Na half april, warm of
koud
zingt de nachtegaal in
het hout.
Donder in april,
dat is wat de landman
wil.
Na half april, warm of
koud
zingt de nachtegaal in
het hout.
Donder in april,
dat is wat de landman
wil.
Twee gezichten
Met Pasen was het heerlijk weer en dan vooral eerste paasdag, die vrij zonnig verliep bij temperaturen die in Tilburg en Berkel-Enschot bijna de 18 graden aantikte. Tweede paasdag was echter een ander verhaal. Deze was overwegend bewolkt, waaruit het in de loop van de middag begon te regenen. Met 16 graden was het nog wel behoorlijk zacht voor de tijd van het jaar. Die neerslag was het begin van een periode van het gevecht tussen koude en warme lucht. En dat hebben we geweten. Want na de regen vielen er buien, waarvan enkele gepaard gingen met onweer, windstoten en hagel. In het Zuid- en Noord-Holland vond dat al op maandagavond plaats en trok zo de nacht in naar het oosten. In Purmerend vielen zelfs hagelstenen van 2 cm en de hemel bleef maar licht geven van alle bliksems. In totaal werden er 2700 bliksemontladingen geregistreerd. En dan de neerslag die soms intensief naar beneden kwam. In Drenthe viel op een enkele plaats zo’n 15 mm. Op dinsdag was onze regio aan de beurt toen fikse buien vanuit het zuidwesten binnen kwamen wandelen. Door het KNMI werd al eerder een weerwaarschuwing van code geel afgekondigd en dat was wel te begrijpen. Rond 16:15 uur trok zo’n bui het midden van Brabant over wat gepaard ging onweer, hagel en windstoten. Daarbij kwam 8 mm naar beneden. Met een temperatuur van 16 graden was het nog goed te doen.
Deze donderdag begon met buien, maar in de loop van de ochtend werd het droog en dat hielden we tot vanavond. In de middag kwam de zon er steeds meer door, waardoor het kwik nog kon oplopen naar een graad of 15. In de komende uren zijn we nog niet van de buien af, want vanuit België zijn er een aantal in aantocht. In Terneuzen was rond 19:30 uur sprake van onweer. Na de buien wordt het droog en verschijnen er opklaringen en krijgen we een kraakheldere nacht. Temperatuur gaat daarbij flink onderuit, waarbij het vrijwel overal aan de grond licht gaat vriezen. De vrijdag begint met veel zonneschijn gevolgd door stapelwolken. Met een zuid tot zuidoostenwind loopt de temperatuur op naar zo’n 15 graden.
In het weekeinde krijgen we te maken met een hogedrukgebied boven Scandinavië, maar ook met een depressie boven het midden van Europa. We komen dan in een noordelijke stroming terecht vanaf de Noordzee. Hierdoor kunnen er gemakkelijk wolken ontstaan, waaruit wat lichte regen kan vallen en dat zien we dan ook op de zaterdag afgewisseld met zonneschijn. Op zondag klonteren de wolken samen tot een wolkendek met opnieuw wat licht gespetter en dan krijgen we sporadisch nog te zon te zien. Temperaturen liggen op beiden dagen tussen de 14 en 15 graden.
Na het weekeinde begin het hogedrukgebied zich steeds verder uit te breiden tot over onze omgeving. De wind draait naar het noordoosten en zet koers naar de Britse Eilanden waar het pas op vrijdag aankomt. Tot die tijd is het droog en wisselen zon en wolken elkaar af. Daarbij beginnen de temperaturen in eerste instantie nog te dalen tot een graad of 12 op de donderdag. Vanaf vrijdag wordt het lenteachtig en schieten de temperaturen omhoog, waardoor in het weekeinde de 20 graden of meer gehaald gaat worden.
Prettig
weekend!
ZACHT, KLETSNAT EN SOMBER
Maart 2023 was een vrij zachte, maar ook sombere en uiterst natte eerste lentemaand. Koude en zachte periodes wisselde elkaar daarbij af. Vooral de eerste helft van de maand verliep koud. Het meest bijzondere was het aantal dagen met sneeuw en dat we op 13 maart de eerste storm konden noteren.
TEMPERATUUR
Met in De Bilt een gemiddelde etmaaltemperatuur van 7,0°C tegen normaal 6,5°C was maart vrij zacht. Het warmst KNMI-station staat in Zeeland met in Westdorpe een gemiddelde van 7,7°C en het koudst was het in het noordoosten waarbij zowel Nieuw Beerta als Eelde een gemiddelde hadden van 6,1°C. In Gilze-Rijen was dat 7,3°C en in Berkel-Enschot 7,8°C. Bij dat laatste station werd het overdag gemiddeld 11,5°C, wat normaal is, en in de nachten was dat 4,1°C tegen 3,1°C normaal.
Opvallend in maart was het feit dat we vaak op de grens lagen van koude lucht in het noorden en warmere in het zuiden. Om de haverklap wisselden beide luchtsoort stuivertje in onze omgeving. Op 1 maart startte de meteorologische lente, maar meteen ook ijs- en ijskoud. Op maar liefst 13 weerstations was ’s ochtends sprake van matige vorst, waarbij het in het oosten van het land het koudst werd: -7,6°C in Twenthe, -7,3°C in Deelen en -7,2°C in het Drentse Eelde. Aan de grond -10,1°C in Hupsel en -10,2°C in Twenthe. We kwamen in een noordelijke stroming en werd er koude lucht vanuit het Noordpoolgebied richting onze omgeving getransporteerd. Dit ging gepaard met veel bewolking, waardoor de nachten niet veel kouder werden en het beperkt bleef tot lichte vorst. Maar overdag werd het wel kouder. Zo werd het op 7 maart niet warmer dan 4 tot 5 graden en een dag later was het helemaal waterkoud. Op de 8e lagen de kwikstanden in het zuiden net boven het vriespunt en werd het de koudste dag van deze lentemaand. In Woensdrecht bleef de temperatuur steken op 1,5°C, Ell 1,6°C, Eindhoven 1,7°C en Arcen had 1,8°C. In Berkel-Enschot en Tilburg werd het die dag niet warmer dan 2,2°C. Brrrrr. Vervolgens trok die kou naar het noorden en zagen we de volgende grote temperatuurverschillen in het land: in Maastricht zag men op de thermometer 12,1°C staan, maar in het midden van het land werd het nog geen 3 graden, zoals in De Bilt (2,5°C). Op de 10e bereikte de kou het noorden met 1,0°C als maxima in Eelde. Op 11 maart werden de nachten kraakhelder en begon het vrijwel overal te vriezen met -7,3°C in Eelde als laagste temperatuur en aan de grond was dat -8,0°C. Overdag werd het nog 6 tot 8 graden. Daarna was het gedaan met de kou en werd op 12 en 13 maart zachte lucht aangevoerd. Dat hadden we vooral te danken aan een storm die ons op de 13e passeerde en de temperatuur liet stijgen naar 18 graden in vrijwel geheel Brabant. Vervolgens werd het wat minder warm. Dat duurde slechts een paar dagen, want vanaf de 16e keerde de zachte lucht terug en konden we op 17 maart de warmste dag noteren van deze maand. Berkel-Enschot en Tilburg noteerde zelfs 19,2°C gevolgd door Ell met 18,7°C en Eindhoven en Maastricht met ieder 18,5°C. Het leek wel lente. Daarna bleven de temperaturen tot en met de 25e ruim boven de 10 graden. Vooral de nachttemperaturen waren erg hoog wat zelfs nieuwe warmte-dagrecords opleverden. Op 18 maart registreerde De Bilt als minimumtemperatuur 9,1°C, terwijl het vorige record op 8,9°C stond uit 1983. Op 22, 23 en 24 maart waren de minimumtemperaturen ook nog nooit eerder zo hoog sinds 1901, met respectievelijk 9,2°C, 10,5°C en 9,7°C. De oude records stamden uit 2005 (8,9°C), 1994 (8,5°C), en 1981 (9,2°C). Het aantal officiële warmterecords dit jaar is daarmee al tot acht opgelopen. Vanaf 26 maart kwamen we echter in koude lucht terecht, waarbij de nachten van de 27e met vorst gingen verlopen tot wel -4,4°C op 28 maart. Tenslotte eindige de maand zacht met 16 tot 17 graden op 30 en 31 maart.
In totaal werden in De Bilt zes vorstdagen geteld, waarbij het heeft gevroren en normaal zijn dat er acht. In het zuidoosten en oosten van het land vroor het op 10 dagen en Eelde telde zelfs 14 vorstdagen, waarvan twee met matige vorst. Berkel-Enschot telde zes dagen met vorst. Warme dagen van 20 graden of meer werden nergens geregistreerd, terwijl we toch op één zo’n dag mogen rekenen. Door het gebrek aan zon en de wisselvalligheid kwam het aantal mooi-weerdagen uit op 1 tegen 5 normaal. Op zo’n dag is het droog, schijnt de zon meer dan de helft van de tijd en ligt de temperatuur boven normaal. We moeten terug naar 2001 voor een slechtere score. Vorig jaar was maart recordzonnig en -droog. De maand telde toen maar liefst 16 mooi-weerdagen.
NEERSLAG
Met 98 mm gemiddeld over het land, tegen 53 mm normaal, was maart zeer nat en daarmee was het de op 5 na natste maart sinds 1901. Bovenaan staat 1981 met 126 mm. In het zuiden en zuidwesten viel de meeste neerslag, met plaatselijk meer dan 140 mm. Zo ving het Zeeuwse Kapelle 149 mm op, gevolgd door Schinnen met 146, Brielle 144 en Oss met 140 mm. Deelen was met 137 mm het natste KNMI-station. Rondom de Waddeneilanden en het IJsselmeer viel de helft minder zoals op Schiermonnikoog met 62 mm, Enkhuizen 63, Zwolle 66 en tenslotte Marknesse en Eemshaven die ieder 69 mm aftapten. In De Bilt viel 101 mm, tegen 58 mm normaal, goed voor een achtste plaats in de lijst met natste maartmaanden sinds 1901. Berkel-Enschot ving 117 mm op in de regenmeter. Daarmee is het voor dat station de op vier na natste maartmaand ooit gemeten sinds het begin van de neerslagmetingen in 1878 rondom Tilburg. Op 17 dagen werd minstens één millimeter opgevangen, waarvan op vier dagen minstens 10 mm. De natste dag was die 10 maart met 24 mm. Naast regen viel op twee dagen ook hagel (5 en 27 maart).
Bijna iedere dag regende het wel ergens of trok een bui over. Soms liepen de neerslaghoeveelheden flink op. Ook de laatste week van maart werd wisselvallig ingezet en op 27 maart kwamen ook weer winterse buien voor. Een dag eerder regende het lange tijd in de zuidelijke helft van het land. De laatste dag van de maand viel compleet in het water door een lagedrukgebied dat pal over ons land trok. De neerslag was vrij gelijkmatig verdeeld over de maand, alleen de eerste dagen waren geheel en overal droog. Op 8 en 9 maart samen viel in Zuid-Limburg 40 tot 50 mm en op 9, 10 en ook op de laatste dag van maart werd er op uitgebreide schaal 10 tot 20 mm afgetapt. In de Achterhoek viel bijna 40 mm op 10 maart.
SNEEUW
Vanaf 7 maart kwamen we langere tijd in de buurt van de overgangszone tussen koude lucht en zachte lucht. Steeds weer trokken storingen hier doorheen naar het oosten. Ze brachten bij ons om de haverklap neerslag en in de periode van 7 tot en met 11 maart viel die geregeld ook in de vorm van sneeuw. Op 7 maart had vooral de zuidelijke helft met regen en sneeuw te maken. Verder naar het noorden trokken winterse buien over. Op 8 maart ontstond in het zuiden een sneeuwdek en gaf het KNMI code oranje uit voor Limburg en Noord-Brabant. Op veel plaatsen kwam in de ochtend tijdelijk een laagje van tussen 2 en 5 centimeter te liggen (Tilburg 3 cm). In de Limburgse heuvels groeide de sneeuwlaag tijdelijk tot 12 cm aan in Vaals en 15 cm op het Drielandenpunt. In de nacht en ook op de 9e overdag trokken nieuwe gebieden met regen- en natte sneeuw over het land. Vooral in het midden en noorden kregen er nu mee te maken. In de nacht naar de 10e sneeuwde het in het noorden en werd het daar op diverse plaatsen wit. Overdag trok een lagedrukgebied over het zuiden oostwaarts. Erachter drong de kou op en beleefden we in Nederland een klassieke winterinval, met regen die in sneeuw overging, een tijdje veel wind en in het midden en noorden een witte wereld. Opnieuw viel 2 tot 6 cm; in het noorden lag tussen 5 en 10 cm. Een koude nacht en een prachtige winterochtend volgden. Veel mensen trokken er in de sneeuwgebieden op uit om van de winterpracht te genieten. Later zorgde de fel schijnende ervoor dat de sneeuw snel wegsmolt. Op de 12e won de zachte lucht het pleit. In de ochtend viel nog wel wat natte sneeuw. In de nacht en in de vroege ochtend van de 15e (de dag waarop de verkiezingen voor de provinciale staten en waterschappen werden gehouden) trokken winterse buien over het land die het toch weer hier en daar wit maakten. Op de Vaalserberg kwam een laagje van 5 centimeter te liggen.
Op 9 dagen viel ergens in het land sneeuw tegen 7 dagen normaal. Op 8 dagen bleef de sneeuw ook liggen en dat was 2x zo vaak als gemiddeld. In 2018 viel voor het laatst vaker sneeuw, namelijk op 10 dagen en in 2013 was dit op 18 dagen het geval.
STORM
Op 13 maart waaide het fors. Op Vlieland, de Houtribdijk en bij IJmuiden kwam het tot een uurgemiddelde van windkracht 9. En daarmee was de eerste officiële storm van 2023 een feit. Berkhout noteerde met 108 km/uur de zwaarste windstoot, maar ook op andere plaatsen in het westen en noorden kwam het tot windvlagen boven 100 km/uur.
ZONNESCHIJN
Met gemiddeld over het land 120 zonuren was maart een vrij sombere maand. De normale hoeveelheid zon bedraagt namelijk 145 zonuren. Hoewel de zon overal minder scheen dan normaal, was het in het uiterste zuiden duidelijk het somberst. Maastricht had met 98 de minste zonuren gevolgd door Westdorpe met 100 en Ell met 111 uren zonneschijn. De zon scheen het meest in het Waddengebied, met op Terschelling 143 uren zon. Lauwersoog en Den Helder volgden op een tweede en derde plaats met respectievelijk 136 en 134 zonuren. In zowel De Bilt als Berkel-Enschot scheen de zon 117 uur tegen respectievelijk 139 uur en 150 uur normaal. De meeste stations telden drie à vier zonloze dagen en dat waren 9, 10, 20 en 22 maart. De Bilt telde vijf zonloze dagen en dat is iets meer dan normaal (vier) en Tilburg zes. Tijdens de eerste dagen van de maand en op 11, 15 en 27 maart scheen de zon op de meeste plaatsen meer dan 80% van het maximum en soms zelfs onafgebroken, zoals op 1 en 2 maart.
Onstuimig, nat en fris
Vrolijk Pasen! En dat kan ik op deze eerste paasdag wel zeggen, want het wordt de mooiste dag van de komende week. De zon zagen we vanochtend al en de komende uren komen daar wat onschuldige stapelwolken bij. Daarbij loopt de temperatuur op naar zo’n 16 graden en het blijft droog. En omdat er maar weinig wind staat zal het lenteachtig aanvoelen. Morgen, tweede paasdag, doen we daar nog een graadje bij alleen is het dan niet meer zo mooi. De bewolking neemt namelijk toe en in de loop van de dag gaat het regenen. Als dit pas in de avond gebeurt kunnen we nog heerlijk genieten en hebben we een prachtige Pasen achter de rug. Het mooie paasweer wordt veroorzaakt door een enorm hogedrukgebied boven Scandinavië dat zich uitstrekt tot over het zuiden van Europa. Tegelijkertijd zien we tussen IJsland en Groenland een depressie liggen die tegen het hogedrukgebied aan gaat duwen. Daardoor schuift het hogedrukgebied verder op naar het oosten. Op tweede paasdag heeft de depressie zich al over de Noordzee uitgebreid en de randen ervan dringen onze regio binnen. Daardoor zien we op maandag veel bewolking met soms een knipoog van de zon. In de middag en avond wordt de bewolking echter zo dik dat het gaat regenen. Daarbij trekt de wind flink aan en wordt matig tot vrij krachtig, kracht 4 tot 5. Voordat de neerslag gaat vallen wordt met een zuidelijke wind zachte lucht aangevoerd en kan het in Brabant een graad of 17 graden worden. Het is het begin van een herfstachtig scenario wat de hele week zal aanhouden. Regen en wind spelen de hoofdrol en de temperaturen duiken naar beneden. Soms regent het de hele dag en soms zijn het maar enkele buien. In ieder geval zullen we de paraplu bij de hand moeten houden en ook een dikke jas. Door de stevige wind liggen de gevoelstemperaturen namelijk rond de 10 graden. Van lenteweer is geen sprake. Maar in de loop van het weekeinde zien we dat de weerkaarten eindelijk geschud gaan worden. De neerslagkansen nemen af, doordat hogedrukgebieden zowel boven Spanje als boven Rusland zich binnen te roeren. Op maandag de 17e gaan ze met elkaar een verbinding aan, waardoor er een enorm hogedrukgebied ontstaat. Droge en warme lucht komt onze kant op, waardoor we de zon steeds meer zullen zien. De temperaturen gaan flink omhoog en kunnen op het einde van die week zelfs de 20 graden aantikken. Maar dat is allemaal veel te ver weg, want we weten ook hoe grillig het voorjaarsweer kan zijn. Afwachten maar. Eerst maar eens door deze onstuimige, natte en frisse week heen zien te komen.
Vorig jaar verliep april ook wisselend. We hadden toen een ijskoud begin met sneeuw, gevolgd door lenteweer in het midden van de maand tot een fris einde van de grasmaand. Er sneuvelde toen koude records, maar we konden ook de eerste officiële warme dag van minstens 20 graden noteren. Desondanks werd het een koude maand, die overigens wel veel zonneschijn met zich meebracht. De hoeveelheid neerslag van april 2022 viel al in de eerste tien dagen. Het april van dit jaar lijkt hetzelfde te gaan verlopen.
Prettige
week!
Het maken van een paasverwachting is één van de moeilijkste omdat Pasen altijd in het voorjaar valt en dan is de kans het grootst dat het weer plotseling kan omslaan. Het kenmerkende voor de lente is namelijk het grillige weer en dat komt juist tot uiting op de paasdagen, vooral ook omdat die feestdagen jaarlijks op wisselende data worden gevierd. En dit jaar is het niet anders met een weersomslag op paasmaandag.
PAASDATUM
Eerste paasdag valt altijd op de eerste zondag die volgt op de eerste volle maan op of na 21 maart. Dus niet standaard aan het begin van de astronomische lente omdat die ook wel eens vóór 21 maart kan vallen. De kerk is altijd uitgegaan van een vereenvoudigde berekening met de gemiddelde posities van zon en maan en 21 maart als vaste datum voor het begin van de lente. Paaszondag valt ongeveer in het midden van de jaarlijkse paascyclus en bepaalt ook wanneer de andere kerkelijke feestdagen binnen deze cyclus vallen. De regels voor het berekenen van de paasdatum werden al in het jaar 325 vastgesteld tijdens het Concilie van Nicea, maar werden aanvankelijk op verschillende manieren toegepast. De Scytische monnik Dionysius Exiguus stelde in het jaar 525 in Rome tabellen en een rekenschema op die dankzij de pauselijke goedkeuring de overhand kregen. Dat betekent dat Pasen op zijn vroegst op 22 maart en uiterlijk op 25 april valt. Dat eerste gebeurde alleen in de 19e eeuw (1818) en de eerstvolgende keer is pas vier eeuwen later in 2285. De vroegste Pasen die we de afgelopen eeuwen hebben meegemaakt was in 1913 toen deze feestdag op 23 maart viel. Overigens zal de volgende Pasen van 23 maart in 2160 vallen.
PAASWEER
Dit jaar (9-10 april) wordt een Pasen met twee gezichten. Op eerste paasdag blijft het droog, waarbij zon en wolken elkaar afwisselen en de temperatuur naar de 16 graden gaat. Op tweede paasdag vindt een weersomslag plaats. De bewolking neemt toe en in de loop van de dag gaat het regenen en stevig waaien. Voordat de regenzone bereikt kan het nog een graad of 17 worden. Vorig jaar (17-18 april) verliep deze feestdagen recordzonnig met in totaal 25,1 zonuren. Eerste paasdag begon wel koud, waarbij het in het (noord)oosten had gevroren. Dat gebeurde in Hoogeveen en Twenthe waar het kwik zakte tot -0,5°C en in Nieuw Beerta werd het iets kouder met -0,9°C. Aan de grond daarentegen vroor het op heel veel plaatsen tot wel -4,0°C in Gilze-Rijen en -4,5°C in Twenthe. Zelfs De Bilt had nog een grondtemperatuur van -3,9°C. Overdag liep het kwik op tot 21 graden op eerste paasdag en 22 graden een dag later. Heerlijk genieten dus. Wat een verschil met twee jaar geleden (4-5 april) die een bewolkte eerste paasdag gaf bij slechts 9,4°C. Op tweede paasdag kregen we te maken met regen-, sneeuw- en hagelbuien en daardoor werd het niet warmer dan een graad of 6. Het werd op veel plaatsen een Witte Pasen. Ook in 2020 (12-13 april) vond er een weersomslag plaatsvindt van eerste op tweede paasdag. Op paaszondag stegen de temperaturen in Berkel-Enschot naar zomerse waarden van 25,6°C, maar een dag later moesten we het met ruim tien graden minder doen met maximaal 12,2°C. En omdat dit gepaard ging met veel wind lag de gevoelstemperatuur onder de 10 graden! Neerslag viel er nauwelijks en bleef beperkt tot enkele druppels op paaszondag.
Vier jaar geleden kregen we één van de mooiste Pasen
ooit waargenomen. Op
Goede Vrijdag (19 april) werd het in het zuiden regionaal 25 á 26 graden en
daarmee was het de eerste lokale zomerse dag van het jaar. Vervolgens noteerde De Bilt in 2019 de
zonnigste eerste paasdag ooit en met 24,1°C de op één na warmste na 2011. Toen
volgde tweede paasdag die de warmste ooit werd sinds 1901 met 24,8°C. En dat
was in 2018 wel anders toen deze op 1 april viel. De eerste paasdag begon met
regen in de nacht en daarna was het alleen maar grijs weer. De zon kwam er
amper door en het was koud met 7,2°C in Berkel-Enschot. Op het einde van de
avond begon het op te klaren en dook de temperatuur zelfs onder het vriespunt!
Een dag later werd het bijna twee keer zo warm met 13,9°C, maar het weerbeeld
was niet om naar huis te schrijven. Heel veel bewolking waaruit van tijd tot
tijd wat lichte regen uitviel. In 2017 (16 april) zagen we nog wel vele uren de
zon, maar was het eveneens koud. Hoger dan 12 graden op beide paasdagen kwamen
we niet en daarbij viel er soms een bui en wat lichte regen. In 2016
verliep het paasweekeinde onstuimig met op tweede paasdag (28 maart) een
officiële zuidwesterstorm van windkracht 9 in IJmuiden en op Vlieland met windstoten
tot 115 km/u. De zeer zware windstoten speelden het paasverkeer parten en in de
westelijke kustprovincies kwamen meldingen van stormschade door omgewaaide bomen.
Lokaal ontstond ook schade aan gebouwen. Eerste paasdag was ook al niet best
toen er vooral gedurende de nacht en in de vroege ochtend op veel plaatsen rond
de 10 mm neerslag viel. De temperatuur lag op beide dagen tussen de 13 en 14
graden. Het enige positieve was de zon die op elke paasdag meer dan vijf uur
scheen.
In 2015 begon Pasen (5 april) erg koud met vrijwel overal lichte vorst. Door de zon die meer dan 10 uur scheen, liep het kwik nog op naar een graad of 12. Het was een prachtige eerste paasdag, want het bleef droog en er stond weinig wind. Een dag later overheerste de bewolking, maar op het einde van de middag kwamen er opklaringen. Het bleef droog bij opnieuw 12 graden. Wat een verschil met een jaar eerder (20 april 2014) toen Pasen zeer warm startte. In de nacht was het al een graad of 10 en deze liep in de middag nog op naar 22 graden in Berkel-Enschot. Daarbij bleef het de hele dag droog, al waren er wel wat dreigende wolken. Tweede paasdag begon nog met mooi weer en 17,5°C, maar al snel nam de bewolking toe waar in de avond wat lichte regen uit viel. Het paasweer met andere jaren wordt nog groter als we 2013 vergelijken. Dat was namelijk de koudste Pasen sinds 1964. In De Bilt werd het op eerste paasdag (31 maart) namelijk niet warmer dan 4,3°C en daarmee bleef het record uit 1964 met 3,9°C staan. De koudste plek had Lauwersoog met slechts 2,5°C gevolgd door Hupsel met 2,8°C. In Brabant werd het zo’n 4 graden overdag. Eerste paasdag begon overal bitterkoud. Zo meldde Gilze-Rijen, Herwijnen, De Bilt, Deelen, Heino allemaal matige vorst van minstens -5 graden. De koudste start had Deelen waar het -7,8°C werd. Zelfs langs alle kustgebieden kwam de temperatuur onder het vriespunt. In De Bilt kon meteen het volgende paasrecord worden bijgeschreven, want de laagste minimumtemperatuur sinds 1901 werd waargenomen. Het werd namelijk -5,3°C; het vorige stond op -4,4°C geregistreerd op 23 maart 2008. Aan de grond had het zelfs streng gevroren met in Herwijnen en Heino -10 graden. Het was gewoon een winterdag op 31 maart, want overdag vielen er verspreid sneeuwbuien. Tweede paasdag daarentegen maakte heel veel goed, want het was een stralende dag met alleen maar zonneschijn. Het kwik steeg daarbij naar de 8 graden. Elf jaar geleden verliep tweede paasdag op 9 april 2012 kletsnat, waarbij in Berkel-Enschot meer dan 12 mm werd opgevangen. Temperaturen lagen met Pasen tussen de 11 en 13 graden. In 2011 beleefden we de warmste eerste paasdag die ooit is waargenomen. Het werd zelf zomers. Met 26,0°C kwam De Bilt anderhalve graad hoger uit dan het oude record uit 1949 toen het op 17 april 24,5°C werd. De warmste plek was het midden van Brabant: Berkel-Enschot en Tilburg noteerde op 24 april 2011 27,7°C en in Gilze-Rijen werd het 27,2°C. Een dag later was het met 24 tot 25 graden nog steeds zomers warm in Brabant.
WARME PASEN
Door de grote spreiding over het voorjaar kan het paasweer dus zowel een winters als een zomers karakter hebben en dat hebben we de afgelopen jaren wel gemerkt. Op 17 april 1949 was het ook erg warm met 24,5°C in De Bilt, de op twee na hoogste temperatuur van eerste paasdag sinds tenminste 1901. Tweede paasdag was nog warmer en in een groot deel van het land werd bij zonnig weer 25 tot 30 graden bereikt. Een warme eerste paasdag, met een temperatuur van minstens 20 graden kwam in De Bilt sinds 1901 acht keer voor; het laatst in 2020, 2019, 2014 en daarvoor was het 2011. Uit het paasweer blijkt ook dat het voorjaar een zonnige periode is: sinds 1901 registreerde De Bilt op eerste paasdag in 24 gevallen minstens 10 uur zon. Opvallend is wel, dat dit steeds meer uitzondering wordt. Tussen 1978 en 2014 gebeurde dat namelijk nog maar vier keer. De zonnigste sinds 1901 was die van 2019 én van 2022 toen de zon op eerste paasdag 13,2 uur scheen. Hiermee ging het record van 1974 met 12,6 zonuren eraan.
KOUDE PASEN
Sinds
1901 begon eerste paasdag in De Bilt 20 keer met vorst, waarvan de laatste keer
in 2015. Maar op twee van dergelijke vorstdagen werd het in de middag bij
zonnig weer toch nog 18 tot 19 graden. Dit gebeurde in 1909 en 1976. In 2013 werd in De Bilt de laagste
minimumtemperatuur gebroken van koudste eerste paasdag sinds 1901 met -5,3°C.
De laatste keer dat er zo’n record werd verbroken was in 2008: De Bilt registreerde
toen op 23 maart -4,4°C. Daarvoor was 10 april 1977 het koudst toen het bij het
Een
sombere, natte en koude Pasen kwam minder vaak voor. Sinds 1901 waren er 35 eerste
paasdagen waarop de temperatuur overdag de 10 graden niet haalde. Het koudst
was het in 1964 toen de temperatuur met Pasen (29 maart) bij zeer somber en
nevelig weer overdag plaatselijk bij 3 graden bleef steken. Op tweede paasdag
viel er in 1964 ook natte sneeuw. Ook in 1994 was dat het geval toen de zeer
natte tweede paasdag (4 april) met 20 tot 30 millimeter neerslag uitermate guur
afsloot met zware sneeuwbuien, onweer en wind. Op Goede Vrijdag ondervond het
verkeer ook al hinder van het weer: een felle storm met zeer zware windstoten
van meer dan 100 kilometer per uur blies talloze caravans en aanhangwagens van
de weg.
Sneeuwbuien met Pasen waren er ook in 1977 toen het op eerste paasdag (10
april) in de ochtend plaatselijk ook nog eens 7 graden vroor. Op de ochtend van
tweede paasdag in 1982 (12 april) lag op een aantal plaatsen enkele centimeters
sneeuw. Paaszaterdag 2001 was een echte winterdag: ’s ochtends vroor het licht
tot matig waarna het sneeuwde. De laatste sneeuwbedekte en zeer koude Pasen
hadden we in 2008 met in Vlissingen zelfs 11 cm sneeuw. Vorig jaar kregen we op
tweede paasdag (5 april) nog met sneeuwbuien te maken, maar leverde geen
sneeuwdek op.
WEERSOMSLAG
Zoals eerder gezegd staat het voorjaar bekend om abrupte weersomslagen en ook
het paasweer valt daar wel eens onder. Het opmerkelijkste voorbeeld is Pasen
1979: eerste paasdag (15 april) had zonnig zomerweer met temperaturen tussen 20
en 23 graden en weinig wind. De tweede paasdag was uitgesproken guur met regen
en een krachtige wind, waarbij de thermometers midden op de dag amper 6 graden
aanwezen. Ook in 1998 was dat op tweede paasdag (13 april) het geval: De Bilt
noteerde een hoogste temperatuur van 6 graden en er vielen talrijke winterse
buien. In 2020 duikelden we van ruim 25 graden op eerste paasdag naar een
gevoelstemperatuur van onder de 10 graden op paasmaandag.
Ik
wens iedereen alvast prettige paasdagen en geniet er maar van.
Zoals de wind op de Paasmorgen waait,
zo waait hij
hoofdzakelijk het hele jaar.
Komt Pasen begin april,
dan valt de vriezeman
stil.
Afkoeling en warmte wisselen elkaar af De astronomische zomer is met stijl begonnen. Terwijl gisternacht om precies 04:42 uur de zon b...