomerse dag van minstens 25 graden van
dit jaar genoteerd. Tot en met de 4e hielden we die zomerse dagen en
plaatselijk zelfs tropisch. In Berkel-Enschot en Tilburg werd op 2 juni zelfs
de eerste tropische dag van 2021 geregistreerd: 31,6°C. In de nacht van 12 op
13 juni zakte in Twenthe het kwik naar 4,8°C, en daarmee
was het de laagste minimumtemperatuur van juni. Aan
de grond had het zelfs gevroren! Op tien centimeter hoogte wees de thermometer
in Twenthe een waarde aan van -1,3°C. Vaaf de 16e stroomde zeer warme
lucht het land binnen. Zo noteerde Ell op de 16e 31,6°C een evenaring van het
warmterecord van 16 juni. Een dag later werd het dagrecord gebroken en dat
gebeurde door maar liefst vijf weerstations, waarbij Hupsel het record nu heeft
met 34,0°C. Het meteen ook de hoogste maximumtemperatuur van deze maand, zomer
en jaar. In De Bilt steeg het kwik voor het eerst dit jaar over de 30 graden en
dat betekent de eerste officiële tropische dag van het jaar. Twee dagen
achtereen met zulke hoge temperaturen leveren zeer warme nachten op. Zo bleef
het kwik in de nacht van 16 op 17 juni in Cabauw en in heel Zeeland boven de 20
graden en dan spreken we van een tropennacht. In Vlissingen werd het zelfs niet
kouder dan 21,2°C en in Brabant bleef het in steden beperkt tot een graad of
19. De warmste nacht was die van 18 juni toen het kwik in Maastricht op 21,5°C
bleef steken. Regionaal kwam het zelfs tot een hittegolf, waarbij minstens vijf
zomerse dagen achtereen zijn waargenomen met daarin drie tropische dagen. Dat
gebeurde onder andere in Berkel-Enschot en Tilburg (13-18 juni), Eindhoven en
Gilze-Rijen (14-18 juni), Ell, Maastricht en Arcen (14-20 juni) en tenslotte in
Hupsel en Twenthe (16-20 juni). Bij de start van de astronomische zomer op 21
juni was de warmte voorbij en werd het gewoon koud met 13 graden op de
Waddeneilanden tot 18 graden in Limburg. Het was de start van de jaarlijks
terugkerende Schaapscheerderskou en deze duurde tot en met de 25e. Daarna
liepen de temperaturen weer op tot plaatselijk zomerse waarde. Maar op de
laatste junidag kwam koude lucht het land binnen en werd het niet warmer dan
een graaf of 16.
Juli
Juli
zette de koelte voort, waarbij Arcen op 1 juli slechts 14,4°C noteerde gevolgd
door Ell met 15,1°C en Berkel-Enschot en Volkel met ieder 15,6°C. Sinds 2002 is de start van de hooimaand in het midden van
Brabant nog nooit zo koud geweest. Daarna wisselde warme en koele dagen elkaar
af. Het zuiden en zuidoosten beleefden van 17 t/m 23 juli een zomerse
periode met kwikstanden die in Berkel-Enschot elke dag boven de 25 graden
uitkwamen. In Tilburg en Arcen werd het op 18 juli respectievelijk 28,8°C en
28,0°C. In het oosten waren de nachten fris en kon het onder een heldere hemel
flink afkoelen. Ze werd het in de vroege ochtend van 23 juli in Twenthe 6,8°C.
Niet alleen de nachten koelde af, dat gebeurde ook overdag. Temperaturen zakte
vanaf de 24e namelijk terug naar 21 tot 24 graden in het zuiden tot een graad
of 19 langs de kustgebieden.
Augustus
De
maand begon friss met op veel plaatsen kwikstanden onder de 20 graden en zelfs
tot 18 op de Waddeneilanden. Daarna werd het warmer met op 5 augustus in
Zeeland en Brabant temperaturen van 24 tot 25 graden. Van 11 tot en met 15
augustus beleefden we even een warme periode: Arcen noteerde op de 15e 27,6°C.
Eindhoven had 27,5°C, Volkel 27,2°C en Maastricht en Westdorpe hadden ieder
27,0°C. In het oosten en zuiden werd het dus zomers warm. In De Bilt kwam de
temperatuur alleen op 12 augustus boven de zomerse grens uit met 25,2°C. Sinds
1993 was de warmste augustusdag van de maand in De Bilt niet zo koud. Daarna
volgde vanaf de 16e een week met koel weer. Het dieptepunt was wel de 17e toen
de thermometer in de middag slechts 14 graden aangaf en het uiteindelijk tegen
de avond nog 16,5°C werd. In heel Brabant was het gewoon koud: Eindhoven en
Volkel noteerde ieder 16,8°C, Gilze-Rijen 16,3°C en de laagste temperatuur werd
gemeten in Woensdrecht waar het slechts 15,7°C werd. Voor dat laatste
weerstation leverde dat niet alleen een nieuw dagkouderecord op, maar was het
ook de op twee na koudste 17e augustus ooit waargenomen in Brabant. Pas vanaf
de 20e werd het wat warmer, waarbij in Brabant en Limburg de temperaturen de zomerse
maxima weer haalden van 25 graden. Het bleek de laatste zomerse dag van het
zomerseizoen te zijn, want daarna lagen de temperaturen rond en soms onder
normaal. De nachten koelde onder een heldere hemel flink af, waardoor de
temperatuur in Twenthe op de 25e kon zakken tot 6,0°C.
September
Deze
herfstmaand begon meteen warm en kregen we vanaf 2 september te maken met
temperaturen die steeds de 20 en soms ook de 25 graden overschreden. Pas op de
20e dook de temperatuur er weer onder. Op 3 september werd het gelijk al zomers
met in Tilburg 26 graden. Dat gebeurde daar ook van 5 tot en met 9 september
ofwel vijf dagen achtereen en dat noemen we een nazomerse periode. In die
periode werd op de 8e de warmste septemberdag geregistreerd: Nieuw-Beerta met
28,5°C. Alleen op 20 september werd het flink wat koeler: Hupsel en Twenthe
noteerde respectievelijk 15,4°C en 15,5°C. Dat betekent dat de kou in de lucht
zat en als het dan ’s nachts helder werd koelde het nog verder af. Het koudst
werd het op 21 september met plaatselijk maar een graad of 3. Op 10 cm hoogte
dook het kwik in Woensdrecht net onder het vriespunt met -0,2°C. En daarmee was
het de ‘eerste vorst aan de grond’ van het seizoen. September eindigde overdag
koud met temperaturen die rondom Tilburg op slechts 14 tot 15 graden lagen.
Daarbij waaide het behoorlijk wat de gevoelstemperatuur op 12 graden bracht en
dat scheelde een jas. Het is ook niet zo gek dat veel mensen voor het eerst na
de zomer de verwarming weer aandeden. Maar nog kouder was het in Hoogeveen,
Heino en Eelde waar het 12,5°C werd en met die wind was het voor het gevoel
daar een graad of 10.
Oktober
De
maand oktober begon prima met in de eerste vijf dagen hoge temperaturen van 17
tot 18 graden. Op de 6e werd het koeler en niet warmer dan 13,3°C in
Berkel-Enschot. De nachten werden helder en daardoor ook steeds kouder tot
0,6°C in Eelde op de 10e. De dagen erna werd er tijdelijk koude lucht
aangevoerd met middagtemperaturen van een graad of 14, gevolgd door een week
met zachte lucht. Hierbij werd het op de 19e nog 18,7°C in Tilburg. In het
zuidwesten van het land werd zelfs een warme dag geregistreerd: Rotterdam
noteerde 20,0°C, Wilhelminadorp 20,1°C en Westdorpe had nog 20,2°C. In die
periode werden de nachten door felle opklaringen wel kouder. In de vroege
ochtend van 16 oktober dook het kwik in Twenthe en Ell tot onder het vriespunt
met respectievelijk -0,5°C en -0,6°C en daarmee was het de eerste vorst van na
de zomer. Vanaf de 21e werd het wat frisser en
daalde het kwik op 22 oktober tot 11,7°C in Tilburg overdag. In Twenthe en
Hupsel werd de 10 graden zelfs niet gehaald. Aan de
grond had het in de nacht van 22 op 23 oktober in De Bilt voor het eerst gevroren
(-0,9°C) en dan spreken we van de eerste officiële vorst aan de grond na de
zomer. Daarna steeg de temperatuur tot het einde van de maand weer,
waarbij overdag op de 29e in Berkel-Enschot een waarde werd gemeten van 19,1°C
en Eindhoven had nog 19,0°C.
November
Woensdrecht
noteerde op 2, 3 en 4 november lichte vorst wat voor dat weerstation bijna
allemaal koude-dagrecords opleverde. Vanaf de 8e kregen we elke dag te maken
met vorst aan de grond en vanaf de 10e begon het op neushoogte in Limburg en in
het oosten van Brabant te vriezen. Overdag was het echter overal zacht en vanaf
de 4e kwam de temperatuur een week lang zelfs in de dubbele cijfers terecht.
Vervolgens bleef het tot en met de 21e zacht, behalve op 16 november die een
koude dag voor ons in petto had. In Deelen werd het in de middag niet warmer
dan een graad of 5. Vanaf 22 november deed de temperatuur een duidelijke stap
achteruit en kwam de vorst terug. In De Bilt zakte de temperatuur voor het
eerst deze herfst onder het vriespunt (-0,8°C) en dat betekent dat de eerste
officiële vorst kon worden genoteerd van na de zomer. Aan de grond kwam het
zelfs tot matige vorst: -5,1°C in Twente. Op de 25e was het wederom muts en
handschoenen aan toen de temperatuur voor de vierde nacht achtereen, ergens in
ons land, onder het vriespunt dook. Dit leidde aan de grond op tien centimeter
hoogte tot matige vorst in Volkel: -5,7°C. De laagste minimumtemperatuur van
deze oktober werd gemeten op de 27e waar het in Woensdrecht -4,2°C werd. Ook
overdag werd het nu kouder, met slechts 4 tot 5 graden op 28 november. In
Twenthe werd dat zelfs niet gehaald: 3,9°C als maximumtemperatuur. Pas op de
laatste novemberdag werd de kou de das omgedaan en steeg het kwik in de avond
tot wel 10 graden.
December
De
eerste decemberdag was met zo’n 10 graden al meteen zacht, maar daarna lag
tot en met 11 december de gemiddelde temperatuur rond normaal en soms iets eronder.
Overdag werd het een graad of 5. Toen volgde een zachte week (12-16 december),
waarbij vijf opeenvolgende dagen in de dubbele cijfers liepen van meer dan 10
graden. Daarna zakte het kwik langzaam totdat de astronomische winter op de 21
december aanbrak. In De Bilt dook de temperatuur in de vroege ochtend naar
-5,5°C en dat betekende de eerste officiële matige vorst van het winterseizoen.
Overigens werd op 11 december dit plaatselijk al gehaald: Eelde noteerde als
enige toen -6,6°C. Aan de grond vroor het op de 21e nog harder tot -9,4°C in
Hupsel en -9,3°C in Eelde. Overdag werd het op de eerste astronomische winterdag
niet warmer dan 3 tot 4 graden. En toen volgde op de 22e de koudste nacht van
die week, waarbij het vrijwel overal had gevroren tot op de Waddeneilanden toe.
Arcen had samen met Eelde de laagste temperatuur: -7,0°C. Aan de grond vroren
de keien uit de grond, want in Eelde vroor het op 10 cm hoogte zelfs streng:
-10,2°C. Daar bleef de kou de hele 22 december hangen en kwam het kwik niet
boven het vriespunt uit. We spreken dan van een ijsdag en dat gebeurde op zes
weerstations, waarbij Eelde het koudst was met een maxima van -0,8°C. Vervolgens
werd het even wat zachter met een vorstloze nacht van 23 op 24 december en
overdag werd het op de 24e bijna 10 graden. Maar precies tijdens de kerstdagen
stroomde vanuit het noordoosten koude lucht het land binnen. In de avond van Eerste kerstdag dook de temperatuur onder
het vriespunt en tegen middernacht werd de laagste temperatuur van 25 december
gemeten en dat was -1,9°C. Ondertussen nam de wind overdag flink toe, waardoor
het ijs en ijskoud werd. De gevoelstemperaturen lagen ’s avonds in
Midden-Brabant op -6 graden, maar in het noordoosten waar het al matig vroor
kwam deze op sommige plaatsen al op -12 graden uit. En in de nacht naar Tweede
kerstdag werd het met die wind nog kouder tot -15 graden! In de weerhut zakte
de temperatuur in Nieuw-Beerta tot -8,7°C en daarmee was het de laagste
temperatuur van december. En voor dat weerstation is het op twee na laagste
minimumtemperatuur op 26 december ooit sinds 1950. De Waddeneilanden meldden op
Tweede kerstdag om 10:00 uur nog een gevoelstemperatuur van -11 tot -12 graden.
Zowel op Eerste als Tweede kerstdag bleef het in grote delen van
Groningen, Drenthe en Friesland dan ook de hele dag vriezen. Daarbij was Eelde
op 25 december de koudste plaats, waarbij het overdag niet warmer werd dan
-1,8°C en een dag later bleef het kwik steken in Nieuw Beerta en Lauwersoog met
ieder -1,0°C. De laatste vijf dagen van de maand verliepen boterzacht wat
resulteerde in nieuwe warmterecords op 30 en 31 december. De records vlogen letterlijk om je oren, want het waaide
ook nog eens stevig. Het begon allemaal met de recordwarme 30 december. Het werd
zowel de warmste nacht áls dag ooit. De nachttemperatuur kwam namelijk uit op
13,1°C in Westdorpe en zo warm is het sinds 1901 nog nooit geweest. Alle
weerstations braken hun eigen nachtrecord. Overdag
werd kwikstanden gemeten van 15 graden en daarmee werd de hoogste
temperatuur van deze maand geregistreerd. Dat gebeurde in Eindhoven (15,5),
Berkel-Enschot (15,4), Gilze-Rijen, Arcen en Volkel (ieder 15,3), Ell (15,1) en
in Westdorpe waar het precies 15,0°C werd. Ook het record in De Bilt sneuvelde
met 13,5°C en daarmee is het officieel de warmste 30 december ooit gemeten. Het
gevolg is dat ook het record van de hoogste gemiddelde etmaaltemperatuur werd
verpulverd van toen 12,2°C van Maastricht naar nu 14,2°C uit Gilze-Rijen . Zo werd ook de laatste nacht van 2021 (30 op 31 december)
de warmste ooit waargenomen. In Hupsel kwam het kwik niet lager uit dan 12,4°C.
Op Oudejaarsdag ging de temperatuur verder omhoog en kwam zelfs in de 15 graden
terecht en zo laat in het jaar is dat nog nooit gebeurd. Ell en Eindhoven
haalden die temperaturen met respectievelijk 15,1°C en 15,0°C. Het gevolg is
dat er een derde weerrecord kon worden bijgeschreven: de hoogste
etmaalgemiddelde temperatuur van 31 december. Deze kwam namelijk uit op een
bizar gemiddelde van 13,3°C waargenomen in Ell en Arcen. Wat een afsluiting van
het jaar.
Winter
Met
een gemiddelde etmaaltemperatuur van 4,4°C tegen 3,9°C was het winterseizoen
zachter dan normaal. Dat de winter te zacht is verlopen, komt vooral door
december 2020. De eerste wintermaand verliep bijna anderhalve graad te warm met
gemiddeld 5,5°C tegen normaal 4,1°C. Januari was juist iets kouder dan het
langjarig gemiddelde (3,4°C tegen normaal 3,6°C) en februari iets aan de zachte
kant met 4,3°C tegen 3,9°C normaal, terwijl deze maand een ijskoude periode
kende.
Lente
Met
een gemiddelde etmaaltemperatuur van 8,1°C ten opzichte van het langjarig
gemiddelde van 9,9°C was de lente van 2021 zeer koud. Alle drie de
afzonderlijke maanden waren te koud, al kwam maart met 6,4°C maar één tiende
tekort. April en mei daarentegen waren allebei zeer koud, met respectievelijk
6,7°C en 11,2°C tegen normaal 9,8°C tegen 13,4°C. Vooral deze combinatie was
uitzonderlijk koud; april en mei 2021 waren met een gezamenlijke gemiddelde
temperatuur van 9,0°C goed voor een vierde plaats van koudste april-meimaanden
sinds 1901.
Zomer
Met
in De Bilt een gemiddelde etmaaltemperatuur van 17,7°C tegen 17,5°C normaal was
het net iets te warm en wie had dat gedacht na de koude maanden juli en
augustus. Het antwoord is dat juni de warmste werd sinds 1901 en deze had zulke
hoge temperaturen dat het juli en augustus volledig kon compenseren.
Herfst
Met
een gemiddelde etmaaltemperatuur van 11,6°C tegen een langjarig gemiddelde van
10,9°C was de herfst zeer zacht. Het komt zelfs op de zesde plek van zachtste
herfstseizoenen ooit sinds 1901. Alle drie de herfstmaanden waren in De Bilt
warm. Uitschieter daarbij was de uitzonderlijk warme september die meer dan één
graad warmer was normaal (15,9°C tegen een langjarig gemiddelde van 14,7°C).
Ook oktober was zachter dan normaal met een gemiddelde van 11,6°C tegen 10,9°C.
November was iets zachter met 7,4°C tegen 7,0°C normaal
NEERSLAG
REGEN
Met
landelijk gemiddeld 813 millimeter was 2021 een nat jaar, want normaal valt er gemiddeld
over het land 795 millimeter. In het midden en in Flevoland was het plaatselijk
duidelijk droger dan normaal. Het droogste KNMI-station was Herwijnen met 688
mm. In delen van Noord-Holland, Friesland en de Limburgse heuvels was het kletsnat
met regionaal meer dan 1000 mm regen. Het natste KNMI-station was Wijk aan Zee
met 938 mm. Februari, november en vooral september waren droge maanden. Juni
was nat met de nodige zware onweersbuien. In juli viel vooral de extreme
hoeveelheid regen in het zuiden van Limburg rond het midden van de maand op. In
Berkel-Enschot viel in totaal 843 mm en is vrijwel gelijk aan het
klimaatgemiddelde van 1998-2020 zijnde 846 mm. De natste dag is die van 15 juli
toen 62 mm in de regenmeter kwam. In totaal viel op 141 minstens één millimeter
en daarvan viel op 22 dagen meer dan 10 millimeter. Naast regen werd ook 20
onweerdagen waargenomen en 35 dagen met mist.
Januari-februari
Op
7 en 8 januari zorgde een depressie boven het noordwesten van Duitsland voor
perioden met regen en viel er zo’n 10 mm. Op de 11e passeerde een
neerslaggebied wat 10 tot 20 mm opleverde. Van 19 tot en met 21 januari was het
nat en viel ongeveer 20 tot 30 mm. Op 28 en 29 januari lag een front boven
Nederland en was het opnieuw nat met in het zuiden 20 á 30
millimeter regen. Voor Brabant leverde dat voor bijna alle stations, met
uitzondering van Volkel, een nieuwe dagrecord op voor wat betreft neerslag,
want sinds 1901 is het op 28 januari nog nooit zo nat geweest. De eerste dagen
van februari was het vooral in het midden en zuiden nat: Leende tapte 37 mm af.
De dooi-inval op 15 februari ging gepaard met regen en ijzelvorming. Ook de
eerste dagen na de dooi regende het nog van tijd tot tijd, maar na 17 februari
bleef het langere tijd droog, alleen op 25 februari viel in het zuidoosten
weer regen van betekenis.
Maart
in de ochtend van 27 maart werd heel
Berkel-Enschot en een gedeelte van Tilburg opgeschrikt door een zware hagelbui
dat gepaard ging met zwaar onweer. Om 8:39 uur was de eerste donderklap en
vielen de eerste hagelkorrels. Daarna bleef het gedurende 13 minuten lang
hagelen wat in Berkel-Enschot een hageldek opleverde van enkele centimeters. Alles
zag wit en het werd spekglad. En dan het onweer wat erbij zat. Het dreunde door
het hele dorp. Op een gegeven kwam er een onweersklap, waarvan ik de luchtdruk
voelde omdat ik toen buiten liep. En dan is het wel heel dichtbij. In de Joost
van den Vondellaan in Berkel-Enschot vlogen bij diverse auto’s de ruiten eruit.
Aan een boom was daar ook schade te zien en waarschijnlijk als gevolg van
blikseminslag. In totaal werden 9 donderslagen geregistreerd wat tot 9:00 uur
duurde. Het was kort, maar hevig. Tot laat in de middag lagen op beschutte
plaatsen nog steeds hagelresten.
April-mei
Tijdens
de eerste vier dagen van april en in de periode 16-28 april was het droog. Op
de 10e trok een regenzone over wat de hele dag aanhield. Daarbij ving Ell 22 op. In delen van het midden en noordwesten
van het land was 29 april de natste dag: daar viel met plaatselijk 30 tot 50 mm
regen ongeveer de totale maandelijkse hoeveelheid in één dag. Het brak dan ook
bijna alle records. Zo viel in het Noord-Hollandse Bovenkarspel 67 mm. Hiermee
ging het dagrecord uit 2018. Maar er viel toen zoveel nattigheid dat het zelfs
de op één na natste aprildag ooit is geworden sinds 1901 voor een KNMI-station.
Op de Waddeneilanden en in Friesland en Den Helder
bleef het op 8 mei urenlang regenen en daar viel tussen de 10 en 15 mm. Een dag
later (Moederdag) was de atmosfeer erg onstabiel en daarbij passeerden in de
ochtend al de eerste onweersbuien. Op 11 mei viel in Harlingen tijdens
een hoosbui zo’n 50 mm. Een dag later was in het oosten van het land ook sprake
van noodweer, waarbij in Doetinchem tijdens de voetbalwedstrijd van De
Graafschap de regen met bakken naar beneden kwam. Toen kwam Hemelvaartsdag (13
mei ), waarbij een neerslagzone het land introk. Deze begon zich te activeren
met op veel plaatsen onweer en in Cabauw viel in amper anderhalf uur 26 mm.
Nabij Lopik ziel zelfs 33 mm. Ook op 19 mei kwam de regen plaatselijk met
bakken naar beneden, waarbij rondom Leeuwarden 30 tot 40 mm werd afgetapt.
Juni
Op
3 juni trokken zware onweersbuien over het land. Zo
werd in Epe 90 mm afgetapt. Ook op 4 juni trokken plensbuien met onweer van
zuid naar noord over het land, waarbij Deelen, Oosterbeek en Epe bijna 50 mm
opving. Een dag later (5 juni) bleven deze buien lang in het noorden van het
land hangen, waarbij in Oudemirdum 62 mm werd genoteerd. Boven Eindhoven werd een selfcloud ofwel rolwolk
waargenomen. In Zaltbommel liepen straten onder omdat daar 42 mm naar beneden
kwam. Vanaf 6 juni volgde een rustige periode met nauwelijks neerslag
die duurde tot de 17e. Daarna kregen we te maken met fikse onweersbuien die in
de nacht van 17 op 18 juni ontstonden. In
Berkel-Enschot werd 20 tot 21 mm opgevangen en in Oirschot was veel schade door
omgevallen bomen. Toen volgde een broeierige 18e juni en dat gaf zoveel energie
dat de atmosfeer explosief werd. Het resultaat was stortbuien, zware
windstoten, zwaar onweer, hagelstenen tot wel 4 cm en een enorme valwind. In
Bergen was het helemaal kletsnat: 114 mm. Vervolgens gaan we naar Oosterwolde
waar een aantal elektriciteitsmasten tegen de grond ging. Hagelstenen van 2 tot
4 cm kwamen in het Drentse Hollandscheveld naar beneden. Op 19 juni werd
vooral het westen getroffen door onweersbuien en veel neerslag in korte tijd.
Langs de westkust werd op veel plaatsen tussen 40 en 50 mm afgetapt. In totaal
werd in Wijk aan Zee viel in drie dagen tijd 134,4 mm afgetapt. De daarop
volgende dag viel in de regio Twenthe zo’n 50 millimeter. Na al deze buien
volgde op 21 juni in het hele land een natte druilerige dag, maar in het oosten leek het wel of de
hemelsluizen opengingen: 63 mm in Borculo. Op 27 juni noteerde het Zeeuws Wilhelminadorp
48 mm en op 28 juni kreeg het Overijsselse Onna 71 mm te verwerken. Op 29 juni bleven
onweersbuien in Zuid- en Midden-Limburg lange tijd boven dezelfde plek bleven hangen
en zorgden voor grote hoeveelheden neerslag en overstromingen. In Maastricht
werd 87,2 mm opgevangen, waarvan 22,2 mm in slechts tien minuten! Het werd dan
ook de natste 29 juni ooit waargenomen sinds 1901. Daarnaast komt het op de 4e
plaats van natste junidagen ooit. In Montfort viel 91 mm en rondom Eygelshoven 100
tot 120 mm. Opvallend is dat in de ochtenduren het Noord-Hollandse Hoorn al 51
mm te verwerken kreeg.
Juli
Juli
kenmerkte zich door het veelvuldig voorkomen van zware buien die plaatselijk
veel neerslag in korte tijd loslieten. Op ten minste zes dagen kwamen één of
meerdere neerslagmeetpunten van het KNMI boven een etmaalsom van 50 mm uit. Op
het einde van 3 juli vielen stevige regen- en onweersbuie. Zo werd in Hengelo
62 mm afgetapt. Ook op 4 juli vielen forse buien en zorgde voor plaatselijk
wateroverlast in het (noord)oosten, in Friesland en Overijssel viel lokaal meer
dan 50 mm in slechts enkele uren tijd. In de avond
van 10 juli kregen Breda en Eindhoven te maken met plensbuien waar
respectievelijk 30 en 17 mm uitviel. Vervolgens kwamen we onder invloed
van een actief hoogtelaag boven Frankrijk dat geleidelijk richting Duitsland
trok en er voor zorgde dat een zone met buiige regen en onweersbuien op 13 en 14
juli zou blijven slepen boven het zuidoosten en oosten en op de 15e ook boven
het midden en zuiden. Het zorgde voor noodweer in Duitsland, België en het
zuiden van Limburg. In Zuid-Limburg viel in 48 uur tijd plaatselijk meer dan
150 mm (Schaesberg 158 mm en Ubachsberg 182 mm), ruim twee keer de normale
maandhoeveelheid, Op de 15e viel er in een smalle strook over Gelderland,
Utrecht en Noord-Brabant ook nog eens 50 tot 75 mm, lokaal zelfs bijna 100 mm. Op
de 24e kregen we te maken met stevige regen- en onweersbuien. Zo werd er in Kootstertille 143 mm afgetapt.
Augustus
Felle regen- en onweersbuien trokken op 1
augustus het land in en hadden in Friesland al voor enorme wateroverlast
gezorgd. Daar werd in een paar uur tijd 70 tot 100 mm opgevangen: Oldeholtpade meldde
96 mm. In
Berkel-Enschot kwamen de buien in de middag waar 10 mm viel, Heusden had 18 mm
en Schiphol ving 31 mm op. Op de 7e was sprake van
hoosbuien. Zo ving Volendam binnen een uur 17 mm op. In de nacht naar 8
augustus viel er ook nog een aantal buien, waarbij in het Utrechts Odijk binnen
twaalf uur in totaal 35 mm werd afgetapt. Vanaf de 16e werd het opnieuw
wisselvallig met vooral in het noordelijk kustgebied plaatselijk flink wat
neerslag. Met name op 21 augustus. In het Drentse
Havelte werd 36 mm opgevangen. En in het noorden van het land kwam op de 22e nog
een bak met regen bij. In Friesland viel 50 mm tot plaatselijk meer dan
100 mm met wateroverlast tot gevolg. Ook in een strook over het midden viel 20
tot 40 mm.
September
Tot
en met 8 september was het in het hele land droog.Op de 10e werd het broeierig
en in de avond kwamen vanuit het zuidwesten buien
opzetten, waarvan enkele met onweer gepaard gingen. In Enschede sloeg de
bliksem in een lichtmast op een voetbalveld, terwijl daar getraind werd.
Daarbij werden enkele voetballers indirect geraakt door de bliksem en vielen er
slachtoffers. Tevens viel er neerslag die plaatselijk met bakken uit de hemel
kwam met in Chaam 29 mm. In Uden, Drunen en Vlijmen kwamen de straten blank te
staan. Elders in het land meldde Deventer ondergelopen tunnels en in Nijmegen,
waar in korte tijd 36 mm naar beneden kwam, moest een collegezaal van de
Universiteit worden ontruimd. Op 15 en 16 september viel er veel
neerslag in het (zuid)oosten van het land met in Arcen 28 mm. Daarna was het
opnieuw in het hele land vrijwel droog tot en met de 26e. Want vervolgens trok
op een dag later een regenzone van west naar oost over het land die in het
noordoosten nog 5 á 10 millimeter achterliet. De dag van 29 september was een
onstuimige dag met veel regen, talrijke onweersbuien en veel wind. In het
centrum van Tilburg viel in de middag hagelbuien en onweer in de avond in Berkel-Enschot.
Op Terschelling en in Rotterdam viel 24 mm.
Oktober
De
eerste week was dus kletsnat met op enkele dagen neerslaghoeveelheden van 20
tot 30 mm per dag. Op 6 oktober viel er zelfs 40 tot 60 mm in het zuidwesten en
westen van het land. Zoetermeer was de natste plaats waar 64 mm werd opgevangen.
In de loop van 20 oktober trokken van tijd tot tijd buien over. In het centrum
van Tilburg was rond 17:00 uur sprake van hoosbuien. Op de 21e gingen ook de
hemelsluizen open. In het noordwesten en Friesland was het kletsnat, waarbij Heemskerk
69 mm te verwerken kreeg. Ook de laatste twee dagen van de maand waren nat, met
dagelijks 10 tot 15 mm. Zo tapte Berkel-Enschot op 30 en 31 oktober
respectievelijk 13 en 14 mm af.
November-december
Op
4 november viel in Hoek van Holland 16 mm neerslag. In het noorden van het land
viel die dag bij buien lokaal rond 10 mm neerslag en dat gebeurde ook op 6
november, waarbij Eelde 10 mm opving. Vervolgens kreeg het midden en westen van
het land op de 13e, lokaal 10 tot 20 mm. Zoals in
Hoorn en Giessenburg waar ieder 17 mm werd afgetapt en in Uitgeest zelfs 22 mm.
Daarna werd het weer wat rustiger, alleen op 21 november trok een gebied
met buien over het land zuidoostwaarts. Op 26 en 27 november regende het
langdurig met gemiddeld over het land 16 mm neerslag, met uitschieters in het
midden en westen van het land met lokaal zelfs 30 tot 35 mm. In Wijk aan Zee
werd in deze twee dagen 35 mm gemeten. Op 30 november trok een laatste
storing over het land, met in het midden van het land zo’n 15 mm en plaatselijk
20 mm. Vrijwel elke dag viel er in december wel neerslag, want op slechts vijf
dagen bleef het droog. De meeste regen viel aan het begin van de maand en net
na de kerstdagen
SNEEUW
In
Berkel-Enschot viel dit jaar op 18 dagen sneeuw en dat iets meer dan de normale
hoeveelheid voor Midden-Brabant van 17 dagen. Daarbij bleef de sneeuw op 10
dagen liggen. De grootste sneeuwdek bedroeg 12 cm en werd op 8 februari
gemeten. Naast sneeuw werd op acht dagen ook hagel geregistreerd.
Januari
In
het zuiden van Limburg viel in de avond van 7 januari op de Vaalserberg een dik
pak sneeuw wat op de 8e uitgroeide tot een sneeuwdek van wel 17 cm en dat trok
veel winterliefhebbers. Op 14 januari trok een neerslaggebied over België en
dat raakte net Zeeland en West-Brabant waar een dun laagje sneeuw op de auto’s
werd waargenomen. In het Limburgse Vijlen en Vaals viel op grote hoogte opnieuw
sneeuw tot wel 3 cm. In de middag van 16 januari trok een gebied met sneeuw van
zuidwest naar noordoost over het land. Deze
arriveerde rond 14:30 uur in Tilburg en in Berkel-Enschot. Het sneeuwde urenlang
met wat tussenpozen en zorgde voor een sneeuwdek van uiteindelijk 2 cm. Aan de
kust was dat zo’n 3 cm, in Zeeland 4 en in het Groningse Roodeschool werd een
sneeuwhoogte van 5 tot 7 cm gemeten. In de ochtend van 17 januari was
het sneeuwdek grotendeels al verdwenen, maar in het oosten was het nog spekglad
door ijzel doordat er regen viel op een bevroren ondergrond. Op de 23e trokken neerslaggebieden over en deze kregen in
de avond een winters karakter in de vorm van sneeuw. Op enkele plaatsen bleef
deze zelfs liggen, zoals in Baarle-Nassau. Maar in Limburg was het helemaal
feest. Daar viel een dik pak sneeuw van 5 tot 10 cm: Kerkrade had 7 cm Lottum
10 cm. Op de Vaalserberg was het opnieuw raaj: een sneeuwdek van 16 cm. Hierbij
bezweken wel tientallen bomen door de zwaarte van de sneeuw. Op de 30e viel
in het zuiden van Limburg weer wat sneeuw.
Februari
En toen kregen we februari. Het begon
allemaal in de avond van 6 februari toen regen overging in sneeuw. Op andere
plaatsen waar de temperatuur net niet genoeg was, was sprake van ijsregen en
zelfs ijzel. Inmiddels was het sneeuwdek in Tilburg gegroeid naar 2 tot 3 cm.
In de nacht naar 7 februari bleef het in het midden en zuiden van het land
doorsneeuwen, waardoor het sneeuwdek nog verder kon groeien. In de ochtend lag de
meeste sneeuw in Gelderland met in ’s Heerenberg 20 cm, Nijmegen 17 en Nunspeet
16 cm. In Midden-Brabant lag 8 tot 10 cm. Door de harde wind waren er
sneeuwduinen ontstaan van een halve meter en plaatselijk zelfs één meter. Op 8
februari vielen er nog enkele sneeuwbuien en groeide het sneeuwdek in de omgeving van Nijmegen,
Arnhem en Doetinchem aan tot 27 cm en rondom Tilburg was dat 12 cm. Omdat het
flink waaide ontstonden plaatselijk metershoge sneeuwduinen. Dorpen raakten
afgesloten van de buitenwereld, snelwegen waren geblokkeerd en er reed geen
enkele trein. Het sneeuwdek hield op de meeste plaatsen stand tot en met 15
februari. Het was voor het eerst sinds 2013 dat er gedurende een langere
periode in vrijwel heel Nederland sneeuw lag. In Berkel-Enschot viel op vier
dagen sneeuw, waarbij het sneeuwdek groeide tot maximaal 12 cm op de 8e. In
totaal bleef de sneeuw op 9 dagen liggen, namelijk van 7 t/m 15 februari.
April-mei
Het
gezegde "april doet wat hij wil" was in 2021 van toepassing. Het
begon meteen al op Tweede paasdag (5 april) die omgedoopt werd tot een Witte
Pasen. In Tilburg ontstond op 6 april een sneeuwdek van 1 cm en een dag later sneeuwde
het urenlang wat 2 tot 3 cm opleverde. In het zuidoosten van ons land viel de
meeste sneeuw, wat rondom Eindhoven zo’n 5 cm opleverde en in Limburg
plaatselijk 10 cm. Op de Vaalserberg werd zelfs een sneeuwdek van 15 cm gemeten.
Ook van 10 tot 12 april vielen er winterse buien, waarbij het plaatselijk
kortdurend wit werd, maar de hoeveelheden waren echter aanzienlijk kleiner. Op
5 en 6 mei werd er plaatselijk natte sneeuw en hagel waargenomen. Op de 7e viel
er in de vroege ochtend in het zuidoosten zelfs even droge sneeuw, waardoor het
zelfs even wit werd in het oosten van Brabant, hetgeen sinds 1935 (17 mei) niet
meer zo laat in de maand is voorgekomen.
November-december
In het oosten van Brabant trokken winterse
buien richting de Veluwe. Het leidde daar tot een sneeuwdek van wel 6 cm, zoals
in Hoenderloo. Het begon allemaal in de avond van 26 november waar Eindhoven,
Helmond, Veghel en Best te maken kregen met natte sneeuw. Het leverde prachtige
plaatjes op, waarbij het landschap op de 27e wit kleurde in het oosten van Brabant, Gelderland
en Overijssel.
De
bovenlucht op 2 december werd alsmaar kouder en er kwamen buien aan. In de
ochtend was het kwik op 5 km hoogte gezakt tot -35 graden en toen kregen de
buien een winters karakter. In Tilburg viel rond 08:00 uur natte sneeuw en
daarmee was de eerste sneeuw van het seizoen in Midden-Brabant een feit
geworden. Rond het middaguur daalde de temperatuur nog verder tot -37 graden en
vielen er opnieuw sneeuwbuien. Toen Sint en Piet op 6 december waren vertrokken
viel in de avond in Berkel-Enschot regen die overging in sneeuw. Het midden en
oosten van het land kleurden ’s avonds laat op 6 december echt wit en
kon Zeeland op 10 december ook rekenen op een wit laagje. Met kerstavond
stroomde koude lucht binnen en botste op Eerste kerstdag met de zachte lucht
uit het zuiden. De regen ging rondom Tilburg daardoor
vroeg in de ochtend over in natte sneeuw. In het oosten van Brabant en Limburg
zorgde de sneeuwval nog wel voor een wit waasje op auto’s en gras.
WIND
Januari
In
de nacht van 20 op 21 januari trok stormdepressie Christoph langs ons land en
veroorzaakte langs de kust zeer zware windstoten. In IJmuiden haalde de wind
uit naar 127 km/u en op de Houtribdijk werd 122 km/u genoteerd. In het
binnenland werden windstoten gemeten van meer dan 90 km. Het gevolg was
omgevallen bomen en veel takken op de weg. In het noordwesten stond korte tijd
stormkracht 9, maar tot een officiële storm kwam het niet omdat dat niet
minstens een uur lang duurde.
Februari
Heel bijzonder was dat er officieel een
sneeuwstorm werd geregistreerd, waarbij een uur lang windkracht 8 al genoeg is.
In de nacht van 6 op 7 februari om 03:30 uur was het zover en noteerde Texel
een officiële sneeuwstorm die door het KNMI is omgedoopt tot storm Darcy.
Daarna hadden ook alle Waddeneilanden, Friesland en de dijk Enkhuizen-Lelystad
te maken met een sneeuwstorm. Daar waar de wind bleef steken op windkracht 6
tot 7 spreken we van een sneeuwjacht en dat gebeurde voor het laatst op 9 en 10
januari 2010. In Brabant was alleen in Volkel daar sprake van. Door die
keiharde wind kregen we te maken met gevoelstemperaturen van -13 en plaatselijk
-15 graden daar waar de sneeuwstorm tekeer ging. In onze regio bleef het
beperkt tot windkracht 5 en een gevoelstemperatuur van -10!
Maart
Na
de sneeuwstorm Darcy op 7 februari ontstond in Vlissingen op 11 maart de tweede
storm van dit jaar. In eerste instantie kreeg het de naam ’Evert’ mee, maar het
KNMI gaf bij deze storm geen code oranje of rood uit en dan krijgt een storm
geen naam mee. De storm ging gepaard met zware windstoten tot 124 km/u op de
Houtribdijk gelegen tussen het IJsselmeer en Markermeer. Daarna volgt
Vlissingen met 120 km/u en Rotterdam die een stoot had van 114 km/u. Het
natuurgeweld zorgde voor veel overlast met veel afgebroken en omgevallen bomen.
Daarbij zijn een dode en enkele gewonden gevallen. De dagen erna hield de
onstuimigheid aan met op 12 maart windstoten tot 83 km/u in zowel
Wilhelminadorp, Schiphol als IJsmuiden en op 13 maart had Vlissingen nog een
windstoot van 108 km/u. In februari was sprake van een sneeuwstorm (maximaal
windkracht 8), maar die wordt niet gezien als een officiële storm en daarom
wordt de storm van 11 maart gezien als de eerste officiële storm van 2021.
Mei
De
koude Bevrijdingsdag werd vanaf de dag van de Dodenherdenking ingezet toen
buien overtrokken dat gepaard ging met zware windstoten. Hoek van Holland meldde
een windstoot van 97 km/uur gevolgd door Vlissingen, Rotterdam en Den Helder
met ieder 90 km/uur. In Limburg vielen bomen om en was er zelfs een dode te
betreuren. Op 21 mei kwam het tot een storm en werden
windstoten genoteerd van 90 tot 95 km/uur met een uitschieter in Hoek van
Holland en IJmuiden tot 101 km/uur.
Juni
Leersum werd op 18 juni getroffen door een
enorme valwind, waarbij in eerste instantie werd gedacht aan een windhoos. Maar
gezien de manier waarop in een bos de bomen neervielen was dit een valwind die
over het dorp trok. Een aantal woningen is door de schade zelfs onbewoonbaar
geworden.
Oktober
In
de nacht naar 21 oktober gingen alle remmen los. Felle buien kwamen opzetten
die rond middernacht al gepaard gingen met onweer en windstoten. Vervolgens nam
de wind steeds verder toe en werden de buien nog heviger. Het hoogtepunt vond
plaats in Barendrecht waar om precies 02:18 uur een tornado werd geregistreerd,
waarbij vier gewonden vielen. In Brabant werd enige tijd zelfs windkracht 6 tot
7 gemeten en dat is behoorlijk. De buien bleven maar komen en aan het begin van
de ochtend begon het rondom Gilze-Rijen en Breda nog harder te waaien tot zelfs
windkracht 8 met windstoten tot 89 km/uur. Overlast en schade konden dan ook
niet uitblijven. Omgevallen bomen werden gemeld in o.a. Breda, Dommelen,
Boxtel, Cuijk, Helvoirt en Oisterwijk. In Oosterhout kwamen gevelplaten van een
flatgebouw naar beneden. In Zeeland en Zuid-Holland ging het nog harder te keer
met windstoten van 102 km/uur in Wilhelminadorp en Hoek van Holland tot 106
km/uur in Westdorpe. Een 24-uur om nooit te vergeten, waarbij twee officiële
tornado’s werden geregistreerd. Het kon ook niet anders, want tussen de wind op
de grond en de wind op 1 kilometer hoogte zat een enorm groot verschil in zowel
windsnelheid als windrichting. Dit noemen we windschering. En als dat fenomeen
groot genoeg is kan een tornado ontstaan en dat hebben we geweten. Ook elders
in de provincie Zuid-Holland en in Utrecht, Gelderland en Overijssel werd die
nacht (natuur)schade gemeld door valwinden of mogelijke tornado’s.
December
De
maand december was nog niet begonnen of we konden al meteen de eerste
winterstorm noteren. Vlieland scoorde namelijk op 1 december minstens een uur
lang windkracht 9. Daarbij werden windstoten gemeten van 97 km/uur. In het
Groningse Roodeschool werd een schuiver gemeld van 103 km/uur. In het midden
van Brabant waaide het ook hard, maar bleef het beperkt tot 65 km/uur.
WEERWAARSCHINGEN
In
2021 werd 12 keer een code oranje of rood uitgegeven, het hoogste aantal sinds
het bestaan van de huidige waarschuwingssystematiek in 2010. Hierbij het
overzicht:
1
januari: code oranje voor dichte mist (Utrecht en Zuid-Holland)
9
januari: code oranje voor ijzel (noordelijke helft van het land)
1
februari: code oranje voor ijzel
(noordelijke helft van het land)
7
februari: code rood voor sneeuwjacht (heel
Nederland)
8
februari: code oranje voor gladheid door gevallen sneeuw en ijsplaten
(Noord-Holland, Friesland, Groningen en het Waddengebied)
15
februari: code
rood voor sneeuwjacht en ijzel (heel Nederland)
18
juni: code oranje voor zware onweersbuien met valwinden (Midden- en
Noord-Nederland)
29
juni: code oranje voor onweersbuien met veel neerslag in korte tijd en lokaal
wateroverlast (Limburg)
13
en 14 juli: code oranje op 13 juli en code rood op 14 juli voor zware regen en
wateroverlast (Limburg)
11
december: code oranje voor gladheid door ijzel (Gelderland)
23
december: code oranje voor gladheid door ijzel (Midden- en Noord-Nederland)
27
december: code oranje voor gladheid door ijzel (Groningen, Drenthe en
Friesland)
Op
146 dagen gold voor een of meerdere
provincies een weerwaarschuwing in de vorm van code geel, oranje of rood. Dat
is het hoogste percentage dagen met waarschuwingen sinds 2016. Er werd het
meest gewaarschuwd voor gladheid (57 dagen), op de voet gevolgd door mist met 56
dagen. Verder kwam het 28 keer tot een waarschuwing voor onweer, 21 keer voor
zware windstoten, 8 keer voor zware regenval en 5 keer voor extreme kou.
Hierbij geldt natuurlijk dat soms meerdere waarschuwingen tegelijk actief waren
op één dag. Groningen en Gelderland zijn de provincies met de meeste
waarschuwingen in 2021: op maar liefst 103 dagen. Het minst vaak werd er gewaarschuwd
voor de Waddeneilanden met in totaal 65 keer gevolgd door Zeeland was met 72 weerwaarschuwingen.
ZONNESCHIJN
Met
landelijk gemiddeld 1800 uur zon tegen 1774 zonuren was 2021 iets zonniger dan
normaal. Februari en juni waren zonnig. Januari, mei, juli, augustus,
november en december verliepen somber. De andere zes maanden waren juist
zonniger dan het klimaatgemiddelde. Vooral in de zomervakantie-periode was het
somber, met een ‘tekort’ van 56 uur zonneschijn. Het minst zonnig was het
in het oosten met in Twenthe 1657 uur zon. Aan de kust was het zonnigst: in
Vlissingen scheen de zon 1947 uur. Berkel-Enschot zog de zon 1811 uren schijnen
en dat is precies gelijk aan normaal. Op 55 dagen werd er geen enkele
zonnestraal waargenomen (normaal 55 dagen) en op 72 dagen scheen de zon
minstens 80% van dagelijkse hoeveelheid en dan spreken we van zeer zonnige
dagen.