VRIJ WARM, EXTREEM DROOG en EXTREEM ZONNIG
Het
was een bijzonder lenteseizoen waarbij zowel warmte- als kouderecords
sneuvelden. Het kwam daarmee op plaats zes van warmste lentes ooit waargenomen.
Vervolgens noteerde we de op één na zonnigste lente sinds 1965 en komt dit
seizoen op plaats drie van droogste lentes die we ooit gezien hebben.
TEMPERATUUR
Met
in De Bilt een gemiddelde temperatuur van 10,9°C tegen een langjarig gemiddelde
van 9,9°C was de lente zacht. Daarmee eindigt het voorjaar op de zesde plek van
zachtste lentes sinds 1901. Het warmste voorjaar tot nu toe was vorig jaar toen
het gemiddelde uitkwam op 11,8°C. Toen waren echter vooral de
minimumtemperaturen zeer hoog, dit jaar zijn het vooral de maximumtemperaturen
die hoger dan gebruikelijk waren. In Berkel-Enschot kwam de gemiddelde
etmaaltemperatuur uit op 12,1°C tegen 11,0°C normaal. Daarbij was het ’s nachts
gemiddeld 5,8°C (normaal 5,9°C) en overdag werd het gemiddeld 18,5°C tegen
16,1°C als langjarig gemiddelde over de periode 1998-2023.
Alle
drie de maanden waren zachter dan gebruikelijk. Maart was vrij zacht met een
gemiddelde temperatuur van 7,1°C tegen een langjarig gemiddelde van 6,5°C.
April was zeer zacht, met in De Bilt een gemiddelde temperatuur van 11,5°C
tegen een langjarig gemiddelde van 9,8°C. Het was de op vijf na warmste
aprilmaand sinds 1901. Mei was met 14,1°C tegen een langjarig gemiddelde van
13,4°C ook vrij zacht. Het voorjaar werd grotendeels gedomineerd door
hogedrukgebieden. Daardoor was het overdag vaak zonnig en zacht, maar koelde
het ’s nachts onder heldere hemel regelmatig flink af. Hierdoor kregen we te
maken met zowel warmte- als dagrecords.
TEMPERATUUR - maart
Op
neushoogte kwam het op 1 maart in Eelde en Twenthe tot matige vorst. Maar aan
de grond was het bibberen geblazen. Zo noteerde Eelde -9,9°C, Hupsel -9,6°C en
Twenthe -8,8°C. In de nacht naar 2 maart werd het op neushoogte in Twenthe en
Wijk aan Zee -5,1°C. Aan de grond kwam het op heel veel plaatsen tot matige
vorst met Eindhoven en Gilze-Rijen als koude plaatsen met respectievelijk
-8,0°C en -8,2°. Op 4 maart ging het op tien centimeter hoogte gewoon door met
keihard vriezen. Gilze-Rijen en Eindhoven waren wederom de koudste stations met
respectievelijk -8,8°C en -8,6°C. Een dag later vrijwel overal lichte vorst en
aan de grond had Gilze-Rijen de laagste kwikstand: -8,3°C. Tenslotte de nacht
van 5 op 6 maart, waarbij deze keer Eelde met -7,9°C het koudst was aan de
grond. Van 6 tot en met 8 maart werd het echter lenteachtig en steeg de
temperatuur tot recordhoogte en werden enkele datum-warmterecords genoteerd. Zo
werd in De Bilt het record van 6 maart 1989 geëvenaard, want ook dit jaar werd
het op die datum 17,8°C. Een dag later werd het
in De Bilt 18,1°C en werd het officieel de warmste 7 maart ooit
waargenomen. Landelijk werd het nog warmer. Zo steeg de temperatuur in
Berkel-Enschot naar 19,4°C, gevolgd door Arcen (19,2°C), Wijk aan Zee (19,1°C)
en ook in Twenthe werd de 19 graden gehaald. Op maar liefst negen stations ging
het vorige landelijke record uit 1991, waargenomen in Soesterberg met 18,5°C,
eraan. Op 8 maart steeg de temperatuur in Deelen zelfs naar de 20,0°C en
daarmee was het de eerste lokale warme dag
van het jaar. In De Bilt werd het 19,6°C en werd opnieuw een
datum-warmterecord gebroken. Met die 19,6°C was ook het temperatuurrecord over
de eerste tien dagen (decade) van maart gebroken. Daarnaast is het in De Bilt
niet eerder zo warm geweest zo vroeg in het jaar. Tot de eerste helft van maart
zijn temperaturen van 19 graden of meer in De Bilt écht een zeldzaamheid. Dat
gebeurde slechts één keer eerder en wel op die 9 maart uit 2014. Tenslotte kwam
de gemiddelde temperatuur over de eerste tien dagen in De Bilt overdag uit op
14,7°C tegen 9,1°C normaal, een nieuw record. Na 10 maart daalden de
temperaturen en begon het licht te vriezen. Zo dook de temperatuur op 12 maart
aan de grond naar -8,8°C in Gilze-Rijen en Eindhoven had nog -7,1°C. In de
nacht van 13 maart werd het wat kouder tot -9,0°C in Twenthe. Op de 14e kwam
het in Deelen en Gilze-Rijen in de weerhut tot matige vorst met respectievelijk
-6,4°C en -6,0°C. Aan de grond vroor het zelfs streng tot -10,7°C in
Gilze-Rijen, Eindhoven noteerde -9,1°C en Volkel -9,0°C. Ook in de nacht naar
15 en in de nacht naar 16 maart doken de temperaturen op neushoogte onder het
vriespunt. Het noordoosten was het koudst op de 15e met -3,9°C in Nieuw Beerta
en -3,7°C in Leeuwarden. Een dag later voor het een stuk harder, waarbij op
vier stations matige vorst werd geregistreerd. Zoals in Eelde (-6,7°C) en zelfs
aan de kust in Wijk aan Zee (-6,4°C). Daarmee werd het ook de laagste
temperaturen van deze lente. Aan de grond was het ijskoud en konden we zelfs een
nieuw koude-dagrecord noteren. Ofwel de koudste 16e maart ooit waargenomen op
die hoogte. Het record stond op -8,2°C waargenomen in 2003 in Twenthe. Maar
Wijk aan Zee, Leeuwarden en Eelde gingen er onderdoor met respectievelijk
-8,8°C, -9,1°C en -10,7°C! In de nacht van 18 maart daalde het kwik in Hupsel
naar -11,1°C en Eelde had nog -10,5°C. We spreken dan ook van strenge vorst en
dat heeft op deze dag nog nooit plaatsgevonden. De daarop volgende nacht brak
De Bilt wél het kouderecord aan de grond. De thermometer liet namelijk een
waarde zien van -8,1°C, waardoor het oude record uit 2001 met -7,3°C naar de
tweede plaats werd gedreven. Hiermee werd het officieel de koudste 19 maart sinds
1901 op tien centimeter hoogte. Landelijk was er geen sprake van een nieuw
record ondanks dat het met -9,1°C in Hupsel nog behoorlijk koud werd.
Op
21 maart konden we opnieuw een datum-warmterecord noteren.
In De Bilt werd het maar liefst 21,9°C en daarmee was het meteen de eerste officiële warme dag van het jaar. En
zo’n hoge kwikstand hebben we op deze dag nog nooit gehad en dus werd het officieel
de warmste 21 maart ooit sinds 1901. Met die 21,9°C komt deze op de derde
plaats van warmst maartdagen ooit gemeten sinds 1901. De landelijk hoogste
temperatuur van maart 2025 werd ook op deze dag genoteerd. Het was zo’n warme
dag dat maar liefst 23 (!) weerstations het record braken. In Tilburg werd het
maar liefst 23,1°C, Maastricht 22,8° gevolgd door Eindhoven (22,5°C), Arcen
(22,4°C) en Volkel met 22,2°C. Vervolgens kregen we op de 27e een koude nacht
voorgeschoteld en begon het vrijwel overal licht te vriezen tot -3,4°C in
Deelen. Aan de grond was er zelfs sprake van matige vorst. Dit vond plaats in
Volkel (-5,5°C), Gilze-Rijen (-6,3°C), Eindhoven (-6,6°C), Twenthe (-6,8°C),
Eelde (-7,6°C) en het koudst werd het in Hupsel waar het kwik op tien
centimeter zakte tot maar liefst -8,2°C.
TEMPERATUUR - april
Ook
in april wisselden koude en warme dagen elkaar af. Zo werd op 3-4 april meer
dan 20 graden, terwijl we de dagen erna het met 10 tot 16 graden moesten doen. De
nachten waren daarbij fris, waarbij het vanaf 6 april tot en met de 9e wel
ergens in het land had gevroren. Zoals op de 7e toen in het noordoosten de
temperatuur onder het vriespunt dook tot -2,8°C in Nieuw Beerta en Hupsel. Aan
de grond was het helemaal koud: -8,9°C in Hupsel, -8,3°C Eelde, -7,4°C Twenthe,
-5,4°C Lelystad en ook in Hoogeveen kwam het tot matige vorst met -5,1°C. Ook
in de ochtend van 8 april was het behoorlijk fris met op neushoogte -4,0°C op
vliegveld Eelde. Daar vroor het op tien centimeter hoogte tot -7,9°C. Vanaf de
11e werd het zeer warm, waarbij op 12 april in Westdorpe de eerste lokale
zomerse dag van het jaar werd geregistreerd: 25,3°C. Landelijk gezien werd het ook
de warmste 12e april, want het vorige record stond op 24,8°C uit 1939,
waargenomen in zowel Eindhoven als Arcen. Maar op die 12e april 1939 werd het
op andere plaatsen nog warmer: 26,6°C in ’s-Heerenberg, Gemert 26,1°C, Wijster
25,8°C en Sittard 25,3°C. Maar omdat deze KNMI-stations zijn opgeheven worden
deze niet meer in de recordlijst opgenomen. De daaropvolgende dag werd echter nergens
meer de 20 graden bereikt en werd het langs de kust slechts een graad of 14!
Daarna werd het langzaam warmer, waarbij op de 15e bijna overal een warme dag
werd waargenomen tot wel 24 graden in het noordoosten. Maar dit moesten we wel
bekopen met neerslag en aanvoer van koude lucht. Zo lagen de middagtemperaturen
op 16 april tussen de 11 en 13 graden! Een dag later was het nog kouder in
Limburg: Maastricht noteerde slechts 8,5°C. In het noorden had het tegen
zonsopkomst zelfs nog gevroren met in Leeuwarden en Eelde ieder -1,0°C. Op 19
en 20 april klom de temperatuur langzaam uit het dal tot ruim 19 graden in het
zuidoosten, behalve in het noorden waar het kwik bleef steken op zo’n 10 tot 12
graden. En dat verschil tussen het noorden en zuiden hield aan tot en met de
22e. Op 24 april was het vrij koel met temperaturen tussen 11 en 14 graden. Vanaf
de 25e klom het kwik langzaam omhoog met vanaf 27 april een reeks warme dagen
dat tot het einde van de maand zou duren. Op de 29e werd plaatselijk de 25
graden aangetikt, zoals in Berkel-Enschot. Maar de warmste dag van de maand
werd tot de laatste dag bewaard: 27,4°C. Het warmste KNMI-station was
Woensdrecht waar de thermometer 26,3°C aantikte, gevolgd door Eindhoven en
Westdorpe met respectievelijk 26,2°C en 26,1°C. Ook in De Bilt werd de 25
graden overschreden en daarmee werd de eerste officiële zomerse dag van dit
jaar geregistreerd.
TEMPERATUUR - mei
De
maand begon zeer warm, waarbij het in Westdorpe 29,5°C werd en dat was meteen
de hoogste temperatuur van deze lente. Een dag later kregen we landelijk gezien
de warmste 2e mei ooit gemeten. In Arcen, Ell en Eindhoven steeg de temperatuur
respectievelijk naar 28,5°C, 28,5°C en 28,4°C. Daarna draaide de wind
geleidelijk naar het noorden en begonnen de temperaturen te dalen tot onder
normaal voor de tijd van het jaar. Zo werd het op 4 mei niet warmer dan een
graad of 15 en op Terschelling bleef het kwik steken op 11,5°C. Ook
Bevrijdingsdag was met 15 graden veel te fris en in Lauwersoog en Terschelling
kwamen niet verder dan zo’n 12 graden. Ook ’s nachts werd het koud, waarbij het
in de ochtend van de 5e mei plaatselijk licht had gevroren. Hupsel noteerde
-0,1°C, Woensdrecht -0,4°C, Deelen -1,3°C en in Twenthe werd het -1,4°C en
daarmee werd de laagste temperatuur van de bloeimaand geregistreerd. Aan de
grond kwam het op tien centimeter zelfs tot matige vorst: -6,5°C in Hupsel en
-5,8°C in Twenthe. Een dag later werd het op neushoogte in Eelde -0,7°C en dat
was de laatste keer in deze lente dat het ergens in het land tot vorst kwam in
de weerhut. Daar werd het aan de grond -4,3°C gevolgd door Hupsel met -1,6°C en
Hoogeveen met -1,5°C. De dagen erna werd het steeds zachter en leidde tijdens
de IJsheiligen van 11 t/m 14 mei tot maar liefste drie zomerse dagen van
minstens 25 graden. Zo noteerde Tilburg achtereenvolgens 27,3°C (11 mei),
26,6°C (12 mei) en 25,7°C op de 13e. Vervolgens daalde de temperatuur weer tot
waarden rond het langjarig gemiddelde van een graad of 20. In de nacht van 15
op 16 mei werd het helder en had het aan de grond gevroren. Woensdrecht en Eelde registreerde ieder -3,5°C gevolgd
door Gilze-Rijen -3,3°C, Eindhoven en Twenthe met ieder -2,2°C, Hupsel had
-2,1°C, Deelen -1,0°C. Op 19 en 20 mei steeg de temperatuur nog naar de
24 graden, maar de dagen erna moest je de jas weer aan met temperaturen die
tussen de 13 en 15 graden uitkwamen. In de ochtend van 24 mei had het aan de
grond wederom licht gevroren. Dat gebeurde in Hupsel, Eelde, Ell, Twente en
Deelen. In Hupsel was het met -3,3°C de koudste plaats. Vanaf de 25e nam de
temperatuur geleidelijk weer toe tot waarden die gebruikelijk zijn voor de tijd
van het jaar. De maand eindigde met twee zomerse dagen tot 28,2°C op de laatste
meidag.
In
totaal telde de lente in De Bilt 13 dagen waarop het heeft gevroren tegen
normaal twaalf. Dit jaar waren de meeste vorstdagen voor Eelde waar de
temperatuur in 28 nachten tot onder nul daalde. Twente noteerde 23 vorstdagen
en Hupsel en Nieuw-Beerta 22. Met in totaal 61 zachte dagen (tot en met 31 mei)
met een maximumtemperatuur in De Bilt van 15 graden en meer, is sprake van een
record. In 2007 telde de lente 59 zachte dagen en in 2011 kwam het tot 58 dagen
met tenminste 15 graden in De Bilt. Sinds 1 maart kwam het in De Bilt tot 84
milde dagen met een maximumtemperatuur van 10 graden of meer. Dat is net geen
record, want dat blijft 87 dagen en werd gemeten in 2014. In 1943 kwam het in de
lente tot 86 milde dagen en vorig jaar, 2024, werden 85 dagen genoteerd met
tenminste 10 graden. Daarnaast telde De Bilt 21 warme dagen van minstens 20
graden, waarvan er vier zomers waren met minstens 25 graden. Normaal zijn dit
er respectievelijk zeventien en vier. In Berkel-Enschot kwam men tot 37 warme
dagen, waarvan er 10 zomers waren en één tropisch. De warmste dag was die van 1
mei toen het 30,3°C werd en de koudste was in maart toen het op 1 maart maar
6,1°C was. De laagst temperatuur werd in de ochtend van 3 maart geregistreerd:
-3,4°C.
NEERSLAG
De
lente was zeer droog met gemiddeld over het land 68 mm neerslag tegen een
langjarig gemiddelde van 148 mm. Het was daarmee de op twee na droogste lente
sinds tenminste 1906. Alleen in 2011 en 1976 was het droger met respectievelijk
49 en 61 mm neerslag. Maart was zeer droog met gemiddeld over het land 6 mm
neerslag tegen normaal 53 mm. Daarmee was het de droogste maart sinds het begin
van de metingen in 1906. April was met 30 mm iets minder droog dan de 40 mm
normaal. In april waren de verschillen in het land echter groot: met 50 tot 80 mm
was het in het uiterste (zuid)oosten en rond de Veluwe aan de natte kant,
terwijl de maand in het noordwesten en langs de (zuid)westkust met nog geen 10 mm
juist bijzonder droog was. Mei was met gemiddeld 32 mm neerslag tegen een
langjarig gemiddelde van 55 mm ook droog.
De
meeste neerslag viel in Limburg met in Horst 133 mm, gevolgd door Wanssum 118,
Well 117 en Siebenwald 115 mm. Het droogst was het in het westen van het land,
met in Spanbroek 32 mm, Den Helder (De Kooy) 36 mm en het Zeeuwse Clinge had
nog 39 mm in de regenmeter. De natste Brabantse stations in dit voorjaar waren
Sambeek met 109 mm, gevolgd door Vortum-Mullen (106 mm) en St. Anthonis met 104
mm. De minste neerslag werd in Berkel-Enschot afgetapt: 54 mm. Daarna volgen
nog Steenbergen en Etten-Leur met respectievelijk 57 en 60 mm. In De Bilt viel
69 mm neerslag. De natste dag in Berkel-Enschot was die van 24 april toen er 16
mm in de regenmeter verdween. Naast regen werden er op dat station nog zeven
dagen met mist geregistreerd en geen enkele sneeuw- en hageldag. Dat laatste is
bijzonder omdat we op respectievelijk drie en vijf van zulke dagen mogen
rekenen.
NEERSLAG - maart
De
eerste tien dagen waren in het hele land droog. Dus ook in De Bilt, waardoor
het droogterecord geëvenaard werd met die van maart 1976. Daarna trokken lichte
buien met name over het noorden en langs de kust. Rondom Tilburg vielen er wat
druppels op 12, 13 en 23 maart. Neerslag die te meten was zagen we pas op de
25e toen Berkel-Enschot 1,9 mm opving.
NEERSLAG - april
Vooral
de eerste twee weken van april waren kurkdroog, maar daarna viel regelmatig
neerslag van betekenis. Dit zorgde voor de droogste eerste decade (tien dagen)
van april ooit samen met 1906, 1974 en 2017. Van 15 t/m 18 april hadden we te
maken met een golvende frontale zone, waaruit het vooral in de oostelijke helft
langdurig regende met op veel plaatsen 20 tot 30 mm. Op de 15e ontstonden in de
middag en later in de avond onweersbuien en brachten veel neerslag met zich
mee. Groningen ving 32 mm op, Stedum 25, Winsum 23, Paterswolde 22 en
Roodeschool tapte nog 20 mm af. Tijdens
Pasen viel over beide dagen 18,2 mm en het merendeel viel op paasmaandag 21
april. Op 23 en 24 april viel er met uitzondering van de westkust en het
noordwesten 5 tot 15 mm en in het oosten regionaal 20 tot 30 mm. Op de 23e viel
in het Gelderse Zieuwent 30 mm; Heusden-Vesting tapte binnen een uur 13 mm af.
Op 24 april regende het meer dan 15 uur lang rondom Tilburg wat 16 mm
opleverde. Gilze-Rijen ving 18 mm op en dat leverde een nieuw Brabants
neerslag-dagrecord op, want nog nooit is in onze provincie op de 24e zoveel
neerslag opgevangen. Maar in Drenthe, Overijssel en Flevoland werd nog meer
gemeten. Zo ving Emmen 28 mm op, Zwolle, De Wijk en Steenwijk ieder 25 mm,
Wijster 24, Diever 22 en Hoogeveen en Hardenberg 20 mm. De laatste zes dagen
van de maand was het opnieuw droog.
NEERSLAG - mei
Veruit
de meeste regen viel in de laatste tien dagen van de maand. Vanaf de 22e werd
het wisselvalliger, met vooral op de 24e en 27e langdurig regen. Op 24 mei registreerde
Tilburg 7 mm. In het Zeeuwse Wilhelminadorp werd 11
mm opgevangen, gevolgd door Hoek van Holland, Vlaardingen en Schiedam met ieder
10 mm. De dag van 27 mei was de
natste van de maand, waarbij er viel gemiddeld 15 mm naar beneden kwam. Op 31
mei trokken enkele stevige onweersbuien over het (zuid)oosten van het land. Daar was sprake van noodweer toen hagelbuien het midden en
zuiden van Limburg teisterden. Daar kwamen hagelstenen naar beneden met een
doorsnee van 4 tot 5 cm ofwel golfballen en zorgden voor schade aan auto’s. Dit
ging gepaard met veel neerslag en windstoten, waardoor straten onder water
liepen en bomen omvielen. Bij een weeramateur in Maasbracht werd 70 mm
opgevangen en in Arcen 20 mm. Vervolgens trokken de buien met donder en bliksem
in de avond en nacht verder naar Gelderland en Overijssel.
ZONNESCHIJN
De
lente was zeer zonnig met over het land gemiddeld 796 uren zon tegen een
langjarig gemiddelde van 567 uur. Het was daarmee de op één na zonnigste lente
sinds tenminste 1965. Alleen in 2020 was het zonniger met 805 uur zon. Maart
was met gemiddeld over het land 247 uren zon tegen een langjarig gemiddelde van
146 uur de zonnigste maart sinds tenminste 1965. April was ook een zeer zonnige
maand met landelijk gemiddeld 261 uur zon tegen een langjarig gemiddelde van
196 zonuren. Mei was zeer zonnig met 288 uur zon tegen een langjarig gemiddelde
van 225 uur.
Het
zonnigst was het aan de kust met op Terschelling 830 uren zon en het minst
zonnig was het in Brabant met in Eindhoven 747 zonuren. In De Bilt scheen de
zon 809 uur tegen een langjarig gemiddelde van 546 uur en in Berkel-Enschot
kwam het aantal zonuren deze lente uit op 769 tegen 585 normaal. Daarbij werden
er in totaal vier zonloze dagen geteld (normaal 7) en maar liefst 44 zeer
zonnige dagen tegen 23 als langjarig gemiddelde. Op maar liefst 39 lentedagen
scheen de zon in het land meer dan 80% van de beschikbare tijd. Niet eerder
waren er zoveel zeer zonnige dagen in de meteorologische lente. Het vorige
record was 36 dagen in de lente van 2020. De lente van 2022 had in totaal 31
zeer zonnige dagen. In de lijsten met de zonnigste seizoenen ooit gemeten
(waarin zowel lentes als zomers voorkomen), vinden we 2025 op de vijfde plaats.
De zomer van 1976 noteerde met 837 uur de meeste zonuren en de zomer van 2022
had 834 zonuren. De zomer van 1947 kwam op 812 uur uit, gevolgd door de lentes
van 2020 en 2025 met dus 805 en 797 uur.