Van heerlijk nazomeren in september tot
ruitenkrabben in november. De herfst liet zich als overgangsseizoen van verschillende
kanten zien. Over het algemeen was het een zeer zachte herfst die in de top-10
kwam van warmste herfstseizoenen ooit. We konden de eerste officiële vorst aan
de grond noteren en later ook in de weerhut. Daarnaast was het een droog
herfstseizoen. Maar als er buien vielen dan was er soms sprake van noodweer dat
gepaard ging met hagel, onweer en windstoten. Er werden zelfs twee tornado’s
geregistreerd. Ook viel in deze herfst de eerste sneeuw van het seizoen.
Tenslotte beleefden we een zonnige herfst.
TEMPERATUUR
Met
een gemiddelde etmaaltemperatuur van 11,6°C tegen een langjarig gemiddelde van
10,9°C was de herfst zeer zacht. Het komt zelfs op de zesde plek van zachtste
herfstseizoenen ooit sinds 1901. Alle drie de herfstmaanden waren in De Bilt
warm. Uitschieter daarbij was de uitzonderlijk warme september die meer dan één
graad warmer was normaal (15,9°C tegen een langjarig gemiddelde van 14,7°C).
Ook oktober was zachter dan normaal met een gemiddelde van 11,6°C tegen 10,9°C.
November was iets zachter met 7,4°C tegen 7,0°C normaal. In totaal werden
er bij het KNMI 22 warme dagen van minstens 20 graden geteld, waarvan er drie
de zomerse grens van 25 graden bereikte. Normaal mogen ze daar maar op 14 warme
dagen rekenen, waarvan er 2 zomers zijn. Daarnaast had het ook op twee dagen
gevroren, tegen normaal 6 vorstdagen.
In
Berkel-Enschot kwam de gemiddelde etmaaltemperatuur uit op 12,1°C tegen 11,9°C
normaal over de periode 1998-2020. Overdag werd het gemiddeld 16,3°C en in de
nachten was dat 7,8°C gemiddeld. De warmste herfstdag was die van 8 september
toen het kwik naar de 29,3°C ging. In totaal werden 25 warme dagen geteld en 6
zomerse dagen. Maar deze herfst kende ook koude periodes en dan vooral eind
november. Zo werd op 28 november de koudste herfstdag genoteerd met 4,9°C en de
koudste nacht was die nacht ervoor van 26 op 27 november toen de temperatuur
zakte tot -2,1°C.
De
herfst begon meteen warm en kregen we vanaf 2 september te maken met temperaturen
die steeds de 20 en soms ook de 25 graden overschreden. Pas op de 20e dook de
temperatuur er weer onder. Op 3 september werd het gelijk al zomers met in
Tilburg 26 graden. Dat gebeurde daar ook van 5 tot en met 9 september ofwel
vijf dagen achtereen en dat noemen we een nazomerse periode. In De Bilt bleef
het beperkt tot drie zomerse dagen achtereen en dat vond plaats van 7 tot en
met 9 september. In oktober en november werden geen zomerse dagen meer gemeten.
In die periode werd op de 8e de warmste herfstdag van het seizoen
geregistreerd: Nieuw-Beerta registreerde 28,5°C. De dagen erna deed de
temperatuur een stapje terug, maar de warmte met minstens 20 graden hield aan
tot en met de 27e. Alleen op 20 september werd het flink wat koeler: Hupsel en
Twenthe noteerde respectievelijk 15,4°C en 15,5°C. Dat betekent dat de kou in
de lucht zat en als het dan ’s nachts helder werd koelde het nog verder af. Het
koudst werd het op 21 september met plaatselijk maar een graad of 3. Op 10 cm
hoogte dook het kwik in Woensdrecht net onder het vriespunt met -0,2°C. En
daarmee was het de ‘eerste vorst aan de grond’ van het seizoen. September
eindigde overdag koud met temperaturen die rondom Tilburg op slechts 14 tot 15
graden lagen. Daarbij waaide het behoorlijk wat de gevoelstemperatuur op 12
graden bracht en dat scheelde een jas. Het is ook niet zo gek dat veel mensen
voor het eerst na de zomer de verwarming weer aandeden. Maar nog kouder was het
in Hoogeveen, Heino en Eelde waar het 12,5°C werd en met die wind was het voor
het gevoel daar een graad of 10. Brrrr.
De
maand oktober begon prima met in de eerste vijf dagen hoge temperaturen van 17
tot 18 graden. Op de 6e werd het koeler en niet warmer dan 13,3°C in
Berkel-Enschot. Door al het vocht kregen we een aantal dagen met mist te maken
die op 7 oktober in het oosten heel hardnekkig was. De zon brandde in Brabant
alles heel snel weg en liet de temperatuur flink stijgen, waarbij het op 8 en 9
oktober zo’n 18 graden werd. De nachten werden helder en daardoor ook steeds
kouder tot 0,6°C in Eelde op de 10e. De dagen erna werd er tijdelijk koude
lucht aangevoerd met middagtemperaturen van een graad of 14, gevolgd door een
week met zachte lucht. Hierbij werd het op de 19e nog 18,7°C in Tilburg. In het
zuidwesten van het land werd zelfs een warme dag geregistreerd: Rotterdam
noteerde 20,0°C, Wilhelminadorp 20,1°C en Westdorpe had nog 20,2°C. In die
periode werden de nachten door felle opklaringen wel kouder. In de vroege
ochtend van 16 oktober dook het kwik in Twenthe en Ell tot onder het vriespunt met
respectievelijk -0,5°C en -0,6°C en daarmee was het de eerste vorst van na de
zomer. Vanaf de 21e werd het wat frisser en
daalde het kwik op 22 oktober tot 11,7°C in Tilburg overdag. In Twenthe en
Hupsel werd de 10 graden zelfs niet gehaald. Aan de
grond had het in de nacht van 22 op 23 oktober in De Bilt voor het eerst gevroren
(-0,9°C) en dan spreken we van de eerste officiële vorst aan de grond na de
zomer. Daarna steeg de temperatuur tot het einde van de maand weer,
waarbij overdag op de 29e in Berkel-Enschot een waarde werd gemeten van 19,1°C
en Eindhoven had nog 19,0°C.
November
begon met normale kwikstanden van 12 tot 13 graden. De dagen erna viel vooral
in de nachten de wind weg en meteen begon het af te koelen met kwikstanden tot
onder het vriespunt. Zo noteerde Woensdrecht op 2, 3 en 4 november lichte vorst
wat voor dat weerstation bijna allemaal koude-dagrecords opleverde. Vanaf de 8e
kregen we elke dag te maken met vorst aan de grond en vanaf de 10e begon het op
neushoogte in Limburg en in het oosten van Brabant te vriezen. Overdag was het
echter overal zacht en vanaf de 4e kwam de temperatuur een week lang zelfs in
de dubbele cijfers terecht. Op 12 november lukte dat net niet, maar wel een dag
later toen Den Helder (De Kooy) en Schiphol ieder 14,4°C registreerde, Berkhout
had 14,1°C en op Terschelling werd de 14 graden ook bereikt. Vervolgens bleef
het tot en met de 21e zacht, behalve op 16 november die een koude
dag voor ons in petto had. In Deelen werd het in de middag niet warmer dan een
graad of 5. Vanaf 22 november deed de temperatuur een duidelijke stap achteruit
en kwam de vorst terug. In De Bilt zakte de temperatuur voor het eerst deze
herfst onder het vriespunt (-0,8°C) en dat betekent dat de eerste officiële
vorst kon worden genoteerd van na de zomer. Aan de grond kwam het zelfs tot
matige vorst: -5,1°C in Twente. Deelen had -4,8°C en Herwijnen -4,3°C. De
daarop volgende nacht kregen we opnieuw te maken met lichte vorst, van Westdorpe
tot aan Twenthe toe. Op de 25e was het wederom muts en handschoenen aan toen de
temperatuur voor de vierde nacht achtereen, ergens in ons land, onder het
vriespunt dook. Dit leidde aan de grond op tien centimeter hoogte tot matige
vorst in Volkel: -5,7°C. De laagste minimumtemperatuur van deze herfst werd
gemeten op de 27e waar het in Woensdrecht -4,2°C werd. Ook overdag werd het nu
kouder, met slechts 4 tot 5 graden op 28 november. In Twenthe werd dat zelfs
niet gehaald: 3,9°C als maximumtemperatuur. Pas op de laatste novemberdag werd
de kou de das omgedaan en steeg het kwik in de avond tot wel 10 graden.
NEERSLAG
Met
gemiddeld over het land 193 mm tegen normaal 222 mm was de herfst vrij
droog. September was al zeer droog, vooral langs de kust. Oktober daarentegen
was juist nat, en dan met name in de kustprovincies. November was opnieuw een
droge maand, maar langs de kust viel ook deze maand meer neerslag dan
gebruikelijk. Het natst was het deze herfst dan ook in Vlaardingen met 343 mm,
gevolgd door Wognum 342, Leiden 313, Kapelle 312 en in Haarlem werd nog 310 mm
opgevangen. Het natste KNMI-station was Wijk aan Zee met 290 mm. Het
droogst was het in het Limburg met in Maastricht slechts 81 mm, Beek had 84,
Montfort 102 en in Vijlen werd nog 108 mm afgetapt. In Brabant waren de natste
plaatsen Prinsenbeek met 262 mm en Hank met 27 mm. Minder neerslag viel in
Vierlingsbeek en Overloon met respectievelijk 155 en 158 mm. In De Bilt viel
249 mm tegen 239 mm normaal en in Berkel-Enschot was dat 202 mm tegen 220
normaal. Daarbij was de natste herfstdag die van 6 oktober met 27 mm. In totaal
viel er op 30 dagen minstens één millimeter, waarvan op zes dagen minstens 10
mm. Naast regen werd op 3 dagen onweer (normaal 3) waargenomen en 13 dagen met
mist (normaal 8).
De
herfst begon tot en met 8 september met droog weer. Maar
op de 10e viel er neerslag die plaatselijk met bakken uit de hemel kwam. In Zundert,
Oirschot en Chaam werd respectievelijk 21, 23 en 29 mm afgetapt. In Uden,
Drunen en Vlijmen kwamen de straten blank te staan. Elders in het land meldde
Deventer ondergelopen tunnels en in Nijmegen, waar in korte tijd 36 mm naar
beneden kwam, moest een collegezaal van de Universiteit worden ontruimd.
Op 15 en 16 september viel er in Arcen 28 mm. Daarna was het opnieuw in het
hele land vrijwel droog tot en met de 26e. Vervolgens trok op een dag later een
regenzone van west naar oost over het land die in het noordoosten nog 5 á 10
millimeter achterliet. De dag van 29 september was een onstuimige dag met veel
regen, talrijke onweersbuien en veel wind. In het centrum van Tilburg viel in
de middag hagelbuien en onweer in de avond in Berkel-Enschot. In totaal viel
daar 8 mm. Op Terschelling en in Rotterdam viel 24 mm.
De
eerste week van oktober was kletsnat met op enkele dagen neerslaghoeveelheden
van 20 tot 30 mm per dag. Op 6 oktober viel er zelfs 40 tot 60 mm in het
zuidwesten en westen van het land. Zoetermeer was de natste plaats waar 64 mm
werd opgevangen, Leidschendam had 49, Meerkerk 48, Kesteren 46 en Boskoop 40
mm. Daarna bleven grote neerslaghoeveelheden uit totdat het golvende front op
21 en 22 oktober in de noordwestelijke helft een bak water achterliet tot wel 70
mm en zorgde plaatselijk voor noodweer. Heemskerk tapte 69 mm af, Uitgeest 56,
IJlst en Wijk aan Zee ieder 55, Krommenie 54,
Landmeer 51 mm, Purmerend 47, Zuiderwoude 44 en Oostzaan had nog 42 mm.
Ook de laatste twee dagen van de maand waren nat, met dagelijks 10 tot 15 mm. Door
de hoge neerslagintensiteiten ontstond er in het oosten plaatselijk
wateroverlast.
Op
4 november viel veel neerslag met in Hoek van Holland 16 mm. In het noorden van
het land viel lokaal rond 10 mm en dat gebeurde ook op 6 november, waarbij
Eelde 10 mm opving en Nieuw Beerta 7 mm. Vervolgens kreeg het midden en westen
van het land op de 13e, lokaal 10 tot 20 mm. Zoals in
Hoorn en Giessenburg waar ieder 17 mm werd afgetapt en in Uitgeest zelfs 22 mm.
Daarna werd het weer wat rustiger, alleen op 21 november trok een gebied
met buien over het land zuidoostwaarts. Op 26 en 27 november regende het
langdurig met gemiddeld over het land 16 mm neerslag, met uitschieters in het
midden en westen van het land met lokaal zelfs 30 tot 35 mm. In Wijk aan Zee
werd in deze twee dagen 35 mm gemeten. Op 30 november trok een laatste
storing van de herfst over het land, met in het midden van het land zo’n 15 mm
en plaatselijk 20 mm.
TORNADO’S
In
de loop van 20 oktober nam de wind flink toe en trokken er van tijd tot tijd
buien over. In het oosten van het land trok in ’s-Heerenberg een tornado over
en een paar uur later was er in Berkel-Enschot sprake van onweer. Toen dat
voorbij was werd het windstil. Letterlijk stilte voor de storm, want in de
nacht naar 21 oktober gingen alle remmen los. Felle buien kwamen opzetten die
rond middernacht al gepaard gingen met onweer en windstoten. Vervolgens nam de
wind steeds verder toe en werden de buien nog heviger. Het hoogtepunt vond
plaats in Barendrecht waar om precies 02:18 uur een tornado werd geregistreerd,
waarbij vier gewonden vielen. Ook elders in de provincie Zuid-Holland en in
Utrecht, Gelderland en Overijssel werd die nacht (natuur)schade gemeld door
valwinden of mogelijke tornado’s. In Brabant werd enige tijd zelfs windkracht 6
tot 7 gemeten en dat is behoorlijk. De buien bleven maar komen en aan het begin
van de ochtend begon het rondom Gilze-Rijen en Breda nog harder te waaien tot
zelfs windkracht 8 met windstoten tot 89 km/uur. Overlast en schade konden dan
ook niet uitblijven. Omgevallen bomen werden gemeld in o.a. Breda, Dommelen,
Boxtel, Cuijk, Helvoirt en Oisterwijk. In Oosterhout kwamen gevelplaten van een
flatgebouw naar beneden. In Zeeland en Zuid-Holland ging het nog harder te keer
met windstoten van 102 km/uur in Wilhelminadorp en Hoek van Holland tot 106
km/uur in Westdorpe. Een 24-uur om nooit te vergeten, waarbij twee officiële
tornado’s werden geregistreerd.
BLIKSEM
Op
10 september werd het broeierig en in de avond kwamen
vanuit het zuidwesten buien opzetten, waarvan enkele met onweer gepaard gingen.
Dat leverde prachtige bliksemschichten op, waardoor de hemel helemaal verlicht
werd. In Berkel-Enschot werden tussen 22:00 en 22:30 uur 19 donderslagen
geteld. Maar het kan ook levensgevaarlijk zijn. In Enschede sloeg de bliksem in
een lichtmast op een voetbalveld, terwijl daar getraind werd. Daarbij werden
enkele voetballers indirect geraakt door de bliksem en vielen er slachtoffers.
SNEEUW
Het oosten van Brabant, Overijssel en
Gelderland waren de eerste regio’s waar dit seizoen sneeuw viel wat leidde tot
een sneeuwdek van wel 6 cm in Hoenderloo. Het begon allemaal in de avond van 26
november waar Eindhoven, Helmond, Veghel en Best te maken kregen met natte
sneeuw. Doordat de temperatuur toen rond het vriespunt lag kon deze blijven
liggen. Vervolgens trok dat gebied naar het noorden en toen was Gelderland aan
de beurt en dan met name de Veluwe. Het leverde prachtige plaatjes op, waarbij
het landschap op de 27e wit kleurde in het oosten van Brabant, Gelderland
en Overijssel. In de nacht van 28 op 29 november werd in vrijwel het hele land
gestrooid in verband met gladheid door bevriezing en natte sneeuw die op
bevroren wegen viel.
ZONNESCHIJN
Met
een landelijk gemiddelde van 370 uur zon tegen normaal 349 uur was de herfst een
zonnig seizoen. In september konden we genieten van een periode met zonnig en
zacht nazomerweer. De zon scheen met een totaal van 178 uur zo’n 20 uur langer
dan gebruikelijk. Naarmate de herfst vorderde kreeg de zon het steeds
moeilijker. In oktober lag het aantal zonuren nog maar een paar uur boven het
gemiddelde en in november was de zon net een paar uur minder dan gemiddeld te
zien. Mist, nevel en laaghangende bewolking zorgden voor een aantal grijze en
kille dagen, waarbij de zon slechts tijdens spaarzame opklaringen te zien was.
Het zonnigst deze herfst was het dan ook in Maastricht (Beek) met 419 uur
zonneschijn tegen 349 uur normaal. Het somberst was het in Eelde met
316 uur zon tegen 327 normaal. In De Bilt scheen de zon 359 uur tegen
340 uur normaal. In Berkel-Enschot werden 389 zonuren waargenomen tegen 365
normaal. Daarbij werden in deze herfst 9 zonloze dagen geteld (normaal 15) en
14 zeer zonnige dagen (normaal 15).